Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 mei 2020 met productie 1 tot en met 6,
- de mondelinge behandeling via skype, gehouden op 29 mei 2020, waarbij [eiseres] is
mr. S.L. Geeraths. Ook [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door zijn advocaat
mr. J. Engels. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
2.De feiten
[datum] 2011 bij haar ouders in de woning aan [het adres] . Na het overlijden van de vader is de zus met moeder in de woning blijven wonen. Per januari 2018 is moeder verhuisd naar een beschermd wonen locatie, te weten ‘ [naam locatie] ’, behorend tot de Twentse Zorg Centra. Vanaf dat moment woont de zus alleen in het ouderlijk huis.
De zus betaalt een vergoeding van ruim € 1.000,00 per maand aan de broer als zijnde vergoeding voor het verblijf in de woning.
‘(…)Bij deze wil ik u meedelen dat [eiseres] vrijdag a.s. een vrije dag heeft en vrij is tm dinsdag 5 mei. Zoals afgesproken is het voor alle partijen beter dat u die dagen (dus vrijdag tm dinsdag) niet aan [het adres] komt(…)’.
‘
(…) Om even in te gaan op uw verzoek van bezoek aan [het adres] aan dit verzoek ga ik NIET voldoen, het is mij bij wet niet verboden zich op het perceel waarop de schuren staan die door onder andere mij gebouwd zijn en die in gebruik zijn door mij persoonlijk te bezoeken of te betreden.Wel zal ik de privacy van [eiseres] respecteren door dus niet de woning te betreden of te bezoeken dit heb ik u al meermaals kenbaar gemaakt.(…)Hij[dat is de wijkagent, toevoeging Rechtbank]
vertelde mij dat om escalatie te voorkomen ik geen contact met [eiseres] zou opnemen en de woning niet zou betreden. Ik heb hem verteld dat ik niet eens de intensie heb of had om op een of andere manier in contact te komen met [eiseres] ik WIL niet eens contact.Ook heeft hij de situatie ter plaatste bekeken, en kwam ook tot de conclusie dat de schuren en perceel konden worden bezocht zonder dat de privacy van [eiseres] werd of word aangetast doordat er meerdere toegangswegen zijn om bij perceel en schuren en ook woning te komen, hoeft er geen probleem te zijn ook dit heb ik u al eerder gemeld.(…)’.
‘(…) In het begin waarschuwde hij[dat is de heer [gedaagde] , toevoeging Rechtbank]
al voor zijn zus [eiseres] en zijn moeder. Ze zouden beiden een geestelijke beperking hebben en ik moest ze allebei met een grote korrel zout nemen en het beste was om er helemaal geen gesprek mee aan te gaan. De ene keer had [gedaagde] het over een geestelijke beperking. Dan weer over heel zwak begaafd.Hij noemde zelfs een keer dat [eiseres] functioneerde als een kind van acht jaar. [eiseres] werkte toendertijd overdag dus het duurde best wel even voor ik haar een keer sprak bij de erfgrens. Ik kreeg van haar een heel andere indruk dan dat [gedaagde] over haar vertelde. Toen dacht ik al, wie moet ik nou eigenlijk met een korrel zout nemen? [eiseres] of [gedaagde] ? [eiseres] kwam helemaal niet zo erg beperkt op me over als dat [gedaagde] steeds beweerde (…).Vanaf het begin dat [gedaagde] bewindvoerder was geworden werd hij dominanter. Betweterig en vertelde steeds vaker leugens. (…)Over zijn moeder en [eiseres] sprak en spreekt hij eigenlijk alleen maar met een soort van minachting. Nooit iets positiefs. (…)Verder staat [gedaagde] er om bekend dat hij als een tiran tekeer kan gaan als hij kwaad wordt. Hij heeft zo’n 8 jaar terug [eiseres] al eens flink in elkaar getrapt en geslagen omdat ze haar pinpas geblokkeerd had zodat hij haar bankrekening niet kon plunderen. [eiseres] liet me laatst het verbogen scharnier van een deur zien waar ze tegenaan gesmeten was en een tafel waar een poot compleet van afgeknapt is geweest. Daar is ze toen ook door [gedaagde] tegenaan gesmeten. Een week of 6 terug is hij compleet uit zijn dak gegaan tegen [eiseres] via de telefoon omdat ze informatie had opgevraagd bij de instanties MEE en CIZ waar ze een gesprek mee zou krijgen. Die CIZ was door [gedaagde] aangevraagd en [eiseres] was het er helemaal niet mee eens. Ik kreeg de hele tirade mee. [gedaagde] gebruikte zo buitensporig veel verbaal geweld tegen [eiseres] . (…)We hebben bij [eiseres] ’s huis de sloten vervangen van de 2 deuren omdat [gedaagde] haar bedreigd heeft nadat hij de brieven van de rechtbank onder ogen kreeg waarin stond dat zij om ontslag vroeg voor hem als haar bewindvoerder en mentor. Hij is daarop woest naar haar toegegaan samen met zijn vrouw. Samen hebben ze [eiseres] voor alles en nog wat uitgemaakt en ernstige bedreigingen ge-uit. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
Volgens de voorzieningenrechter is het namelijk wel voldoende aannemelijk dat de zus angst heeft voor en jegens de broer. Of die angst terecht is of niet, kan in het midden blijven. Feit is dat de zus angst ervaart en dat betekent simpelweg dat de broer met die angst rekening moet houden. Bovendien is het evident dat de zus belang heeft bij een ongestoord woongenot, en bij een voor haar veilig gevoel in de woning en op het erf. Dit gezegd hebbende is de voorzieningenrechter daar niet gerust op als de broer zich vrijelijk, dat wil zeggen: wanneer hij dat maar wil, naar het terrein kan begeven. De voorzieningenrechter vindt bovendien ook dat de broer de privacy van zijn zus dient te respecteren. De broer heeft aangegeven dat hij de privacy van zijn zus respecteert en dat hij al zoveel mogelijk rekening houdt met de aanwezigheid van zijn zus op het erf. In dat geval is het subsidiair gevorderde geen grote beperking voor hem.