Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 november 2019
- het proces-verbaal van de comparitie van 15 januari 2020
- de verzoeken van 28 januari 2020 van beide partijen tot aanhouding van de zaak in verband met schikkingsonderhandelingen
- het verzoek van 11 februari 2020 van [eiseres] om vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.De vordering
- 543,00
1.086,00
5.De beslissing
veertien(14) dagen na betekening van dit vonnis;
veertig(40) dagen na betekening van dit vonnis haar medewerking verleent, in het bijzonder dat dit vonnis in de plaats treedt van de handtekening van [gedaagde] onder de leveringsakte zodat de levering dan zal plaatsvinden door inschrijving van dit vonnis samen met de leveringsakte in de daartoe bestemde openbare registers;