ECLI:NL:RBOVE:2020:173

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 januari 2020
Publicatiedatum
21 januari 2020
Zaaknummer
08.176153.19 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere woninginbraken en diefstal door een 24-jarige man uit Almere

Op 21 januari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 24-jarige man uit Almere, die werd beschuldigd van meerdere woninginbraken en diefstal. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De zaak betreft een reeks inbraken die plaatsvonden op 22 juli 2019 in de plaatsen Hasselt en Vollenhove. De verdachte, samen met twee mededaders, heeft geprobeerd in te breken in een woning en is daarbij betrapt. Tijdens de inbraken zijn verschillende goederen, waaronder sieraden en geld, gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot diefstal, diefstal in woningen en schuldheling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het recidive verleden van de verdachte meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft een pro-criminele houding getoond. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte ook is verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van de inbraken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.176153.19 (P)
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,
wonende in [adres 1] ,
thans verblijvende: P.I. Arnhem te Arnhem.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 oktober 2019 en 7 januari 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.M. Stad en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J.J. Veldheer, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, na een nadere omschrijving van de tenlastelegging van 7 januari 2020, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:alleen of samen met anderen heeft geprobeerd om gedurende de nacht uit een woning aan [adres 2] in Hasselt goederen te stelen door daar in te breken;
feit 2:alleen of samen met anderen gedurende de nacht heeft ingebroken in een woning aan [adres 3] in Hasselt en daar sieraden, een kentekenbewijs en/of een geldbedrag van € 3,50 heeft gestolen;
feit 3:alleen of samen met anderen gedurende de nacht heeft ingebroken in een woning aan [adres 4] in Hasselt en daar Sonos geluidsboxen, een geldbedrag van 110 euro en/of sieraden heeft gestolen;
feit 4:alleen of samen met anderen in Hasselt een auto heeft opengebroken en daaruit een portemonnee, met daarin een bedrag van 507 Kroatische Kuna, heeft gestolen;
feit 5:alleen of samen met anderen gedurende de nacht heeft ingebroken in een woning aan [adres 5] in Vollenhove en daar sieraden en/of herdenkingsmunten, een geldbedrag van ongeveer € 6500,- en/of een kluis heeft gestolen
of
een herdenkingsmunt, type ‘Vincent van Gogh’ in zijn bezit heeft gehad terwijl hij wist of had moeten weten dat deze munt afkomstig was van diefstal;
feit 6:alleen of samen met anderen gedurende de nacht heeft ingebroken aan een woning aan [adres 6] in Vollenhove en daar sieraden en/of herdenkingsmunten heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 22 juli 2019, in Hasselt, gemeente Zwartewaterland, in ieder geval in Nederland,
in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming, immers heeft/hebben verdachten een of meer ramen verbroken/opengebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2
hij op of omstreeks 22 juli 2019, in Hasselt, gemeente Zwartewaterland, in ieder geval in Nederland,
in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan [adres 3] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meerdere sierraden, waaronder een ring en/of een kentekenbewijs van een auto met kenteken [kenteken] en/of een geldbedrag, te weten 3,50 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 2] en/of [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel;
3
hij op of omstreeks 22 juli 2019, in Hasselt, gemeente Zwartewaterland, in ieder geval in Nederland,
in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een of meerdere geluidsboxen van het merk Sonos,
- een geldbedrag van 110 euro, althans enig geldbedrag, en/of
- een of meerdere sierraden, waaronder drie zilveren armbanden en/of 1 gouden armband,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [aangever 4] en/of [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel;
4
hij op of omstreeks 22 juli 2019, te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een portemonnee, met daarin een geldbedrag van 507 kuna, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangeefster] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, of inklimming;
5
hij in of omstreeks de periode van 5 juli 2019 tot en met 8 juli 2019, in Vollenhove, gemeente Steenwijkerland, in ieder geval in Nederland,
in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan [adres 5] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meerdere sierraden en/of (herdenkings)munten, een geldbedrag van ongeveer 6500 euro en/of een kluis, van het merk Guard, type M80e (zoals vermeld in het PV met nummer 2019301990-1 op pagina 209), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 5 juli 2019 tot en met 21 augustus 2019, te Vollenhoven, gemeente Steenwijkerland en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, een goed, te weten een (herdenkings)munt, type ‘Vincent van Gogh’ heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij/zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2019 tot en met 21 juli 2019, in Vollenhove, gemeente Steenwijkerland, in ieder geval in Nederland,
in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan [adres 6] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meerdere sierraden en/of (herdenkings)munten (zoals vermeld in het PV met nummer 2019323442-1 op pagina 321),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel.
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen
4.1 Inleiding
Op 22 juli 2019 omstreeks 4:50 uur is bij de politie een melding binnengekomen van [getuige 1] dat er drie personen op straat liepen in Hasselt. Eén persoon had een grote koevoet in zijn handen en een andere persoon had een tasje bij zich. De personen waren donker gekleed, droegen allen een petje en hadden aandacht voor auto’s en woningen. Naar aanleiding van deze melding zijn meerdere eenheden van de politie ter plaatse gegaan. Nadat de betreffende woonwijk is afgezet, zijn enkele agenten te voet de wijk ingegaan. Vervolgens zijn drie personen aangehouden, waaronder verdachte. In de loop van de dag bleek dat er was ingebroken in woningen aan [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] te Hasselt en dat sprake was een diefstal uit een auto op de oprit van [adres 7] te Hasselt. Uit de administratie van de politie bleek dat ook eerder in juli 2019 diverse woninginbraken waren gepleegd in Hasselt en Vollenhove.
