Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A] ,
[B],
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 augustus 2020 met daarbij producties 1 tot en met 7
- de brief van [X] van 27 augustus 2020 met daarbij producties 1 tot en met 9
- de brief van [X] van 28 augustus 2020 met daarin de eis in reconventie
- de pleitnotitie van [X] .
2.De feiten
[A] c.s., vzr] om te dulden dat door de eigenaren van het heersende erf [
[X] , vzr] gebruik wordt gemaakt van de op het verkochte gelegen parkeerplaats en de daarop gelegen afweg om (langs de noord- en oostzijde van het verkochte pand) te komen en te gaan naar de openbare weg’. Verder is een erfdienstbaarheid van uitzicht gevestigd, ‘inhoudende het verbod voor de eigenaar van het lijdend erf om de voortuin, voor zover grenzend aan de openbare weg, anders te gebruiken dan als siertuin en hierin een zodanige beplanting te hebben, dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de op het heersende erf staande opstallen op ernstige wijze wordt belemmerd’.
3.Het geschil
4.De beoordeling
In conventie:
- salaris advocaat € 633,00
- griffierecht