Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
Waar gaat deze zaak over?
gespaard. Of dat nou door de grootouders is gespaard, afkomstig is uit een erfenis of afkomstig uit een maandelijkse inleg: al het spaartegoed behoort de dochter toe.
moment nog meer geld moet hebben opgenomen (€ 540,00 in totaal). Maar de dochter baseert haar berekening op de aanname dat haar grootouders van 2 november 2015 tot en met
2 oktober 2018 voor haar zijn blijven doorsparen met een bedrag van € 15,00 per maand. De dochter toont dat niet aan en biedt daarvan ook geen bewijs aan. Het is al met al niet vast komen te staan dat de vader in totaal € 4.746,66 heeft onttrokken aan de spaarrekeningen. De gevorderde verklaring voor recht moet daarom worden afgewezen. Overigens heeft de dochter ook niet uitgelegd waarom zij belang heeft bij deze afzonderlijke verklaring voor recht. Ook op die grond (gebrek aan belang) dient de vordering te worden afgewezen.
terugbetalen, dat is een bedrag van € 4.206,66, en de wettelijke rente daarover vergoeden vanaf de datum van de dagvaarding (19 juni 2019).