In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een kort geding waarin eisers, [eiser 1] c.s., een vordering hebben ingesteld tegen de GRAFSCHAFTER VOLKSBANK EG. De centrale vraag betreft de gevolgen van de vernietiging van een eerder door de rechtbank Overijssel gewezen vonnis. In dat vonnis was [eiser 1] c.s. veroordeeld tot betaling aan Volksbank. Echter, na hoger beroep heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het vonnis vernietigd, en de Hoge Raad heeft dit arrest bevestigd. Volksbank heeft vervolgens executoriale beslagen gelegd op een prijs die [eiser 2] had gewonnen bij de Nationale Postcode Loterij. De eisers stellen dat deze betaling onverschuldigd is, nu het vonnis dat aan de basis van de beslaglegging lag, is vernietigd.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de eisers recht hebben op terugbetaling van het bedrag dat onterecht is betaald. De rechter heeft vastgesteld dat de vernietiging van het vonnis terugwerkende kracht heeft, wat betekent dat de eerdere veroordeling niet meer geldt. De vordering van eisers tot betaling van een bedrag van € 196.659,80, vermeerderd met wettelijke rente, is toegewezen. Daarnaast is Volksbank veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft ook het verzoek tot afgifte van een certificaat tot tenuitvoerlegging in een andere EU-lidstaat toegewezen, wat de internationale handhaving van het vonnis vergemakkelijkt.