4.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3, 5 primair en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De officier van justitie heeft zich daarbij gebaseerd op de aangiftes en telecomgegevens in combinatie met de aanwezigheid van verdachte in Hasselt in de nacht van 22 juli 2019, de omstandigheid dat er sprake is van meerdere woninginbraken waarbij gestolen spullen, schoensporen dan wel werktuigsporen zijn aangetroffen die gelinkt kunnen worden aan verdachte of zijn medeverdachten. Het bewijs voor de onder 1 ten laste gelegde poging waarbij verdachten ter plaatse zijn aangetroffen, heeft de officier van justitie als schakelbewijs gebruikt voor het onder 2 en 3 ten laste gelegde, waarbij het ook om woninginbraken in de nacht van 22 juli 2019 gaat. Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte hierbij betrokken was.
4.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 en onder 5 subsidiair ten laste gelegde geen bewijsverweer gevoerd.
Ten aanzien van het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat de feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Alleen het aantreffen van verdachte in Hasselt op 22 juli 2019 en de telefoongegevens zijn onvoldoende om tot een veroordeling voor deze feiten te komen, omdat hieruit niet blijkt of verdachte betrokken is geweest bij de feiten, welke rol hij daarbij zou hebben gehad en of deze rol gewichtig genoeg is om te komen tot een veroordeling voor medeplegen. De documentatie van verdachte kan geen rol spelen bij het vaststellen van zijn betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten. Een schakelconstructie kan daarom niet worden gehanteerd.
Ook ten aanzien van het onder 5 primair en onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat uit het dossier niet blijkt of verdachte betrokken is geweest bij de feiten, welke rol hij daarbij zou hebben gehad en of deze rol gewichtig genoeg is om te komen tot een veroordeling voor medeplegen.
4.4 Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 7 januari 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het op ambtseed door verbalisant [verbalisant 1] opgemaakt proces-verbaal van aangifte [aangever 1] d.d. 22 juli 2019, pagina 361-362 uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2019412695.
Feit 2 tot en met 4
Op 22 juli 2019 heeft [aangever 2] aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan [adres 3] te Hasselt. In de woning is forensisch onderzoek gedaan, waarbij onder meer een werktuigspoor op de afgebroken cilinder van het slot van de voordeur is veiliggesteld.
Op 2 augustus 2019 heeft [aangever 4] aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan [adres 4] te Hasselt. In de woning is forensisch onderzoek gedaan, waarbij onder meer een werktuigspoor van vermoedelijk een breekijzer op de onderkant van de ligger van een geforceerd raam en een schoenspoor dat kennelijk was achtergebleven bij het naar binnen/buiten klimmen door het geforceerde inklimraam zijn veiliggesteld.
Op 23 juli 2019 heeft [aangeefster] aangifte gedaan en verklaard dat zij op 22 juli 2019 om 7:15 uur ’s ochtends ontdekte dat enkele goederen uit haar auto in Hasselt waren gestolen, waaronder 507 Kroatische Kuna. Bij medeverdachte [medeverdachte 1] is door de politie 500 Kuna aangetroffen en in beslag genomen.
Ook in de woning aan [adres 2] te Hasselt (feit 1) is forensisch onderzoek gedaan, waarbij onder meer een indruk van een werktuig (breekijzer) en enkele schoensporen zijn veiliggesteld.
Getuige [getuige 1] heeft gezien dat drie personen ’s nachts gezamenlijk over straat liepen met bijzondere interesse voor woningen en auto’s.
Door getuige [getuige 2] is gezien dat twee mannen naast de dakkapel op het dak van de woning aan [adres 2] zaten. Zij verklaart dat één van de mannen op het dak zat en de ander stond nog omgedraaid op handen en voeten alsof hij door het raam naar binnen wilde of er net uit kwam. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij één van deze twee personen was. Vanuit haar woning zag zij dat de twee mannen wegrenden en dat de politie een derde man met een hond in bedwang hield. De rechtbank begrijpt dat die derde man [medeverdachte 1] is.
Naar aanleiding van de melding van getuige [getuige 1] is de wijk rondom [adres 2] is door de politie afgezet. Kort na de melding worden drie personen aangehouden, waaronder verdachte.
Verdachte rende weg voor de politie en had zich verstopt voordat hij werd aangehouden. Bij [medeverdachte 1] wordt, naast de hoeveelheid Kuna’s als hiervoor al vermeld, ook inbrekerswerktuig aangetroffen en in beslag genomen.
De rechtbank stelt, op grond van het voorgaande en de verklaring van verdachte ter terechtzitting, vast dat verdachte en diens medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de nacht van 21 op 22 juli 2019 gezamenlijk met de auto naar Hasselt zijn gegaan met het plan om daar inbraken te gaan plegen.
