2.4.De deskundige heeft in zijn rapport - voor zover van belang - in antwoord op vraag 1 het volgende geconcludeerd:
Het aan [X] verstrekte en tijdens de inspectie aan deskundige overhandigde houten proefmonster geeft een te mooi beeld vergeleken met wat in de praktijk voor CLT-materiaal mogelijk en gebruikelijk is in vuren. Het betreft echter ook maar één relatief klein monster en het monster geeft een zeer strak beeld weer van vurenhout welke wellicht mogelijk is tussen in vuren altijd aanwezige onvolkomenheden. De andere monsters waarover gesproken wordt in de documenten zijn niet getoond aan de deskundige tijdens de inspectie. Het beeld hiervan is alleen op basis van foto’s uit de ontvangen documenten. De leverancier heeft naar de mening van de deskundige een te mooi beeld geschetst met de referentie (proef)monsters. In de offerte wordt onder punt 5 van de aandachtspunten aangegeven dat het proefmonster een goede indruk geeft van het uiteindelijke resultaat. Op de proefmonsters zijn veel minder en veel kleinere onvolkomenheden aanwezig en het geeft een veel rustiger beeld voor het zichtwerk. (…) De aanwezige onvolkomenheden (zoals kwasten, scheuren harsgangen, hartstralen etc.) in het geleverde CLT zijn groter en meer aanwezig dan in de aangeleverde houtmonsters en dan vooraf aan [X] zijn aangegeven en mocht verwachten. Kwasten en andere onvolkomenheden komen vrijwel altijd voor in vuren delen. (…)
Naast de onvolkomenheden in het vuren hout (kwasten, scheuren, harsgangen, hartstralen ed.) zoals aangegeven in de bijlage zijn er tussen elk afzonderlijk vuren deel, in meer en mindere mate, open naden aanwezig in alle CLT-elementen. (…) Onder punt 6 van de offerte wordt betreffende naden aangegeven dat rekening gehouden dient te worden met mogelijk plaatselijke haarnaden tussen de lamellen als gevolg van het krimpen en zwellen van het hout door wisselende omstandigheden en de relatief grote afmetingen. Hieraan is niet voldaan, er is hier geen sprake van mogelijk plaatselijke haarnaden.
Dat er geen naden tussen de planken/delen ontstaan is vrijwel onmogelijk. Het hout is met een houtvochtgehalte (ca 16%) geleverd en geplaatst en droogt bij deze binnentoepassing tot een evenwichtsvochtgehalte van 8-10%. Bij dit terugdrogen krimpt het hout in de breedte en dikte, afhankelijk van de breedte van de delen, zeker enkele millimeters. Dit is ook duidelijk zichtbaar door de aanwezige grote en vele naden. Ook komen er CLT elementen voor waarbij op meerdere plaatsen langere splinters/delen vuren hout niet aanwezig zijn. Deze waren al tijdens de productie aanwezig en dit betreft een productiefout. Gesteld moet worden dat de (zicht)kwaliteit van het geleverde CLT niet overeenstemt met de verstrekte houtmonsters en ook niet aan de omschrijvingen in de offerte.
Mechanisch aangebrachte schades, welke voorkomen in de CLT delen op de verdiepingen, zoals het foutief of te kort (afzagen van) het dakelement, het zeer onzorgvuldig zagen/frezen rondom de kozijnopeningen, beschadigingen ter plaatse van inloopkast (hoofdslaapkamer), scheurvorm ing boven hoofdslaapkamerdeur zijn ontstaan tijden transport naar de bouwplaats. Schade zoals zwarte strepen, scheuren en beschadigingen aan de randen zijn grotendeels al ontstaan tijdens transport naar de bouwplaats en mogelijk deels tijdens de montage. Deze zijn (los van eventueel nog aan te brengen afwerklatten) voor zichtwerk niet aanvaardbaar.
En in antwoord op vraag 2:
Als we de door de leverancier aangegeven EN 13017-1 norm hanteren, uitgaande van classificatie A (zichtwerk verdiepingen) en B (voor garage en bijkeuken) voor het geleverde vuren hout dan voldoet het CLT op veel punten niet aan de gestelde criteria.
Voor het zichtwerk op de verdiepingen (classificatie A) komen dan te veel en te grote en te lange scheuren voor (eis: maximaal een enkele oppervlakkige scheur), kwasten zijn onbeperkt toegestaan tot max. 40 mm; grote kwasten >40 mm komen echter veelvuldig voor, te veel hartlijnen/straal van meer 400 mm, te grote en te veel (niet gerepareerde) harszakken (eis: max. een enkele tot 3 x 40 mm).
