Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verzoekende partij, hierna te noemen TT,
1.De procedure
2.De feiten
(…)
(…)
- Vanaf heden worden er geen meeruren meer gedeclareerd zonder mijn uitdrukkelijke toestemming;
- Vanaf heden wordt er niet meer thuis gewerkt;
- Iedere maandagmorgen geef je inzage in de werkzaamheden van de komende week en een terugblik op de werkzaamheden van de voorgaande week;
- Als na verloop van tijd blijkt dat output en tijdsbesteding in balans zijn, zal bovengenoemd wekelijks ritme naar een tweewekelijks of maandelijks ritme kunnen worden teruggebracht;
non-actief stelling en heeft hij zich beschikbaar gesteld voor werk.
(…)Voor een zakelijke laptop lijkt hij niet vaak gebruikt te zijn, en zeker niet veel zakelijk. De office applicaties hebben slechts een paar documenten en verzonden mails erin staan over de afgelopen maanden. Het browsegedrag van de paar dagen waarvan ik het kon zien lijken meer op privé gebruik dan zakelijk.
zou uitvoeren.
3.Het geschil
- toekenning van de transitievergoeding van € 4.955,61;
4.De beoordeling
ontbinding
kan daarnaast nog aanspraak maken op uitbetaling van de opgebouwde overuren over 2020. Dat [verweerder] in de eerst 3 maanden van 2020 vrijgesteld is van werkzaamheden, brengt niet mee dat hij dan geen verlofuren opbouwt. Hij heeft zich in die tijd immers wel beschikbaar moeten houden voor arbeid, voor het geval TT een beroep op hem zou doen. Van opgenomen verlof is dan ook geen sprake geweest.
5.De beslissing
- het bruto bedrag gelijk aan 175,48 verlofuren, naast de in 2020 opgebouwde verlofuren;