ECLI:NL:RBOVE:2020:3852

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 november 2020
Publicatiedatum
19 november 2020
Zaaknummer
8262321 \ EJ VERZ 20-9
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfrechtelijke geschil tussen erfgenaam en executeur over verstrekking van informatie en documenten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 16 november 2020, betreft het een geschil tussen een erfgenaam, aangeduid als [verzoeker], en de executeur van de nalatenschap, aangeduid als [verweerder]. De aanleiding voor het verzoek van [verzoeker] is de wens om aanvullende informatie en documenten te ontvangen van [verweerder], die samen met een andere executeur, [A], is benoemd in het testament van hun overleden zus, [X]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 24 december 2019 door de kantonrechter is ontvangen, gevolgd door een verweerschrift van [verweerder] op 10 maart 2020, waarin ook een tegenverzoek werd gedaan.

De mondelinge behandeling vond plaats op 19 oktober 2020, waar beide partijen vragen van de kantonrechter beantwoordden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] de erfgenamen voldoende heeft betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap, hoewel hij niet verplicht was om dit te doen. De kantonrechter oordeelt dat [verweerder] verplicht is om bepaalde documenten, zoals de opdrachtbevestiging van de makelaar en de koopakte van de woning van [X], aan [verzoeker] te verstrekken. De kantonrechter wijst het verzoek van [verzoeker] om een volledige administratie en rekening en verantwoording af, omdat dit niet in lijn is met de gevraagde inlichtingen.

De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt, omdat geen van de partijen als verliezende partij kan worden aangemerkt. Het verzoek van [verweerder] om ontslag als executeur werd afgewezen, aangezien de afwikkeling van de nalatenschap al was voltooid. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat [verweerder] de gevraagde documenten moet verstrekken en dat de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 8262321 \ EJ VERZ 20-9
Beschikking van de kantonrechter van 16 november 2020
in de zaak van
[verzoeker],
wonende in [woonplaats 1] ,
verzoekende partij, verder te noemen [verzoeker] ,
tegen
[verweerder],
wonende in [woonplaats 2] ,
verwerende partij, verder te noemen [verweerder] .

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend, dat de kantonrechter op 24 december 2019 heeft ontvangen. [verweerder] heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift, dat de kantonrechter heeft ontvangen op 10 maart 2020. Daarin doet hij ook een tegenverzoek.
1.2.
Het verzoek is mondeling behandeld op 19 oktober 2020. [verzoeker] en [verweerder] hebben vragen van de kantonrechter beantwoord en [verweerder] heeft een schriftelijke toelichting voorgelezen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen naar voren hebben gebracht.
1.3.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter bepaald dat zij voldoende is geïnformeerd. Vandaag deelt de kantonrechter haar beslissing aan partijen mee in deze beschikking.

2.De beoordeling

Waarover gaat deze zaak?

