Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding en de producties 1 tot en met 12;
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 29 september 2020, is een kort geding aanhangig gemaakt door een vrouw tegen haar ex-echtgenoot. De vrouw vordert een straat- en contactverbod tegen de man, die haar op 15 augustus 2020 heeft gefilmd zonder haar toestemming. Dit incident heeft geleid tot een escalatie in hun echtscheidingsprocedure, die in maart 2020 is gestart. De vrouw heeft na het incident de omgang tussen de man en hun dochter beëindigd en vordert nu maatregelen om haar veiligheid te waarborgen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de onderlinge verhoudingen tussen partijen ernstig zijn verstoord, maar oordeelt dat de vrouw onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de man stelselmatig inbreuk maakt op haar persoonlijke levenssfeer. De rechter wijst erop dat het incident met de opname een eenmalig voorval lijkt te zijn en dat de man sindsdien geen contact heeft gezocht. Bovendien heeft de man toegezegd zich in de toekomst niet meer bij de woning van de vrouw te vertonen.
De rechter benadrukt het belang van een goede omgang tussen de man en hun dochter en wijst op de noodzaak van hulpverlening. De vrouw heeft aangegeven dat zij zich onveilig voelt, maar de rechter concludeert dat de vorderingen van de vrouw niet gerechtvaardigd zijn op basis van de huidige feiten. De vorderingen worden afgewezen, en de kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.