In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vader en een moeder over de toestemming voor de reis van hun minderjarige kinderen naar Curaçao. De vader, wonende op Curaçao, heeft de voorzieningenrechter verzocht om vervangende toestemming te verlenen voor het verblijf van de kinderen in Curaçao gedurende een bepaalde periode in augustus 2020. De moeder heeft bezwaar gemaakt tegen de reis, onder andere vanwege zorgen over de gezondheid van de kinderen in het licht van Covid-19 en de lange vlucht zonder ouderlijke begeleiding. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 juli 2020 via Skype, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vader en de kinderen elkaar al geruime tijd niet hebben gezien door de coronamaatregelen en dat het van belang is dat zij tijd met elkaar doorbrengen. De rechter heeft ook rekening gehouden met de geldende reisadviezen en de veiligheidsmaatregelen die de vader heeft genomen. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten dat er geen bezwaren zijn voor de reis en heeft de vader vervangende toestemming gekregen voor het verblijf van de kinderen in Curaçao. De moeder is verplicht om haar medewerking te verlenen aan de benodigde documenten voor de reis, met een dwangsom als sanctie bij niet-naleving. De kosten van de procedure worden gecompenseerd.