ECLI:NL:RBOVE:2020:1241
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijk geweld in vereniging na onvoldoende bewijs
De rechtbank Overijssel heeft op 24 maart 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 25-jarige jongeman, die werd verdacht van openlijk geweld in vereniging. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 2 februari 2019 tijdens een bruiloft in Beckum, gemeente Hengelo. De verdachte was samen met medeverdachten aanwezig op de bruiloft en raakte betrokken bij een vechtpartij, waarbij ook schoten werden gelost door een van de medeverdachten. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor het openlijk geweld, maar de verdediging betwistte dit en stelde dat de verdachte enkel had geprobeerd de situatie te de-escaleren.
Tijdens de zitting op 10 maart 2020 heeft de rechtbank het dossier en de verklaringen van de betrokkenen bestudeerd. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte bij de geweldshandelingen, er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om het strafbare karakter van zijn handelen vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat niet kon worden uitgesloten dat de verdachte niet opzet had op het plegen van openlijk geweld en dat zijn bijdrage aan de vechtpartij niet significant was.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. B.W.M. Hendriks, en is openbaar uitgesproken op 24 maart 2020.