9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 2
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3
verduistering;
feit 4
witwassen;
feit 5
witwassen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 tot en met 5 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 1.323,10 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2017);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feit en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.323,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 23 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en
mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2019.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, district IJsselland, basisteam IJsselland-Zuid met registratienummer PL0600-2017051717. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 2 februari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 6):
(…) 25 november 2017 (…) mijn TV, radio en laptop waren weggenomen uit mijn woonkamer (…) Ik heb aan [verdachte] (…) in maart 2016 mijn huissleutel uitgeleend en ik heb deze nooit meer terug ontvangen (…) zodat hij in mijn woning kon als de woningbouwvereniging langs zou komen om mijn wastafel te repareren (…);
2. het proces-verbaal bevindingen d.d. 20 maart 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verbalisant 1] (pag. 13):
(…) Aangever verklaarde dat er uit zijn woning meerdere modeltreinen waren weggenomen (…);
3. het proces-verbaal bevindingen d.d. 21 februari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verbalisant 2] (pag. 14):
(…) [verdachte] in het DOR systeem bevraagd en zag dat [verdachte] meerdere producten bij een vestiging van [bedrijf] gevestigd te Deventer had ingeleverd (…) Ik zag ook dat [verdachte] tweemaal een modeltrein bij bovengenoemd bedrijf had ingeleverd. (…) op 3 augustus 2016 (…);
4. het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 33 tot en met 37):
(…) [slachtoffer] , heeft mij (…) een huissleutel gegeven van zijn woning (…) zware lekkage in zijn huis (…) mensen van de woningbouw binnengelaten (…) Samsung TV (…) kwam bij [slachtoffer] vandaan. Deze heb ik uit zijn woning meegenomen. (…) Deze heb ik vervolgens ingeleverd bij [bedrijf] in Deventer. Hier heb ik toen geld voor ontvangen. (…) voordeur geopend met de sleutel en ben de woning binnengelopen. (…) Ik heb ook zijn laptop meegenomen. Ik heb zijn radio meegenomen en ik heb een modeltrein weggenomen uit zijn vitrinekast. (…) De laptop heb ik ook ingeleverd bij [bedrijf] (…) ik heb ook zonder zijn toestemming goederen uit zijn woning weggenomen (…). De sleutels liggen nu ergens in het kanaal. (…);
5. het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 38 tot en met 39):
(…) TV, radio en laptop zonder toestemming van [slachtoffer] uit zijn woning weggenomen (…) rond 25 november 2016 (…) Tv was van het merk Samsung, de laptop van het merk ACER en de radio/cdspeler weet ik niet (…) ik denk dat ik 200 euro voor deze goederen heb gebeurd. (…) De andere goederen die ik heb weggenomen (…) modeltrein (…) de modeltrein (…) kort voor het moment dat ik deze bij [bedrijf] heb ingeleverd weggenomen uit de woning. (…)