Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiseres], in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van
[zoon],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
€ 60,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 29 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, de wettelijke vertegenwoordigers van een minderjarige zoon, en gedaagde, een huiswerkbegeleidingsinstituut. De minderjarige zoon had op 12 maart 2020 een overeenkomst gesloten met gedaagde voor examentrainingen ter waarde van € 813,00. Na de aankondiging van gedaagde dat de trainingen vanwege de coronacrisis niet doorgingen en dat er geen restitutie zou plaatsvinden, hebben eisers de overeenkomst vernietigd en terugbetaling van het bedrag geëist. De kantonrechter oordeelde dat het aangaan van de overeenkomst geen rechtshandeling is die gebruikelijk is voor minderjarigen van deze leeftijd, waardoor de overeenkomst vernietigbaar is. De rechter heeft de vordering van eisers tot vernietiging van de overeenkomst toegewezen en gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van een deel van het bedrag, inclusief buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie heeft gedaagde geen gelijk gekregen, en zijn de vorderingen van gedaagde afgewezen.