2.1.
Op 15 november 2018 is de zus van [verzoeker] en [verweerder] , [X] , overleden. [X] heeft [verweerder] en [A] in haar testament benoemd tot executeurs. Inmiddels is de nalatenschap afgewikkeld, maar [verzoeker] heeft nog een aantal vragen aan de executeurs. Die vragen zijn in het verleden naar zijn mening onvoldoende beantwoord. Daarom vraagt hij de kantonrechter om [verweerder] op te dragen allerlei stukken op te sturen.
Het oordeel van de kantonrechter.
2.2.
De kantonrechter zal [verweerder] opdragen om de opdrachtbevestiging van [Y] Makelaars in [plaats] aan [verzoeker] op te sturen. Ook moet hij een kopie van de koopakte betreffende de woning van [X] aan [verzoeker] geven. De andere kopieën die [verzoeker] vraagt, hoeft [verweerder] niet te geven. Een proceskostenveroordeling vindt de kantonrechter niet op zijn plaats. Hierna licht de kantonrechter haar oordeel verder toe.
Het toetsingskader.
2.3.
[verweerder] is samen met [A] benoemd tot executeur van de nalatenschap. Zij hebben allebei de benoeming aanvaard. [B] , die ook was benoemd tot executeur, heeft zijn benoeming om gezondheidsredenen niet aanvaard.
2.4.
[verweerder] heeft veel werk gehad van de afwikkeling van de nalatenschap. Uit de verschillende mailtjes die [verzoeker] heeft meegestuurd met zijn verzoekschrift, maakt de kantonrechter op dat hij de erfgenamen zoveel mogelijk heeft betrokken bij de afwikkeling. Dat was wettelijk gezien niet eens noodzakelijk. Executeurs hebben de taak om de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen. Zij hoeven geen toestemming voor hun handelen te krijgen van de overige erfgenamen. Dat [verweerder] en [A] dat toch hebben geprobeerd legt de kantonrechter uit als een goede taakverrichting.
2.5.
Omdat de erfgenamen geen bevoegdheid hebben om de nalatenschap af te wikkelen, zijn de executeurs achteraf verantwoording over hun handelen verschuldigd. Zij moeten aan een erfgenaam alle gewenste inlichtingen over de uitoefening van hun taken geven, zo staat in de wet (artikel 4:148 van het Burgerlijk Wetboek). Een nog verdergaande verplichting is die van het afleggen van rekening en verantwoording. Daarvoor verwijst de kantonrechter naar artikel 4:151 van het BW.
2.6.
De juridisch medewerker van de rechtbank heeft op 17 december 2019 per e-mail aan [verzoeker] gevraagd hoe de kantonrechter zijn verzoek moet opvatten, als een verzoek om rekening en verantwoording af te laten leggen door [verweerder] of als een verzoek om het verstrekken van inlichtingen. [verzoeker] heeft expliciet voor het laatste gekozen.
Geen rekening en verantwoording, dat betekent geen berekening verdeling gelden.
2.7.
[verzoeker] wil ‘kopieën volledige berekening verdeling gelden onder de erfgenamen’. Die kopieën zijn er niet, zo heeft [verweerder] tijdens de zitting verklaard. De executeurs hebben het saldo dat nog op de bankrekening stond nadat alle schulden waren voldaan, waaronder de erfbelasting, verdeeld onder de erfgenamen.
2.8.
Wat [verzoeker] in feite vraagt met inzage in de volledige berekening van de verdeling onder de erfgenamen is een rekening en verantwoording. Zoals de kantonrechter hiervoor heeft toegelicht, kan zij [verweerder] daartoe niet verplichten, omdat het in deze zaak gaat om het verstrekken van inlichtingen. Over de verdeling heeft [verweerder] niet meer vastgelegd dan hij al met [verzoeker] , onder andere tijdens de mondelinge behandeling op 19 oktober 2020, heeft gedeeld. Meer inlichtingen kan hij dus niet geven.
Geen kopieën volledige administratie door [B] .
2.9.
[verzoeker] vraagt om kopieën van de volledige administratie die [B] heeft gedaan en bijgehouden voor [X] , totdat [verweerder] die taak heeft overgenomen. Tijdens de zitting op 19 oktober 2020 heeft [verweerder] daarover uitgelegd dat hij van [B] niets meer heeft ontvangen dan twee Excel-bestanden, met daarin een overzicht van [X] abonnementen. [verzoeker] heeft daarop verklaard dat hij geen belang heeft bij die bestanden. Daarvan uitgaande kan de kantonrechter [verweerder] niet verplichten om verdere informatie uit de door [B] bijgehouden administratie van [X] te geven aan [verzoeker] . Die is er blijkbaar niet.
