ECLI:NL:RBOVE:2020:1985
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- M. van Houten
- A. Elferink
- J. de Haan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van kantonrechter wegens vermeende partijdigheid
Op 10 maart 2020 heeft verzoeker, vertegenwoordigd door zijn bestuurder, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A. Smedes, kantonrechter bij de Rechtbank Overijssel. Verzoeker stelde dat mr. Smedes onvoldoende onafhankelijkheid had getoond tijdens de behandeling van zijn zaak, die op dat moment aanhangig was. Het wrakingsverzoek werd op 27 mei 2020 behandeld, waarbij verzoeker telefonisch deelnam en mr. Smedes afwezig was. Verzoeker voerde aan dat de kantonrechter tijdens de zitting een tunnelvisie had en hem kort hield, terwijl de wederpartij uitgebreid aan bod kwam. Ook werd zijn verzoek om schriftelijk te reageren op de conclusie van antwoord in reconventie afgewezen, wat hij als onterecht beschouwde.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter slechts gewraakt kan worden op basis van feiten die objectief de vrees voor partijdigheid rechtvaardigen. De wrakingskamer concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat mr. Smedes vooringenomen was. De gang van zaken tijdens de zitting, inclusief de afwijzing van verzoekers verzoeken, werd als normaal en niet partijdig beoordeeld. De wrakingskamer stelde vast dat verzoeker voldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunt toe te lichten en dat de beslissing van mr. Smedes niet onbegrijpelijk was.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, met de overweging dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid van de kantonrechter. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mrs. Van Houten, Elferink en De Haan, en werd op 10 juni 2020 uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.