Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
AL DEGENEN, anders dan [gedaagde 1] c.s., DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK AAN DE BOVEN HAVENSTRAAT 14/14-1 IN KAMPEN,
1.De procedure
10 augustus 2020. De dagvaarding is uitgebracht tegen [gedaagde 1] c.s. en de eventuele andere, onbekend gebleven personen die verblijven in het pand aan de Boven Havenstraat 14 en
14-1 in Kampen. Daarna heeft de voorzieningenrechter nog kennisgenomen van zeven
producties die [gedaagde 1] c.s. heeft opgestuurd en drie aanvullende producties van de gemeente Kampen.
hebben gesproken aan de hand van hun pleitnota. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat verder nog is besproken tijdens de zitting.
2.De beoordeling
Waarover gaat deze zaak?
verkeert. Het balkon is zelfs verwijderd, omdat het een acuut gevaar opleverde.
voldoen, wil de gemeente Kampen dat zij een dwangsom betalen van € 1.000,00 per dag en dat de voorzieningenrechter de gemeente Kampen machtigt om de gevorderde ontruiming zo nodig op kosten van de gedaagden te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm. Tot slot wil de gemeente Kampen dat [gedaagde 1] c.s. en de overige gedaagden in de kosten van deze
procedure worden veroordeeld, een bedrag aan nakosten daaronder begrepen.
machtiging om de ontruiming zo nodig zelf, met inroeping van de sterke arm, uit te doen voeren, wordt afgewezen, net als de dwangsom. [gedaagde 1] c.s. en de overige gedaagden worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Hierna licht de voorzieningenrechter haar beslissing verder toe.
contractuele en bestuursrechtelijke verplichtingen.
‘historiserende’ nieuwbouw kan plaatsen. Die vergunningen zijn aan het begin van dit jaar onherroepelijk geworden. Dat is weliswaar tegen de wens in van verschillende personen en groeperingen, zoals de stichting Stadsherstel Kampen en van [gedaagde 1] c.s., maar feit is dat de gemeente Kampen wat betreft het pand vrij is om verder te gaan met haar plannen met de zuidelijke entree tot het centrum van Kampen. Wat [gedaagde 1] c.s. naar voren hebben gebracht over het ontbreken van een gebiedsvisie of het ontbreken een renovatieplan doet dan ook niet ter zake. Bovendien is het niet aan hen als bewoners van het pand om, door het pand bezet te houden, op niet-democratische wijze af te dwingen dat de gemeente Kampen andere of
verdergaande plannen ontwikkelt voor het gebied.
gemeente Kampen wel, om twee redenen. Op de eerste plaats is de eigenaar van het pand verplicht om de bodem te saneren. Dat volgt uit de beschikking op grond van de Wet Bodembescherming van de provincie Overijssel van 6 december 2019. Sanering moet plaatsvinden voor 5 december 2020. En op de tweede plaats is [X] als houder van de omgevings-vergunning verplicht om binnen twee jaren na het onherroepelijk worden van die vergunning de nieuwbouw te hebben afgerond. Volgens de projectleider van de gemeente Kampen
( [C] , die tijdens de zitting aanwezig was) betekent dit dat [X] nu veel haast heeft om te kunnen beginnen, want anders komen die termijnen in gevaar. De (on)haalbaarheid van die termijnen zijn door [gedaagde 1] c.s. op zichzelf niet weersproken. Daarvan uitgaande oordeelt de voorzieningenrechter dat de gemeente Kampen voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde ontruiming van het pand. Het is maar de vraag of de gemeente Kampen eerder met succes tot een ontruimingskortgeding had kunnen overgaan, zoals [gedaagde 1] c.s. beweren. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat dit niet zo is, omdat er nog geen onherroepelijke vergunningen waren verstrekt. Het is dus niet zo, zoals [gedaagde 1] c.s. in feite betogen, dat de gemeente Kampen eerder heeft stilgezeten, inmiddels geen spoedeisend belang meer heeft en daarom zou zijn aangewezen op de bodemprocedure.
gelegenheid gesteld de proportionaliteit van de voorgenomen ontruiming te laten toetsen door de rechter. Daarbij stelt de voorzieningenrechter voorop dat het doorgaans zo zal zijn dat het belang van de eigenaar zwaarder weegt, maar dat niet kan worden uitgesloten dat gelet op de zeer ernstige inbreuk op het huisrecht en de onomkeerbare gevolgen van de ontruiming, het belang van de kraker in het concrete geval zwaarder weegt. In het kader van de toets of de uitoefening van het eigendomsrecht proportioneel is kunnen alle omstandigheden van het
geval een rol spelen.
gemeente Kampen met het pand heeft voldoende concreet en onderbouwd en binnen afzienbare tijd uitvoerbaar zijn. Het belang van [gedaagde 1] c.s. bij het – zonder recht of titel – kunnen blijven bewonen van de woningen weegt niet op tegen het – hiervoor geschetste – belang van de gemeente Kampen bij het op korte termijn kunnen beschikken over haar eigendom.
Kunnen [gedaagde 1] c.s. ergens anders terecht? [gedaagde 1] c.s. zeggen dat het niet mogelijk is om op korte termijn aan een andere woning te komen. Dat is voor hen wel van belang, met name voor gedaagde [gedaagde 2] die sinds kort een baan heeft en vanuit huis moet werken vanwege de
corona-maatregelen. Toch is de voorzieningenrechter van oordeel dat het huisrecht moet
wijken. De gemeente Kampen heeft er terecht op gewezen dat [gedaagde 1] c.s. op de hoogte zijn geweest van de besluitvorming rond het pand. Zij hebben daarin ‘geparticipeerd’, wat de voorzieningenrechter zo opvat dat zij als belanghebbenden gebruik hebben gemaakt van hun
inspraakrecht bij de verleende vergunningen. In ieder geval gedaagde [gedaagde 1] heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende sloopvergunning. [gedaagde 1] c.s. moeten er dus van doordrongen zijn geweest dat de jarenlange planvorming in de uitvoeringsfase zou overgaan. Zij zijn door de gemeente Kampen ook gesommeerd het pand te verlaten (brieven van 6 augustus 2019 en
5 maart 2020). Al langere tijd moesten zij dus rekening houden met de eindigheid van hun woonsituatie. Als [gedaagde 1] c.s. sindsdien geen initiatief hebben genomen om een andere woning te vinden, moet dat in alle redelijkheid voor hun rekening en risico komen.
belang heeft bij de gevraagde ontruiming. Een langere ontruimingstermijn zou daaraan
afbreuk doen. Bovendien gaat het bij het vaststellen van de ontruimingstermijn niet om de vraag of [gedaagde 1] c.s. een langere zoekperiode moet worden gegund tot het vinden van een nieuwe woning, maar om hoeveel tijd zij nodig hebben om het pand zelf te ontruimen. Daarover hebben zij niets gezegd, zodat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat een periode van
veertien dagen voldoende is om het pand te ontruimen. In het voorgaande ligt besloten dat de voorzieningenrechter het vonnis ook uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren.
geweigerd wordt. Voorziet de deurwaarder problemen bij de ontruiming, dan kan hij op grond van artikel 3 Politiewet – zonder dat daartoe een machtiging van de rechter nodig is – bijstand van de politie inroepen. De gemeente Kampen heeft voldoende aan dit vonnis om een
ontruiming van het pand af te dwingen. Zij heeft niet duidelijk gemaakt waarom daarbovenop een dwangsomveroordeling nodig is. De gevorderde dwangsom zal daarom eveneens worden afgewezen.
980,00
3.De beslissing
bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens
betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van vijftien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;