Door de politie is onderzoek verricht naar de in de woningen aangetroffen sporen. Hieruit volgt dat de bij de woninginbraken aan [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] aangetroffen braaksporen zijn veroorzaakt door het onder [medeverdachte 1] in beslag genomen gereedschap.
In de woning aan [adres 4] is daarnaast ook een schoenspoor aangetroffen dat mogelijk is veroorzaakt door de rechterschoen van [medeverdachte 1] .
In de woning aan [adres 2] zijn drie schoensporen veiliggesteld die zijn veroorzaakt door een schoen soortgelijk aan de rechterschoen van [medeverdachte 2] .
Uit onderzoek blijkt verder dat door verdachte foto’s zijn gemaakt met zijn mobiele telefoon, waaronder een foto door een brievenbus met de GPS-locatie [adres 3] te Hasselt, gemaakt op 22 juli 2019 om 02:49 uur.
In een tuin naast de woning aan [adres 2] , is een uit de woning aan [adres 3] weggenomen ring aangetroffen. In een speeltuintje naast de [adres 8] – eveneens in de buurt van de woning aan [adres 2] en nabij een erf waarop getuige [getuige 1] de drie personen onder meer heeft gezien – zijn goederen aangetroffen die uit de auto aan [adres 7] zijn weggenomen.
Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, staat naar het oordeel van de rechtbank buiten redelijke twijfel vast de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan onder 2 tot en met 4 ten laste gelegde feiten, in vereniging gepleegd, met uitzondering van de onder 4 ten laste gelegde braak, verbreking of inklimming.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte, inhoudende dat hij alleen betrokken was bij de onvoltooide woninginbraak aan [adres 2] en de rest van de tijd rondjes heeft gelopen of ergens heeft gezeten, onvoldoende aannemelijk, concreet en verifieerbaar, in het bijzonder in het licht van zijn eigen verklaring dat hij samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Hasselt is gereden met het doel om daar woninginbraken te plegen en de foto op zijn telefoon met de GPS-locatie van of nabij twee andere woninginbraken. De verklaring dat hij zijn telefoon die nacht zou hebben uitgeleend, passeert de rechtbank als niet concreet en niet verifieerbaar, nu verdachte niet heeft willen verklaren aan wie hij zijn telefoon zou hebben uitgeleend.
Feit 5
De rechtbank is van oordeel dat verdachte van het onder 5 primair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, omdat de bij verdachte aangetroffen munt niet zodanig uniek is dat met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat deze afkomstig is van de woninginbraak aan [adres 5] te Hasselt. De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring van het onder 5 subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank stelt vast dat in de woning van verdachte in [woonplaats] een Vincent van Gogh herdenkingsmunt is aangetroffen. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij deze herdenkingsmunt heeft gekregen van een vriend die zich bezig houdt met diefstallen en dat hij zelf geen munten verzamelt. Gelet op deze feiten en omstandigheden rustte op de verdachte ten tijde van het verkrijgen van de herdenkingsmunt een onderzoekplicht, waar hij niet aan heeft voldaan. Onder die omstandigheden heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldheling.
Feit 6
Uit het hiervoor over de feiten één tot en met vier overwogene is gebleken dat verdachte in de nacht van 22 juli 2019 samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op pad is gegaan om woninginbraken te plegen.
Op 21 juli 2019 heeft [aangever 7] aangifte gedaan van woninginbraak in zijn woning in de nacht daarvoor aan de [adres 6] te Vollenhove. In de woning is forensisch onderzoek gedaan, waarbij onder meer een indruk van een werktuig (vermoedelijk een schroevendraaier) en enkele schoensporen zijn veiliggesteld.
In het werktuigsporenonderzoek is geconcludeerd dat deze indruk waarschijnlijk is veroorzaakt door een – op 22 juli 2019 – onder [medeverdachte 1] in beslag genomen schroevendraaier.
In de nacht van 20 op 21 juli 2019 maken de telefoons van verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] allemaal contact met een telefoonmast in Vollenhove.
Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, waaronder ook hetgeen genoemd is in de overwegingen met betrekking tot het bewijs ter zake van de feiten 1 tot en met 4, in onderlinge samenhang bezien, in combinatie met de omstandigheid dat de veiliggestelde schoensporen zijn veroorzaakt door schoenen soortgelijk aan de rechterschoen van verdachte respectievelijk [medeverdachte 2] , staat naar het oordeel van de rechtbank buiten redelijke twijfel vast de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan onder 6 ten laste gelegde woninginbraak, in vereniging gepleegd.
