Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd te [plaats] ,
gevestigd te [plaats] ,
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling
Wat is er aan de hand?
“dhr [X]”. [gedaagde] is een besloten vennootschap. De heer [X] is de bestuurder van de vennootschap, aan wie volgens de wet rechtsgeldig kan worden betekend (art. 50 Rv). Het door [gedaagde] (pas bij dupliek) ingenomen standpunt dat “
iedereen zich zomaar voor iemand kan uitgeven” kwalificeert de kantonrechter als een slag in de lucht. Dat er daadwerkelijk een vorm van identiteitsbedrog heeft plaatsgevonden, is door [gedaagde] niet – en in ieder geval niet voldoende onderbouwd – gesteld. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van dat wat de deurwaarder op het exploot noteerde. De conclusie is dan dat de dagvaarding aan de bestuurder van [gedaagde] werd uitgereikt. Op welk adres die uitreiking plaatsvond doet dan weinig meer terzake: door de uitreiking in persoon aan haar bestuurder heeft [gedaagde] kennis kunnen nemen van de inhoud van het stuk. Daarmee is ook aan de hiervoor bedoelde informatiefunctie voldaan.