Aan de eis betreffende de kwaliteit van de oppervlaktebewerking (eis: een kleine fout is toegestaan) wordt ook niet voldaan. Er komen op meerdere plaatsen delen voor waarbij langere splinters/stukken hout ontbreken, voornamelijk vanaf vingerlassen. Voor de garage en bijkeuken (classificatie B) komen dan te veel en te grote en te lange scheuren voor (eis: maximaal oppervlakkig en een enkele eindscheur tot 50 mm lengte), gezonde vastzittende kwasten zijn onbeperkt toegestaan en te grote en te veel (niet gerepareerde) harszakken (eis: max. een enkele tot 5 x 50 mm).
Aan de eis betreffende de kwaliteit van de oppervlaktebewerking (eis: een enkele fout is toegestaan) wordt niet voldaan. Er komen op meerdere plaatsen delen voor waarbij langere splinters/stukken hout ontbreken voornamelijk vanaf vingerlassen.
De aanwezigheid van open lijmnaden tussen de vuren planken onderling zou volgens de aangewezen productspecificaties volgens EN 13017-1 niet toegestaan zijn in zichtwerk classificatie A en in klasse B zijn open naden <100 mm/m lijmnaad maximaal mogelijk. Het productieproces is echter zodanig dat de plankjes van het CLT afzonderlijk, niet in de dikte van de plankjes, met elkaar worden verlijmd. Alleen in de breedte van de plankjes worden ze verlijmd (waarbij mogelijk lijmresten tussen de delen lekt). Er is eigenlijk geen sprake van lijmnaden tussen de plankjes onderling. De norm bedoelt echter wel met de eisen de open naden tussen de plankjes. Dat hier geen lijm is toegepast in het productieproces doet hier niets aan af. In dit geval voldoen vrijwel alle naden niet aan de gestelde eisen zowel voor klasse A als B. (…)
Een houtpakket leveren met een vochtgehalte van 10-12 % is misschien wel mogelijk maar in de praktijk komt er meestal niets van terecht om zulke lage houtvochtgehalten te leveren voor zulke pakketten. Naden tussen de houten delen zijn te verwachten, misschien niet zulke grote naden maar helemaal zonder naden is vrijwel onmogelijk.
Mechanisch aangebrachte schades, welke voorkomen in de CLT delen op de verdiepingen, zoals het foutief of te kort (afzagen van) het dakelement, het zeer onzorgvuldig zagen/frezen rondom de kozijnopeningen, beschadigingen ter plaatse van inloopkast (hoofdslaapkamer), scheurvorming boven hoofdslaapkamerdeur zijn ontstaan tijden transport naar de bouwplaats. Schade zoals zwarte strepen, scheuren en beschadigingen aan de randen zijn grotendeels al ontstaan tijdens transport naar de bouwplaats en mogelijk deels tijdens de montage. Deze zijn (los van eventueel nog aan te brengen afwerklatten) voor zichtwerk niet aanvaardbaar. In de garage en bijkeuken komen ook enkele mechanische schades voor (stukjes af, zwarte strepen, verkleuringen) en een wand in de garage is te kort geleverd. De te kort geleverde wand voldoet niet aan de criteria.
In antwoord op vraag 3:
Alle gebreken met betrekking tot de houtkwaliteit, naden en ontbrekende splinters zijn productiefouten. Mechanisch aangebrachte schades, welke voorkomen in de CLI delen op de verdiepingen, zoals het foutief of te kort afzagen van de dakelementen, het zeer onzorgvuldig zagen/frezen rondom de kozijnopeningen en beschadigingen ter plaatse van inloopkast (hoofdslaapkamer) zijn onder verantwoordelijkheid van de leverancier gemaakt en vallen dus ook onder productiefouten. De scheurvorming boven hoofdslaapkamerdeur was al aanwezig bij levering, evenals enkele vuilstrepen, beschadigingen en scheuren en vallen onder productiefouten. Een enkele kleine beschadiging of bandafdruk en vuilstreep kan tijdens het hijsen zijn ontstaan. Dit is niet altijd te voorkomen, echter dit is niet meer exact na te gaan. Deze in zeer geringe mate aanwezige schades vallen onder montagefouten.
