ECLI:NL:RBOVE:2020:2292

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 juni 2020
Publicatiedatum
7 juli 2020
Zaaknummer
C/08/249615 / KG ZA 20-116
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over de rechtsgeldigheid van een maatschapsovereenkomst en de gevolgen daarvan

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 18 juni 2020, werd een kort geding behandeld waarin de rechtsgeldigheid van een maatschapsovereenkomst ter discussie stond. De eiser in conventie, vertegenwoordigd door mr. T.R. Oude Veldhuis, en de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. H.M. van Eerten, hebben hun standpunten gepresenteerd tijdens een zitting die via Skype plaatsvond vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank heeft de partijen de gelegenheid geboden om te beraden over mogelijke alternatieve geschiloplossingen, zoals mediation of bindend advies, maar dit leidde niet tot een vergelijk.

De rechtbank heeft vervolgens op 18 juni 2020 vonnis gewezen in het conventionele geschil. De eiser in conventie werd als de in het ongelijk gestelde partij aangemerkt en werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde in conventie. De kosten werden vastgesteld op € 1.104, bestaande uit € 800 voor het salaris van de advocaat en € 304 voor griffierecht. De kostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

In reconventie werd bepaald dat er op 2 juli 2020, of eerder indien mogelijk, vonnis zou worden gewezen. De rechtbank heeft de partijen geïnformeerd dat de redengeving van de uitspraak in conventie ook in het reconventionele vonnis zou worden opgenomen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter M.L.J. Koopmans.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer : C/08/249615 / KG ZA 20-116
Vonnis in kort geding van 18 juni 2020
in de zaken van
[eiser in conventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna te noemen [eiser in conventie] ,
advocaat: mr. T.R. Oude Veldhuis te Hengelo Ov,
tegen
[gedaagde in conventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen [gedaagde in conventie] ,
advocaat: mr. H.M. van Eerten te Zwolle.

1.De weergave van het procesverloop

In conventie en in reconventie:

1.1.
Het procesverloop laat zich als volgt aanduiden:
- de inleidende dagvaarding met de producties;
  • de vooraf aangekondigde conclusie van eis in reconventie met voorafgaande toelichting op het geschil in conventie en in reconventie;
  • de akte inbreng producties met de producties 1 tot en met 30 van de zijde van [gedaagde in conventie] ,
  • de behandeling ter terechtzitting (via Skype vanwege het Corona-risico) op 17 juni 2020, alwaar partijen en hun advocaten zijn verschenen;
  • de aanhouding van die behandeling ter zitting tot 18 juni 2020 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen om zich (al dan niet in gezamenlijk overleg) te beraden over mogelijke andere wijzen (mediation/bindend advies/deskundige) waarop partijen hun geschillen allesomvattend tot een oplossing kunnen brengen;
  • de voortzetting van de behandeling ter terechtzitting (via Skype) op 18 juni 2020, bij welke gelegenheid partijen en hun advocaten weer zijn verschenen;
  • het vooraf ingekomen e-mailbericht van 18 juni 2020 met daarbij een overzicht van door [eiser in conventie] gedane betalingen voor varkensvoer, van de zijde van [eiser in conventie] ;
  • het eveneens vooraf ingekomen e-mailbericht van 18 juni 2020 met daarbij de POV- uitdraaien van 28 mei 2020, van de zijde van [gedaagde in conventie] ;
  • bij gelegenheid van die voorgezette behandeling bleek een (partieel) vergelijk echter niet tot de mogelijkheden te horen;
  • partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd in hun geschillen in conventie en in reconventie. Namens [eiser in conventie] is daarbij met klem aangedrongen om nog heden, op 18 juni 2020, vonnis te wijzen in het conventionele geschil.
1.2.
Daarop is aanstonds in aanwezigheid van partijen in conventie na te melden uitspraak gedaan en is tevens bepaald dat in het reconventionele geschil op 2 juli 2012 vonnis zal worden gewezen, dan wel eerder in het geval dat vonnis eerder gereed is. Partijen hebben toestemming gegeven om eventueel bij vervroeging in het reconventionele geschil vonnis te wijzen.

2.De beoordeling

In conventie:
2.1.
De aan de uitspraak in conventie ten grondslag gelegde redengeving zal (tevens) worden vervat in het op 2 juli 2020 (of eerder) in reconventie te wijzen vonnis. Zulks is partijen bij het doen van de uitspraak in conventie toegezegd.
2.2.
[eiser in conventie] dient in conventie als de in het ongelijk gestelde partij te worden verwezen in de kosten die in het geding in conventie aan de zijde van [gedaagde in conventie] zijn gevallen. Die kostenveroordeling zal conform verzoek uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie:
I. Wijst af het gevorderde.
II. Veroordeelt [eiser in conventie] tot betaling aan [gedaagde in conventie] van de aan haar zijde in conventie gevallen gedingskosten, welke kosten moeten worden begroot op in totaal 1.104,--, te weten
€ 800,-- voor salaris van de advocaat en € 304,-- voor griffierecht.
III. Verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
In reconventie:
IV. Bepaalt dat in reconventie vonnis zal worden uitgesproken op 2 juli 2020 dan wel eerder in het geval dat vonnis eerder gereed is.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.J. Koopmans en in het openbaar uitgesproken op
18 juni 2020.