Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[X],
gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] ,
BKBD HORECA B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderde [X], een besloten vennootschap die zich richt op financiële en juridische dienstverlening, betaling van openstaande facturen van BKBD Horeca B.V., een horecaonderneming. De vordering betrof een bedrag van € 5.000,- plus buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente. [X] stelde dat BKBD Horeca haar betalingsverplichtingen niet was nagekomen en dat er een overeenkomst bestond tussen hen. BKBD Horeca betwistte echter de vordering en stelde dat er geen overeenkomst was gesloten, en dat de werkzaamheden die [A], de bestuurder van [X], had verricht, niet in rekening mochten worden gebracht.
De kantonrechter beoordeelde eerst de geldigheid van de dagvaarding en oordeelde dat deze nietig was, ondanks dat de dagvaarding niet volledig helder was. Vervolgens ging de rechter in op de inhoudelijke beoordeling van de vordering. [X] kon niet onderbouwen dat er een overeenkomst was gesloten met BKBD Horeca en bracht geen bewijsstukken in het geding die dit konden ondersteunen. De kantonrechter concludeerde dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking kwam en wees deze af. Tevens werd [X] veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van BKBD Horeca werden begroot op € 600,00, met nakosten van € 120,00.
Het vonnis werd uitgesproken door mr. A.M. Koene op 10 maart 2020.