4.5 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1
hij op 22 juli 2019, in Hasselt, gemeente Zwartewaterland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, te weten de woning gelegen aan [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak immers hebben verdachten een raam opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 22 juli 2019, in Hasselt, gemeente Zwartewaterland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, te weten de woning gelegen aan [adres 3] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, tezamen en in vereniging met anderen, meerdere sieraden, waaronder een ring en een geldbedrag, te weten 3,50 euro, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [aangever 2] en/of [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
3
hij op 22 juli 2019, in Hasselt, gemeente Zwartewaterland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, te weten de woning gelegen aan [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, tezamen en in vereniging met anderen,
- meerdere geluidsboxen van het merk Sonos,
- een geldbedrag van 110 euro, en
- meerdere sieraden, waaronder drie zilveren armbanden en 1 gouden armband,
die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [aangever 4] en/of [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
4
hij op 22 juli 2019, te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, een portemonnee, met daarin een geldbedrag van 507 kuna, die geheel aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [aangeefster] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij in de periode van 5 juli 2019 tot en met 21 augustus 2019, te Almere, een goed, te weten een munt, type ‘Vincent van Gogh’ heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6
hij in de periode van 20 juli 2019 tot en met 21 juli 2019, in Vollenhove, gemeente Steenwijkerland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, te weten de woning gelegen aan [adres 6] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, tezamen en in vereniging met anderen, meerdere sierraden en (herdenkings)munten, die geheel aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [aangever 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikelen 45, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
poging tot diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 2
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 3
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 4
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen
feit 5 subsidiair
het misdrijf:
schuldheling
feit 6
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
6. De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
7. De op te leggen straf of maatregel
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het onder 1, 2, 3, 5 primair en 6 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte ter zake het onder 1 en 5 subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Gelet op de duur van dit voorarrest heeft de raadsman verzocht de voorlopige hechtenis bij vonnis op te heffen.
7.3 De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot woninginbraak, drie voltooide woninginbraken en diefstal uit een auto. Vier van deze delicten hebben plaatsgevonden in dezelfde nacht. Verdachte en zijn mededaders zijn bewust op pad gegaan om inbraken te plegen. Zij hebben in de woningen alles overhoop gehaald en sloten van deuren dan wel ramen vernield. Verdachte heeft geen oog gehad voor het leed en de overlast voor de slachtoffers en alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin. Woninginbraken veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest. Bovendien zijn bij de slachtoffers voorwerpen met voor hen emotionele waarde, zoals sieraden weggenomen. Daarnaast zorgt dit soort feiten ook bij anderen dan de slachtoffers voor gevoelens van onveiligheid. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldheling en hiermee meegewerkt aan de instandhouding van gepleegde criminaliteit. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte aan.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 januari 2020 blijkt dat verdachte een uitgebreid verleden heeft op het gebied van vermogensdelicten, al op jonge leeftijd voor het eerst in aanraking is gekomen met politie en justitie en in 2015 en 2017 onherroepelijk is veroordeeld wegens woninginbraak.
De rechtbank neemt bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als vertrekpunt. Het LOVS geeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van woninginbraak, waarbij sprake is van recidive, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden. Echter, de omstandigheden waaronder de inbraken/diefstallen zijn gepleegd maken dat onverkorte toepassing van de oriëntatiepunten onvoldoende recht zouden doen aan de ernst van de feiten.
Het reclasseringsrapport van 2 oktober 2019 meldt dat sprake is van een hardnekkig delictpatroon betreffende vermogensdelicten. Verdachte lijkt de delicten voornamelijk te hebben gepleegd vanuit financieel oogpunt. Hij heeft momenteel geen beschikking over een inkomen en een dagbesteding. Ook is er sprake van een pro-crimineel netwerk en een pro-criminele houding. In het verleden is verdachte resoluut geweest in het afwijzen van reclasseringstoezicht, maar nu heeft verdachte in het gesprek met de reclassering aangegeven zich te kunnen en willen conformeren aan bijzondere voorwaarden. In hoeverre zijn houding momenteel sociaal wenselijk is, omdat hij lijdensdruk ervaart door zijn verblijf in detentie vindt de reclassering moeilijk in te schatten. De reclassering ziet wel mogelijkheden tot het uitvoeren van toezicht en adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden en duidelijke uitvoerbaarheid.
De rechtbank heeft echter weinig vertrouwen in de recidive beperkende voorwaarde van het opleggen van reclasseringstoezicht. Verdachte heeft een langdurig strafrechtelijk verleden en lijkt berekenend zijn proceshouding te bepalen door eerst ter zitting een deels bekennende verklaring af te leggen en voor het overige geen openheid van zaken te geven. Met deze houding neemt hij geen verantwoordelijkheid voor zijn eigen handelen. Ook over zijn persoonlijke omstandigheden wil verdachte ter zitting nauwelijks in gesprek. Daar komt bij dat de rechtbank in dit geval van oordeel is dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. In het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling kan verdachte de hulp en ondersteuning krijgen die hij nodig heeft als hij zijn leven wil veranderen en wil stoppen met het plegen van strafbare feiten, zoals hij heeft aangekondigd.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend en geboden. De tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering worden gebracht.
8. De schade van benadeelden
8.1 De vordering van de benadeelde partij
[aangever 2]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 540,43, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit reiskosten in verband met het onderbreken van een vakantie.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 500,- gevorderd.
[aangeefster]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 75,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de waarde van het bedrag van 507 Kuna die uit de auto is gestolen.
[aangever 6]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.909,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- kluis Guard M80E € 59,95;
- contant geld € 6.500,-.
De benadeelde partij heeft hierop € 950,- in mindering gebracht, omdat dit bedrag door de verzekering is vergoed.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 300,- gevorderd.
