Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
6 juli 2020.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen”, schuldig is aan diefstal.
dwingt tot de afgiftevan enig goed dat deze derde toebehoort”, strafbaar is.
onder 2ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
8.De schade van benadeelden
€ 21.046,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade behelst in totaal € 15.296,60 en bestaat uit de volgende posten:
9.Vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
onder 1ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
onder 2ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
straf
gevangenisstrafvoor de duur van
negen (9) maanden;
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
852 dagen, alsnog moet worden ondergaan.
onder 2bewezenverklaarde. Indien hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier Akepa20 met nummer 2020013110 van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Twente. Er wordt steeds verwezen naar (de doorgenummerde) bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij hieronder anders wordt vermeld.