4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op grond van de hierna weer te geven bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 23 april 2018 vanaf omstreeks 16.41 uur vindt een gesprek plaats in de woning van [medeverdachte 1] .
Uit de inhoud van het gesprek leidt de rechtbank af dat dit, zonder meer, gaat over wapens en munitie.
NNman : Maar ik heb die dingen bij me.
[medeverdachte 1] : Oh ja (metaal geluid te horen)...ja, die mag je ook wel euh, ..ja..
NNman: trekje eruut. Die euh, ik zei net tegen hem....moeten we met elkaar afstemmen..
[verdachte] : Ja, geef maar een gil, rij ik wel even mee. Einde van de week even..
[medeverdachte 1] : Heb je ze wel in een doos zitten?
NNman: Ja. (geritsel van een zak/tas te horen) (…)
[naam 3] is in de woning en zegt: “Moet je dan niet een keer een luchtbuks of wat ook ?”
[medeverdachte 1] : Een luchtbuks?
[naam 3] : Ja, zo’n jachtgeweer. Jaa ha.
[medeverdachte 1] : Ik heb hem een keer een geweer aan hem verkocht. En gisteren was hij hier, hij wou kogels verkopen. Die wil ik wel hebben. (…)
NNman komt binnenlopen en zegt ‘per stuk’.
NNman: Als je 9 moet hebben.
[medeverdachte 1] : Ik heb wel negens, maar ik wil wel een nieuw doos negen erbij hebben.
NNman: Ja, want ik kan...van de week ga ik er weer heen.
[medeverdachte 1] : Oh, ik bestel een nieuwe kogel, die moet je ook even voor me meenemen.
NNman: Een “grand” of zo?
[medeverdachte 1] : Nee, ‘nagrand’ niet.
[medeverdachte 1] : Ik heb die kogel vanavond wel.
NNman: Ik doe ze nu 7,65, vijfentwintig.
NNman: Ja, is voor automatisch, moest ik ophalen, die had [naam 1] besteld.
[medeverdachte 1] : Oh. Hey... hey, wat wou ik zeggen ? Heb je nog 100 jachtpatronen?
NNman: Pff, 12 of 16?
[medeverdachte 1] : Ja, 12 ja.
NNman: Heb ik...ik heb niet of ik er 100 heb, maar onderin heb ik nog wel, een hele vracht liggen.
[medeverdachte 1] : Ja, maar zijn die iets roestig, die slagpinnen?
NNman: Nee, zijn allemaal schoon.
[medeverdachte 1] : Een hele vracht?
NNman: Ja, ik weet niet wat er onder ligt, van zo’n AK liggen er nog in, 800 patronen.
Hoewel het gemak waarmee hier over de handel in wapens wordt gesproken, en, naar het lijkt, ook wapens worden bekeken (en opmerkingen van verdachte tegen zijn vader over ‘oppassen met vingerdrukken’ te denken geven), blijkt uit de inhoud van dit gesprek niet dat verdachte ook daadwerkelijk een wapen voorhanden heeft gehad.
Datzelfde geldt voor het gesprek dat op 27 april 2018 plaatsvindt.
Ook tijdens dit gesprek wordt duidelijk over wapens gesproken. Verdachte is in ieder geval voor een deel bij het gesprek aanwezig, maar uit de inhoud van het gesprek kan niet worden afgeleid dat verdachte een vuurwapen voorhanden heeft gehad:
(geluid te horen van overhalen trekker)
[naam 2] : dat is een 6 cilinder?
[medeverdachte 1] : ja, een 9 millimeter he.
[medeverdachte 1] : maar goeie [medeverdachte 1] hoor, dopjes krijg je erbij. Hier heb je de 9...zie je?
[naam 2] bevestigt dit.
[verdachte] : 9 millimeter kortov (fon)
[naam 2] : Maakt ‘ie veel lawaai, of....?
[medeverdachte 1] lacht en zegt: jaaaah, die rooie wel.
[verdachte] gaat weg. Daarna hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] het nog over een 9 millimeter kortov en een Browning. Er zit een beveiliging op en ‘hij gaat er dwars doorheen: pam, pam, pam’.
Anders ligt het voor wat betreft het gesprek dat op 26 april 2018 tussen verdachte en [medeverdachte 1] wordt gevoerd.Dit gesprek houdt het volgende in:
[medeverdachte 1] : Van de clip af is he....van uh van dat clippie.. Hey....als dat clippie er uit doet, magazijnen ding, moet je eens kijken, zit er zo in...dat veertje, moet je kijken als ie niet roestig zijn, als die iets roestig zijn moet je afblijven.
(tussendoor een geluidje te horen, trekker die overgehaald wordt ?)
Vanaf 02:40 uur komt [verdachte] de woning binnen.
[verdachte] : Een grappig ding hoor.
(geluid te horen van overgaan van trekker? geritsel van een zak/tas te horen)
[medeverdachte 1] : Neem je die zelf?