8.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [aangever 2] geheel dient te worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [aangeefster] niet-ontvankelijk in haar vordering dient te worden verklaard, omdat de officier van justitie voor het onder 4 ten laste gelegde vrijspraak heeft gevorderd. Tot slot heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [aangever 6] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 500,- voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Ten aanzien van de gevorderde materiële schade dient [aangever 6] niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat deze vordering leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure.
8.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen af te wijzen, omdat voor het onder 2, 4 en 5 ten laste gelegde vrijspraak is bepleit.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht [aangever 2] ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering wegens gebrek aan onderbouwing en [aangeefster] en [aangever 6] geheel niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering wegens gebrek aan onderbouwing.
8.4 Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [aangever 2]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij . De opgevoerde materiële schadepost is voldoende onderbouwd en niet betwist.
De opgevoerde immateriële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat van de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd dat deze is te beschouwen als een ‘aantasting van de persoon op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Dat een woninginbraak kan zorgen voor gevoelens van boosheid, onveiligheid en angst bij de bewoners staat buiten kijf. De impact van een dergelijk gebeuren moet niet worden onderschat. Hiermee is echter een recht op schadevergoeding nog niet gegeven. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal het gevorderde toewijzen tot een bedrag van € 40,43, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [aangeefster]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is niet komen vast te staan dat verdachte door het onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij , omdat de officier van justitie heeft toegezegd dat het bij medeverdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen geldbedrag aan de benadeelde partij zal worden teruggegeven.
De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [aangever 6]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is niet komen vast te staan dat verdachte door het onder 5 subsidiair bewezenverklaarde feit (heling van een Vincent van Gogh herdenkingsmunt) rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij .
De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5 De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [aangever 2] heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen ten aanzien van de benadeelde partij [aangever 2] , aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
9. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr.
10. De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 5 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
poging tot diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 2
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 3
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 4
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen
feit 5 subsidiair
het misdrijf:
schuldheling
feit 6
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair en 6 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 2], (feit 2): van een bedrag van € 40,43 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 40,43,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2019 ten behoeve van de benadeelde, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [aangever 2] (feit 2): voor een deel van € 500,- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[aangeefster](feit 4): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[aangever 6](feit 5): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mrs. A. van Holten en C.A. Peterzon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.H. van den Ham-Pool, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2020.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2019412695. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 7 januari 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, alsverklaring van verdachte:
In de nacht van 22 juli 2019 was ik in Hasselt. Ik was daar ook heengegaan met de bedoeling om inbraken te plegen. Ik ben samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Hasselt gereden in de auto van de broer van [medeverdachte 2] .
Ik heb in de nacht van 21 op 22 juli 2019 ingebroken in de woning aan [adres 2] in Hasselt. Ik ben één van de personen die daar op het dak van [adres 2] is gezien door getuige [getuige 2] .
De Vincent van Gogh herdenkingsmunt die bij mij in beslag is genomen op 21 augustus 2019 heb ik gekregen van een vriend die zich bezig houdt met diefstallen. Ik verzamel geen munten.
2.
Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 421 en 425, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Goederen zijn tijdens een doorzoeking op 21 augustus 2019 onder leiding van een rechter-commissaris in de woning van verdachte [verdachte] ( [adres 1] ) in beslag genomen.
Goednummer: PLO600-2019324592-2061356
Bijzonderheden: Zilverkleurige munt met afbeelding van Vincent van Gogh en waar zijn naam ook op staat vermeld.
3.
Het proces-verbaal vanforensisch onderzoekwoning van 13 augustus 2019, pagina 363-368, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Alle hierna genoemde plaatsaanduidingen zijn staand op de [adres 2] , kijkend naar perceel met [adres 2] . Ik zag dat aan de onderzijde van het keukenraam een (l) indruk van een werktuig stond. Ik heb deze indruk veiliggesteld.
SIN: AAJB6487NL. Spooromschrijving: Breekijzer.
4.
Hetproces-verbaal van aangiftevan [aangever 2] d.d. 1 augustus 2019, pagina 374-375, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Onze buurvrouw was zondag 21 juli 2019 nog langs onze woning gewandeld en toen was haar niets opgevallen en op 22 juli 2019 zag ze dat het slot van de voordeur opengebroken was. Uit het sieradendoosje van mijn vrouw mist een zilverkleurige ring met daarop 2 gekleurde pareltjes. U liet ons een foto zien van een ring die aan de [adres 2] is gevonden, dit is inderdaad de ring van mijn vrouw. Verder missen wij op dit moment uit een bewaarsetje met euromunten een munt van 50 cent, van 1 euro en van 2 euro.
5.
Het proces-verbaal vanforensisch onderzoekwoning ( [adres 3] Hasselt) d.d. 24 juli 2019, pagina 378-380, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij zagen op een tafel in de gang van de woning twee delen van een afgebroken cilinder. Wij hebben de beide delen veiliggesteld ten behoeve van vergelijkend
vervolgonderzoek. SIN: AAMQ8943NL. Plaats veiligstellen: op de afgebroken cilinder.
6.
