In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 25 augustus 2020, is een verzoek tot onderbewindstelling behandeld. De rechthebbende, die laaggeletterd en mogelijk analfabeet is, heeft verzocht om bewind over haar vermogen op grond van haar lichamelijke of geestelijke toestand, zoals bedoeld in artikel 431 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, wat blijkt uit haar onvermogen om de inhoud van ontvangen brieven te begrijpen en het niet tijdig doorgeven van wijzigingen aan de Stadsbank, waar zij budgetbeheer geniet.
De kantonrechter heeft overwogen dat laaggeletterdheid en analfabetisme kwalificeerbaar zijn als een geestelijke toestand. De belangenbehartiging van de rechthebbende kan niet met minder ingrijpende maatregelen worden bewerkstelligd, aangezien budgetbeheer niet afdoende is gebleken om financiële problemen te voorkomen. De rechthebbende kan niet worden verwacht dat zij door het volgen van een taalcursus het vereiste niveau behaalt om volwaardig te functioneren in de samenleving. Daarom is onderbewindstelling de juiste maatregel.
De beschikking bepaalt dat de bewindvoerder de kosten van zijn werkzaamheden ten laste van het vermogen van de rechthebbende mag brengen. De beschikking zal worden ingeschreven in het Centraal Curatele- en bewindregister, zoals voorgeschreven in artikel 1:391 BW. De kantonrechter heeft de voorgestelde bewindvoerder, Stichting Christelijke Schuldhulp, benoemd, en er zijn geen bezwaren tegen deze benoeming gerezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.