ECLI:NL:RBOVE:2020:1139

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
16 maart 2020
Zaaknummer
C/08/243672 / FA RK 20-268
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 februari 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoekschrift was ingediend door de officier van justitie en ontving de rechtbank op 7 februari 2020. De betrokkene, geboren in 1947 en verblijvende in een zorginstelling, lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie en andere psychotische stoornissen. Deze aandoening leidt tot ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade voor zowel de betrokkene als anderen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, haar echtgenoot, haar dochter en een psychiater in opleiding. De psychiater gaf aan dat het herstel van de betrokkene voorspoedig verloopt, maar dat er nog steeds een vangnet nodig is vanwege haar psychotische kwetsbaarheid. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van drie maanden, tot en met 14 mei 2020, en bepaalde dat de volgende maatregelen konden worden getroffen: beperking van de bewegingsvrijheid, insluiting indien strikt noodzakelijk, toedienen van vocht, voeding en medicatie, en opname in een accommodatie. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.H. van der Lecq en schriftelijk uitgewerkt op 26 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Almelo
Zaak-/rekestnr.: C/08/243672 / FA RK 20-268
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 februari 2020 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren [1947] , [geboorteplaats]
[woonplaats] ,
verblijvende te Mediant, locatie Helmerzijde, te Enschede,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.S. Wibbelink te Borne.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de zorgkaart d.d. 29 januari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 3 februari 2020;
  • de medische verklaring, d.d. 4 februari 2020;
  • het zorgplan, d.d. 7 februari 2020;
  • gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolgde de Wet Bopz en de WvGGZ.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 februari 2020, bij Mediant, locatie Helmerzijde, te Enschede.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene;
  • de advocaat van betrokkene;
  • [A] , echtgenoot van betrokkene;
  • [B] , dochter van betrokkene;
  • [C] , psychiater in opleiding.
1.4
De officier van justitie heeft kenbaar gemaakt een nadere toelichting of motivering van het verzoek niet nodig te achten en daarom niet ter zitting te zullen verschijnen

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en andere psychotische stoornissen.
2.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel voor zichzelf, ernstige psychische schade voor zichzelf en voor anderen.
2.3
Uit de mondelinge toelichting van de psychiater in opleiding komt het volgende naar voren. Het herstel van betrokkene verloopt sinds anderhalve week voorspoedig. Zij functioneert goed. Omdat het herstel nog pril is en betrokkene een psychotische kwetsbaarheid heeft, is het van belang dat er een vangnet is voor betrokkene.
2.4
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat betrokkene verplichte zorg nodig heeft om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene verder te stabiliseren en te herstellen.
2.5
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • opnemen in een accommodatie;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Uit de toelichting van de psychiater in opleiding blijkt dat betrokkene meewerkt aan alle lichamelijke onderzoeken en onderzoek van de woon- en verblijfplaats op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het uitoefenen van toezicht op betrokkene niet aan de orde zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat deze vormen van verplichte zorg niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Stapsgewijs wordt toegewerkt naar een verantwoorde terugkeer naar de thuissituatie.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
Omdat het herstel van betrokkene voorspoedig verloopt en wordt verwacht dat zij op korte termijn met voorwaardelijk ontslag kan gaan, zal de zorgmachtiging worden verleend voor de duur van
driemaanden. Deze machtiging geldt aldus tot en met 14 mei 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren [1947] , [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van drie maanden;
  • insluiten, indien dit strikt noodzakelijk is, voor de duur van drie maanden;
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, voor de duur van drie maanden;
  • opnemen in een accommodatie, voor de duur van drie maanden.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 14 mei 2020.
Deze beschikking is op 14 februari 2020 mondeling gegeven door mr. M.H. van der Lecq, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door M.L.S. Kwee als griffier, en op 26 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.