Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WOONSTICHTING DE MARKEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Schalkhaar,
1.[verweerder 1] , en
[verweerder 2],
1.De procedure
beslist dat een deel van genoemde procedure moet worden afgesplitst, te weten het nu voorliggende verzoek om een bevelschrift voor de proceskosten.
[B] verschenen, bijgestaan door mr. Mühlstaff. [verweerder 1] en [verweerder 2] zijn verschenen, bijgestaan door mr. Aarnoudse.
voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen.
2.De beoordeling
Wat er aan dit verzoek om een bevelschrift vooraf is gegaan.
vermeld dat de ontruiming is begonnen om 9:30 uur en:
bekrachtigd (arrest van 29 november 2015). Ook in het hoger beroep tegen het vonnis van
14 april 2015 zijn [verweerder 1] en [verweerder 2] in het ongelijk gesteld (arrest van 26 april 2016).
vermeerderd met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
verzoekschrift de totale nakosten op een bedrag van € 4.094,02.
woning hebben [verweerder 1] en [verweerder 2] ingeleverd bij de deurwaarder, dus er is geen noodzaak tot het in rekening brengen van sloten. En het aantal manuren dat in rekening is gebracht bij De Marken, 43 uur, kan niet kloppen, omdat de vier mensen van Schoonmaakbedrijf [X] van 10:00 uur tot 12:00 uur bezig zijn geweest.
uitspraak zijn ontstaan. Daarbij komt dat zij kennelijk een bevelschrift wenst dat ziet op de ontstane nakosten in alle procedures waarin zij in het gelijk is gesteld en waarin een proceskostenveroordeling in haar voordeel is uitgesproken, zowel bij de voorzieningenrechter, bij de kantonrechter als bij het gerechtshof. De wet wijst echter de rechter die het vonnis heeft
gewezen aan als de rechter die ook de nakosten begroot. Voor een deel van het gevraagde bedrag is de kantonrechter dus niet bevoegd. De Marken heeft onvoldoende duidelijk gemaakt in haar verzoekschrift welk bedrag zij aan nakosten wenst in welke procedure. De kanton-rechter ziet daarom geen aanleiding om de zaak door te sturen naar de bevoegde rechter(s). In zoverre wijst zij het verzoek om een bevelschrift dan ook af. Ten overvloede wijst de kantonrechter erop dat de kantonrechter in het vonnis van 14 april 2015 de nakosten al heeft begroot op € 37,50, zodat De Marken voor die nakosten over een executoriale titel beschikt.
3.De beslissing
uitgesproken op 28 september 2020.