Gezien de hoeveelheid gebreken aan de houten delen van de CLT-wanden zoals in de bijlage van dit rapport aangegeven, is herstellen hiervan, zodanig dat er wordt voldaan aan de criteria van de verkregen houtmonsters en de omschrijving in de offerte, niet haalbaar. Na het wegfrezen van de knoesten/kwasten en het repareren van de houten delen zal het resultaat nooit de uitstraling en kwaliteit van het getoonde houtmonster kunnen benaderen. Ook de openstaande naden tussen de houten delen kunnen niet geheel conform de vooraf aangegeven specificaties en aangeleverde monsters worden hersteld of dichtgezet.
Een andere oplossing kan zijn om de bestaande CLI-wanden te voorzien van nieuwe houten delen over de bestaande houten delen van de CLT-wanden. Deze houten delen dienen dan de kwaliteit en uitstraling van het houtmonster te hebben of moeten het tenminste voldoende benaderen. Ook moeten de nieuwe houten delen een houtvochtigheid hebben van ca 10-12%. Als de houten delen met een gangbare houtvochtigheid van ca 18% worden aangebracht dan zullen er na het aanbrengen van de nieuwe houten delen behoorlijke naden tussen de nieuwe houten delen komen door de droging van het hout. Dan is ook de vraag nog of de nieuwe houten delen met minimale gebreken zoals het getoonde houtmonster geleverd kunnen worden. Er zijn houten (nagenoeg foutloze) delen te leveren met een houtvochtigheid van ca 10-12% maar de levertijd is erg lang en het kostenplaatje is dan buiten proporties. Ook zijn de houtlengten beperkt tot ca 270 cm. Bij langere lengten worden de houten delen verlengd door middel van vingerlassen wat een andere uitstraling geeft dan houten delen uit één lengte.
Het alternatief voor het herstel van de CLT-wanden is dat alle wanden aan de binnenzijden worden voorzien van een plaatafwerking. Een afwerking met bijvoorbeeld houten meubelpanelen (bijv. 19 mm Eurabo meubelplaat) is mogelijk.
Een andere mogelijkheid is de CLT-wanden aan de binnenzijden te voorzien van gipsplaten. De gipsplaten kunnen rechtstreeks worden aangebracht op de bestaande CLT-wanden. De afwerking van de naden kan gedaan worden met gaasband en jointfiller waarna de gipsplaten worden afgefilmd met bijvoorbeeld een dunne pleisterlaag of eventueel worden voorzien van glasvlies. Beide afwerkingen kunnen worden gesausd/geschilderd met een latex muurverf. Dit is een andere uitstraling dan de eerder gekozen houten delen. Een voordeel van het aanbrengen van de gipsplaten is wel dat alles erg strak kan worden afgewerkt. In bijlage 2 is een kostenbegroting opgenomen voor deze herstelmethoden. Hierbij is uitgegaan van een herstel in fases waarbij het herstel per kamer wordt uitgevoerd. Hierdoor zou het gezin in de woning kunnen blijven. Het zal wel enige tijd voor overlast zorgen. Het alternatief dat het gezin tijdelijk ergens anders verblijft is gezien de werkzaamheden niet persé noodzakelijk en deze kosten zijn dan ook niet meegenomen.
In antwoord op vraag 4:
Gezien de hoeveelheid gebreken aan de houten delen op de verdiepingen zoals in de bijlage van dit rapport aangegeven, is herstellen hiervan, zodanig dat er wordt voldaan aan de criteria van kwaliteitsnorm EN 13017-1 klasse A, niet haalbaar. Na het wegfrezen van de knoesten/kwasten en andere niet toelaatbare onvolkomenheden en het repareren van de houten delen zal het resultaat nooit de uitstraling en kwaliteit van de norm kunnen benaderen en blijven de reparaties altijd zichtbaar. Ook de openstaande naden tussen de houten delen kunnen niet geheel conform de classificatie A van de EN 13017-1 worden hersteld.
Om de wanden en plafonds van de garage en bijkeuken te laten voldoen aan klasse B volgens de EN 13017-1 is herstel mogelijk in de vorm van reparatie.
Voor de verdiepingen geldt het hersteladvies zoals aangegeven onder vraag 3 en voor de garage en
bijkeuken is een hersteladvies met kostenbegroting opgesteld. In bijlage 2 zijn kostenbegrotingen opgenomen voor deze herstelmethoden. Hierbij is uitgegaan van een herstel in fases waarbij het herstel per kamer wordt uitgevoerd. Hierdoor zou het gezin in de woning kunnen blijven. Het zal wel enige tijd voor overlast zorgen. Het alternatief dat het gezin tijdelijk ergens anders verblijft is gezien de werkzaamheden niet persé noodzakelijk en deze kosten zijn dan ook niet meegenomen.