Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
IKZIJNWIJ B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Kampen,
wonende te [plaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
dit – als ook het hiervoor onder d) genoemde – op straffe van verbeurte van een door [X] aan IZW te betalen boete van € 200,= per dag dat [X] hiermee, na betekening, in gebreke is;
[X] heeft zich ziekgemeld. IZW heeft misschien niet meteen goed gehandeld. Dat kwam omdat de directeur van IZW, mevrouw [A] , niet meteen wist wat ze in die situatie moest doen. [X] regelde normaal gesproken dat soort zaken. Volgens IZW had van [X] verwacht mogen worden dat zij ook zelf de arbo-arts benaderde en dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft dus zelf niet meegewerkt aan reïntegratie, aldus IZW. Overigens heeft IZW gezorgd voor een uitnodiging bij de bedrijfsarts, maar de oproep viel toen samen met de oproep voor het kortgeding van 12 april 2019. Daar kan IZW niets aan doen.
[A] was verder bereid om namens IZW aan mediation mee te werken. [A] heeft daarover advies ingewonnen bij Interpolis. De mediator heeft met [X] en met [A] apart gesproken. De mediator wilde vervolgens geen traject starten omdat er een juridisch conflict lag. Die omstandigheid kan niet aan IZW worden tegengeworpen. Het bleek dus eenvoudigweg niet mogelijk om aan mediation uitvoering te geven. Ook in dat opzicht zijn er geen dwangsommen verbeurd. IZW wenst daarom de gevorderde verklaring voor recht ten aanzien van het verbeuren van deze dwangsommen
De dagvaarding daarvoor is op 9 april 2019 betekend. Op 10 april 2019 was IZW dus bekend met de datum voor de behandeling van het kortgeding. Zij had dat kunnen doorgeven aan de bedrijfsarts, maar dat heeft zij kennelijk niet gedaan. Dat kan niet aan [X] worden tegengeworpen. Na het kortgeding duurde het tot 25 april 2019 voor er een nieuwe uitnodiging kwam. Daarbij heeft IZW, ten onrechte, eerst nog geprobeerd om [X] zelf die afspraak te laten regelen. Die gang van zaken dient voor rekening en risico van IZW te komen. Ook het Plan van Aanpak kwam twee dagen te laat. De dwangsommen uit het kortgedingvonnis zijn daarmee verbeurd.
a) verbeurde dwangsommen tot een bedrag van € 47.000,= binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 april 2019, althans vanaf een door de kantonrechter te bepalen datum, tot aan de dag van algehele voldoening;
4.De beoordeling
in conventie
vanwege het juridisch traject wat loopt’. Het is naar het oordeel van de kantonrechter in die situatie niet aan IZW verwijtbaar dat het mediationtraject niet tot stand is gekomen. Op 18 september 2019 verschijnt [X] vervolgens op het spreekuur van de bedrijfsarts. In de rapportage daarvan is geen mediationadvies meer opgenomen. De bedrijfsarts gaat er op dat moment vanuit dat
het ingezette re-integratieplan succesvol wordt afgeronden dat
een 100% arbeidsgeschikt meldingvolgt. De kantonrechter is bij deze gang van zaken van oordeel dat IZW aan haar re-integratieverplichtingen heeft voldaan door de aanwijzingen van de bedrijfsarts op te volgen. Daarom zijn er in dat opzicht geen verdere dwangsommen verbeurd.