Hetproces-verbaal van aangiftevan [aangever 4] d.d. 2 augustus 2019, pagina 383-384, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zondag 14 juli 2019 omstreeks 05:00 heb ik de woning verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op maandag 22 juli 2019 vertelde de politie mij dat er ingebroken was in mijn woning. Wij zagen dat het raam aan de tuinzijde achterkant woning vernield was. Wij zagen schade aan het kozijn en dat een van de dievenklemmen was afgeknapt. Uit de woonkamer zijn 2 witte Sonos geluidsboxen weggenomen. Er is ongeveer 60,00 euro aan contant geld weggenomen. Uit de slaapkamer is ook een biljet van 50,00 euro weggenomen. Uit onze slaapkamer zijn drie zilveren kinderarmbandjes en een geel gouden armband en bijpassende ketting weggenomen. Ook stond er een bakje met wat sieraden van goud en zilver. Bakje heb ik leeg terug gevonden.
7.
Het proces-verbaal vanforensisch onderzoekwoning ( [adres 4] Hasselt) d.d. 24 juli 2019, pagina 387-389, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij zagen dat het raam van de woonkamer, aan de achterkant van de woning, was geforceerd. Wij zagen namelijk beschadigingen in de ligger van het raam. Deze waren veroorzaakt door het wrikken met vermoedelijk een breekijzer. Deze sporen hebben wij veiliggesteld. SIN: AAMQ8939NL. Spooromschrijving: Breekijzer. Plaats veiligstellen: Onderkant van ligger geforceerd raam.
Op de vensterbank aan de buitenkant van de woning zagen wij schoensporen. Kennelijk achtergebleven bij het naar binnen/buiten klimmen door het geforceerde inklimraam. Wij hebben deze sporen veiliggesteld. SIN: AAMQ8937NL.
8.
Hetproces-verbaal van aangiftevan [aangeefster] d.d. 23 juli 2019, pagina 391-392, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 22 juli 2019 omstreeks 07:15 uur liep ik naar de auto. Uit het dashboardkastje aan de rechterkant van de auto is een portemonnee gehaald. In de deze portemonnee zat ongeveer 507,- Kuna, dit is Kroatisch geld. In het linker dashboardkastje zat een Extran portemonnee met zekeringen van de auto. Deze is ook weggenomen.
9.
Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 397
Tijdens de fouillering is dit geld bij verdachte ( [medeverdachte 1] ) aangetroffen.
Bijzonderheden: 2x200 / 1x50 / 2 x 20 / 1 x 10 Kuna.
10.
Het proces-verbaal vanaangiftevan 22 juli 2019 met bijlage, pagina 318-323, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 20 juli 2019 rond 08:45 uur, heb ik de woning aan de [adres 6] in Vollenhove verlaten. Ik heb de woning volledig afgesloten. Ik ben de gehele dag weggeweest en op 21 juli 2019 rond 03:55 uur, kwam ik weer thuis. Toen ik de garagedeur opende, zag ik dat het cilinderslot was afgebroken.
Bijlage weggenomen goederen: armband, ring met drie rode steentjes, ring met groene steentjes, oorknopje met hanger, oorknopje met parel, oorsieraad, ketting met hanger, ketting met schakeltjes, schakelkettinkje, Zeeuws armbandje, bedelketting, schakelketting, bedelarmband, 3x 10-gulden herdenkingsmunt, 4x zilveren rijksdaalders, 10x zilveren gulden, 3x gouden 5 gulden muntstuk, 2x herdenkingseuro.
11.
Het proces-verbaal vanforensisch onderzoekwoning ( [adres 6] Vollenhove), pagina 331-334, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:Ik zag dat de garagedeur van de woning was opengebroken. Ik zag namelijk dat het deurschild aan de buitenzijde van de garagedeur was verbogen. Tevens zag ik dat de slotcilinder, aan de buitenzijde, was afgebroken. Op de buitenzijde van de garagedeur, zag ik ter hoogte van het verbogen deurschild, meerdere indrukken van het wrikken met een breekvoorwerp, vermoedelijk een schroevendraaier. Door mij werd een indruk veiliggesteld aan de buitenzijde van de garagedeur, ter hoogte van het vernielde deurschild, spoornummer: PL0600-2019323442-145865, SIN: AAMQ8929NL.
12.
Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 399, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Omstandigheden: Alle spullen bij de verdachte aangetroffen tijdens zijn aanhouding.
Beslagene: [medeverdachte 1]
Goednummer: PL0600-2019324592-2039094
Object: Breekijzer
Kleur: Rood
Goednummer: PL0600-2019324592-2039102
Object: Schroevendraaier
Goednummer: PL06-2019324592-2039106
Object: Handgereedschap (sleutel)
Inhoud: steeksleutel verstelbaar.

13.Het proces-verbaal van bevindingen inbeslagname schoenend.d. 2 december 2019Uit mijn onderzoek is gebleken dat de schoenen welke de verdachten aan hadden, tijdens de aanhouding, allen op het politiebureau te Zwolle in beslag zijn genomen.Ik heb de schoenen in mijn proces-verbaal, PD-ONDERZOEK onder volgnummer 25, als sporendragers bijgevoegd.

14.
Het proces-verbaal vanforensisch onderzoekwoning van 13 augustus 2019, pagina 363-368, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De volgende sporen en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Goednummer: PL0600-2019324592-2039083
SIN: AAML0035NL
Object: Schoeisel (Schoen)
Bijzonderheden: [medeverdachte 2] .