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte 1] : Zitten er patronen bij?
[verdachte] : Nee.
[medeverdachte 1] : Als ‘ie het maar doet.
[verdachte] : Hij doet 100 procent.
[medeverdachte 1] : Is wel een hele ouwerwetse, dit.
[verdachte] : Mooi he? (paar keer het geluid te horen van overgaan trekker) ‘Old school’ of niet?
[verdachte] : Uh andere kant. Kijk, 9.. en mooie stempels erin, andere kant ook.. .laat andere kant eens zien.
[medeverdachte 1] : Hey wat is hier, [verdachte] ?
[medeverdachte 1] : Nee ..wat zit hierin? Kiek eens. Oh, dat is niks, (onverstaanbaar) zijkant. (geschuif te horen)
[medeverdachte 1] : Kijk eerst even in de loop.
[medeverdachte 1] : Old schooltje.
[verdachte] : Old school, of niet? Kan je mee onder water mee en alles.
[medeverdachte 1] : Jawel.
[medeverdachte 1] fluistert en zegt: Laat eens even kijken. (metaal geluiden te horen)
[verdachte] zegt dat die niet zo heel mooi is.
[medeverdachte 1] : Kijk, daar was ik al bang voor.
[verdachte] : Ja, je drukt, je moet naar beneden drukken.
[medeverdachte 1] : Ja, maar als (onverstaanbaar) dan krijg je de pareltjes niet goed omhoog.
[verdachte] : Jawel, (er zijn klik geluiden te horen) ja, hij gaat.. Daar heb ik naar gekeken, zie, is een ‘old school’.
[medeverdachte 1] : Is een hele ‘old school', want als je de pareltjes er zo in gooit, heb je een probleem met deze.
[medeverdachte 1] : Ik haal even pareltjes op, kan ik die old school proberen een keer toch? Als ik pareltjes op haal?
[verdachte] bevestigt dit.
[medeverdachte 1] : Maar wat moet je ervoor hebben dan? Die pareltjes haal ik op. Die kost wel duuzend, pareltjes.
NNman: Doe maar halve meier eraf.
[medeverdachte 1] : Een meiertje eraf ? Geef [verdachte] geld hoor, ik betaal.
[medeverdachte 1] : Een meier eraf dus.
NNman: Moet je hem mee hebben.
[medeverdachte 1] : Nee, nee, nee, ik wil hem niet meer hebben !
[medeverdachte 1] fluistert tegen [verdachte] . [verdachte] mompelt iets en zegt: dan heb ik hem in de kar.
Er wordt aangebeld.
[medeverdachte 1] : Hier, wacht, wacht, in de zak.
Verdachte is bij de politie met dit gesprek geconfronteerd en heeft toen verklaard dat hij zich het gesprek kon herinneren, maar dat hij geen idee heeft waar het over gaat: ‘Old school’, ‘9 millimeter’; de geluiden zeggen hem niets en ‘pareltjes’ evenmin.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij zich inmiddels weer kan herinneren dat hij toen met zijn vader over een schiethamer heeft gesproken. Hij wilde het advies van zijn vader bij de aankoop van dat gereedschap. Verdachte heeft verklaard dat hij die dag geen schiethamer bij zich had, maar kennelijk een filmpje daarvan aan zijn vader heeft laten zien.
De rechtbank is van oordeel dat het door de verdachte geschetste scenario geen steun vindt in het dossier en ook anderszins niet aannemelijk is geworden. Uit niets blijkt dat verdachte advies aan zijn vader vraagt terwijl hij hem een filmpje toont. Integendeel; uit de inhoud van het gesprek is af te leiden dat zij op dat moment een voorwerp in handen hebben en bekijken, immers: [verdachte] laat zijn vader de andere kant zien omdat daar mooie stempels staan. Zijn vader vraagt: “Hey, wat is hier, [verdachte] ? Wat zit hierin? Kiek eens,” waarna geschuif te horen is en er iets naar beneden wordt gedrukt.
De rechtbank betrekt daarbij ook de geluiden die worden gehoord en het feit dat [medeverdachte 1] aangeeft even “pareltjes” te gaan halen, zodat “hij ‘m kan proberen en dat hij ‘m in ieder geval niet meer wil hebben”. Dit alles past naadloos bij het scenario dat verdachte bezig is, met zijn vader, een vuurwapen te bekijken. De rechtbank schuift de alternatieve lezing van de verdachte - los van het gegeven dat hij daar in zo’n laat stadium mee is gekomen - dan ook als ongeloofwaardig terzijde.
De rechtbank is van oordeel dat gebezigde bewoordingen, in het bijzonder: ‘loop’, de ‘patronen’ en een ‘9 millimeter’, en de te horen geluiden er onmiskenbaar op duiden dat verdachte op dat moment, samen met zijn vader, een vuurwapen voorhanden heeft gehad.