In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 23 oktober 2020, is een kort geding aanhangig gemaakt tussen twee zusters, eiseres en gedaagde, naar aanleiding van de ernstige gezondheidstoestand van hun vader, die in het ziekenhuis ligt. Eiseres vordert dat gedaagde haar binnen 12 uren na het overlijden van hun vader op de hoogte stelt, op straffe van een dwangsom. De vader is ernstig ziek en gedaagde is door hem aangewezen als contactpersoon voor medische beslissingen. Tijdens de zittingen is gebleken dat er een gespannen relatie bestaat tussen de zusters, wat de communicatie bemoeilijkt. Eiseres heeft recentelijk haar vader kunnen bezoeken en heeft aangegeven dat zij op de hoogte wil worden gehouden van zijn gezondheidstoestand en van zijn overlijden, om te voorkomen dat zij opnieuw niet aanwezig kan zijn bij een begrafenis, zoals bij hun moeder het geval was.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde een cruciale rol vervult in de communicatie over de gezondheid van hun vader en dat er een reële dreiging bestaat dat eiseres niet op de hoogte zal worden gesteld van het overlijden. De rechter heeft geoordeeld dat het recht op 'family life' zoals gewaarborgd in artikel 8 van het EVRM, ook in deze situatie van toepassing is. De vordering van eiseres is toegewezen, waarbij gedaagde is verplicht om eiseres tijdig te informeren over het overlijden van hun vader, met een dwangsom als sanctie bij niet-nakoming. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.