Goednummer: PLO600-2019324592-2039088
SIN: AAML0034NL
Object: Schoeisel (Sport)
Bijzonderheden: [medeverdachte 1]
Goednummer
:PLO600-2019324592-2039089
SIN: AAML0036NL
Object: Schoeisel (Schoen)
Bijzonderheden: [verdachte]
Goednummer: PL0600-2019324592-2039094
SIN: AAML0027NL
Object: Breekijzer
Kleur: Rood
Goednummer: PL0600-2019324592-2039102
SIN: AAML0028NL
Object: Schroevendraaier
Goednummer: PL06-2019324592-2039106
SIN: AAML0031NL
Object: Handgereedschap (sleutel)
Inhoud: steeksleutel verstelbaar.

15.Het proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoekd.d. 20 augustus 2019Op grond van het vergelijkend werktuigsporenonderzoek concludeer ik dat:• De afgevormde werktuigsporen, veiliggesteld vanaf de woning aan [adres 2] te Hasselt, SIN AAJB6487NL zijn veroorzaakt met breekijzer, SIN AAML0027NL;

• De afgevormde werktuigsporen in het afgebroken slotcilinderdeel, veiliggesteld vanaf de woning aan [adres 3] te Hasselt, SIN AAMQ8943NL, zijn veroorzaakt met de verstelbare schroefsleutel, SIN AAML0031NL;
• De afgevormde werktuigsporen, veiliggesteld vanaf de woning aan [adres 4] te Hasselt, SIN AAMQ8939NL, zijn veroorzaakt met breekijzer SIN AAML0027NL.
• De afgevormde werktuigsporen, veiliggesteld vanaf de woning aan de [adres 6] te Vollenhove, SIN AAMQ8929NL, waarschijnlijk zijn veroorzaakt met de schroevendraaier, SIN AAML0028NL.
16.
Het proces-verbaalvergelijkend schoensporenonderzoekd.d. 13 augustus 2019, pagina 85-93 en hetaanvullend proces-verbaalvan 28 november 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:Op grond van het vergelijkend schoenspooronderzoek concludeer ik dat:
- het schoenspoor gewaarmerkt AAMQ8937NL ( [adres 4] ) mogelijk is veroorzaakt met de rechterschoen van een paar schoenen, merk Nike, gewaarmerkt AAML0034NL, in beslag genomen onder [medeverdachte 1] ;
- het schoenspoor gewaarmerkt AAMQ8930NL ( [adres 6] ) is veroorzaakt met een schoen soortgelijk aan de rechterschoen van een paar schoenen, merk Valentino, gewaarmerkt AAML0036NL, in beslag genomen onder [verdachte] ;
- het schoenspoor gewaarmerkt AAMQ8931NL ( [adres 6] ) is veroorzaakt met een schoen soortgelijk aan de rechterschoen van een paar schoenen, merk Prada, gewaarmerkt AAML0035NL, in beslag genomen onder [medeverdachte 2] ;
- de schoensporen gewaarmerkt AAML0038NL, AAML0039NL en AAML0040NL (Rietsnit 31) zijn veroorzaakt met een schoen soortgelijk aan de rechterschoen van een paar schoenen, merk Prada, gewaarmerkt AAML0035NL, in beslag genomen onder [medeverdachte 2] .
17.
Het proces-verbaal vanbevindingend.d. 11 augustus 2019 betreffende de in beslag genomen telefoons, pagina 31, 33, 48
In de telefoons waren diverse GPS coördinaten vastgelegd.
[verdachte] , GPS coördinaten
22/7 02:49 – fotonummer 3366 – GPS-locatie Hasselt, [adres 3] .
18.
Hetproces-verbaal van aanhoudingvan 24 juli 2019, pagina 132-134, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 22 juli 2019 omstreeks 05.15 uur zagen wij verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , ter hoogte van [straat 1] een man staan die voldeed aan het eerder opgegeven signalement. Hij rende weg. De verdachte had donkere kleding aan en droeg een bril en een donkere pet. Wij riepen naar de verdachte ''Politie staan blijven'' althans woorden van gelijke strekking. Vervolgens renden wij achter de verdachte aan. Ik, [verbalisant 2] , zag de verdachte staan.
Hij had zich verstopt tussen het schuurtje en de struiken aldaar. Omstreeks 05:17 uur, hielden wij op de locatie [straat 2] Hasselt, binnen de gemeente Zwartewaterland, als verdachte aan: [verdachte] .
19.
Hetproces-verbaal van aanhoudingvan 22 juli 2019, pagina 161-163, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 22 juli 2019 omstreeks 05:35 uur, hielden wij op de locatie [straat 3] Hasselt, binnen de gemeente Zwartewaterland, als verdachte aan: [medeverdachte 2] .
20.
Hetproces-verbaal van aanhoudingvan 22 juli 2019, pagina 185-186, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 22 juli 2019 kregen wij het verzoek van de meldkamer Oost Nederland om naar de [adres 7] te Hasselt te gaan. Door de meldkamer werden we zo aangestuurd dat we de wijk waarin de personen liepen af konden zetten. Omstreeks 05:10 uur, hield ik op de locatie [adres 2] , Hasselt, binnen de gemeente Zwartewaterland, als verdachte aan: [medeverdachte 1] . Ik kon de verdachte middels de hond aanhouden.
21.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 1]van 22 juli 2019, pagina 81, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 22 juli 2019 omstreeks 04:49 uur heb ik naar buiten gekeken vanuit het raam. Dit raam heeft zicht op de [adres 7] . Ik zag toen 3 personen buiten lopen. Ik zag dat 1 van de personen een grote koevoet in zijn handen had. Ik zag dat er ook een persoon bij liep welke een tasje bij zich had. Ik zag dat de personen in het donker waren gekleed en allen een petje droegen. Ik zag dat ze aandacht voor de auto's en woningen hadden. Ik heb ik ieder geval gezien dat ze aan de bus van [naam] hebben gezeten. Hij woont op [adres 7] .
22.
Het proces-verbaal vanbevindingenvan 22 juli 2019, pagina 76, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hierna wees [getuige 1] mij een woning aan waarvan hij heeft gezien dat de personen ook op het erf van deze woning waren geweest. Betrof een de hoekwoning op de [adres 8] aan de rechterzijde, [adres 8] .
23.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 2]d.d. 22 juli 2019, pagina 371, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben woonachtig aan de [adres 9] te Hasselt. Op maandag 22 juli 2019 omstreeks 5.25 uur zag ik 2 mannen naast de dakkapel op het dak van de woning aan [adres 2] zitten. Ik zag dat één van de mannen op het dak zat en de ander stond nog omgedraaid op handen en voeten alsof hij door het raam naar binnen wilde of er net uit kwam. Ik zag vervolgens dat ze van het dak af sprongen de tuin in. Ik zag vervolgens dat beide mannen door de tuin liepen en over de schutting aan de achterzijde van de tuin klommen. Volgens mij is 1 van de mannen over de schutting geklommen van de buren op [adres 2] en de ander van de buren op [nummer] Ik zag door het bovenraam aan de voorzijde dat politie met een hond een man in bedwang hield.
24.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 22 juli 2019, pagina 381, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:Ik hoorde van collega [verbalisant 4] dat er in de tuin van de [adres 2] een ring en een euro munt waren aangetroffen. Ik stuurde collega [verbalisant 5] een foto van het ringetje en van de 1-euro munt met het verzoek om deze aan de bewoners van [adres 3] te laten zien. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , ontving de genoemde foto van het ringetje en van de 1-euro munt op mijn telefoon van collega [verbalisant 1] toen ik ter plaatse was aan [adres 3] . Ik liet deze foto zien aan de bewoners van het laatst genoemde adres. Ik hoorde dat de bewoners daar aangaven dat deze ring inderdaad uit hun woning weggenomen was en dat deze hun eigendom was.
25.
Het proces-verbaal vanbevindingend.d. 22 juli 2019, pagina 76, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:In het naast de woning aan de [adres 8] te Hasselt gelegen speeltuintje zag ik bij een bankje een blauwe portemonnee met rode bies met opschrift Extran liggen. Tevens trof ik een zonnebril aan van het merk Prego, een brillenkoker van het merk Prego en een brillenpoetsdoekje met opschrift Kale optiek.
26.
Het proces-verbaal vanbevindingenvan 24 juli 2019, pagina 394, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:Op het speelveldje lag ook een Prego zonnebril met brillenkoker met poetsdoekje van optiek Kale. Ik heb op 24 juli 2019 gebeld met benadeelde [naam] en gevraagd of hij mogelijk ook een zonnebril miste uit de auto.
Hij verklaarde mij als volgt: "Ik had nog geen zonnebril gemist. Ik heb wel een zonnebril in koker maar wist zelf niet of ik deze in de auto had liggen of in huis. Het betrof een zonnebril van Pregoin een brillenkoker en ik heb deze gekocht bij optiek Kale. Ik zit nu in de auto en ik zie inderdaad dat hij niet meer in de auto ligt".
26.
Het proces-verbaal betreffendehistorische telefoongegevensd.d. 7 augustus 2019, pagina 25-30, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De door verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ten tijde van de aanhouding bij zich gedragen telefoons werden in beslag genomen. Ik heb gekeken met welke zendmasten de telefoons in de maand juli 2019 contact maakten en dan
met name ’s nachts tussen 23:00 en 07:00 uur en buiten hun eigen woonplaats [woonplaats] . Verdachte [verdachte] : 21 juli 2019, 05:30 uur, Vollenhove.
Verdachte [medeverdachte 1] : 21 juli 2019, 02:24 uur en 02:26 uur, Vollenhove.
Verdachte [medeverdachte 2] : 21 juli 2019, 01:36 uur, Vollenhove.
28.
Het proces-verbaal vandoorzoekingter inbeslagneming d.d. 21 augustus 2019, met bijlage, pagina 142-144, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In een woning op perceel in perceel [adres 1] is een Munt Vincent van Gogh in beslag genomen.
29.
Het proces-verbaal vanaangiftevan [aangever 6] d.d. 20 juli 2019, pagina 207- 208, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bij mij, op [adres 5] te Vollenhove, is ingebroken en daarbij is onder meer een Vincent van Gogh penning weggenomen.