Aangifte erfbelasting.
2.10.
[verweerder] en [A] hebben de aangifte erfbelasting voor alle erfgenamen verzorgd. Aanvankelijk wilde [verzoeker] een kopie van de aangifte hebben voor zover die betrekking heeft op zijn erfdeel. Tijdens de zitting op 19 oktober 2020 heeft [verzoeker] verklaard dat hij de aangifte inmiddels in zijn bezit heeft, zodat hij zijn verzoek in zoverre intrekt.
De verkoop van de woning van [X] .
2.11.
[verweerder] en [A] hebben de woning van [X] aan de [adres] in [plaats] verkocht. Zij hebben daarvoor [Y] Makelaars uit [plaats] ingeschakeld.
2.12.
Het zit [verzoeker] dwars dat de woning in drie maanden tijd in prijs is verlaagd, van € 275.000,00 naar € 249.000,00 en uiteindelijk is verkocht voor het nog lagere bedrag van € 220.000,00. Ook begrijpt hij niet waarom de makelaar een courtage heeft berekend van 1,5%, want tussen de erfgenamen was afgesproken dat de makelaar een courtage krijgt van 1,0%. Tot slot is het [verzoeker] niet bekend aan wie de woning uiteindelijk is verkocht. Daarom wil hij een kopie van de volledige koopakte, inclusief naam en adresgegevens van de koper.
2.13.
[verweerder] heeft een toelichting gegeven op het verloop van de verkoop van de woning.
2.13.1.
Over de afgesproken courtage kon hij niets verklaren. Hij gaat ervan uit dat de makelaar overeenkomstig de opdrachtbevestiging een courtage in rekening heeft gebracht van 1,5%.
2.13.2.
De afspraken over de prijsstelling van de woning, de verlaging van de vraagprijs, en de uiteindelijke verkoopprijs zijn mondeling gemaakt met [Y] . Daarover kan [verweerder] dus geen verdere stukken verschaffen.
2.13.3.
De woning is uiteindelijk verkocht aan een persoon van Chinese komaf. [verweerder] vindt dat [verzoeker] de naam- en adresgegevens niet hoeft te weten; hij heeft daarbij immers geen enkel belang. Daarbij komt dat het verstrekken van die gegevens in strijd is met de privacywet.
2.14.
De kantonrechter zal [verweerder] opdragen om een kopie van de opdrachtbevestiging van [Y] Makelaars en een kopie van de koopakte aan [verzoeker] te geven. Daartoe geldt het volgende.
2.14.1.
[verweerder] heeft in het midden gelaten of hij bezwaar heeft tegen het verstrekken van de opdrachtbevestiging, maar het gaat hier om inlichtingen die een erfgenaam mag vragen aan de executeur. De eventuele weigering om daaraan te voldoen lijkt vooral voort te komen uit de slechte onderlinge verstandhouding, maar dat staat aan het voldoen aan de wettelijke inlichtingenverplichting niet in de weg. [verzoeker] heeft ook belang bij inzage, omdat hij daarmee kan controleren of de makelaar niet een te hoge courtage in rekening heeft gebracht.
2.14.2.
[verweerder] heeft duidelijk gemaakt dat er geen correspondentie is gevoerd over de prijsstelling van de woning. [verweerder] kan dus geen verdere inlichtingen verstrekken dan hij al heeft gedaan in de e-mailberichten aan alle erfgenamen en tijdens de zitting op 19 oktober 2020.
2.14.3.
[verzoeker] wil weten wie de woning van [X] heeft gekocht. Daarom wil hij inzage in de koopakte. In de situatie dat er geen executeur was benoemd, had [verzoeker] de koopakte ook moeten mee-ondertekenen. In zoverre gaat het privacy-argument van [verweerder] dan ook niet op. Hoewel sprake lijkt te zijn van een gering belang van [verzoeker] bij zijn wens om te weten wie de woning heeft gekocht (de koper verhuurt de woning immers), is de kantonrechter van oordeel dat dit ook inlichtingen zijn die een erfgenaam aan de executeur mag vragen.
De wijze waarop de inlichtingen moeten worden verstrekt.
2.15.
[verweerder] wil alleen de inlichtingen aan [verzoeker] verstrekken door hun zus [C] inzage te bieden. Naar [verweerder] meent, voldoet hij daarmee aan de wettelijke bepaling van het geven van ‘inzage’.
2.16.
De kantonrechter is van oordeel dat [verweerder] de gevraagde inlichtingen moet verstrekken aan [verzoeker] , niet aan een tussenpersoon zoals [C] . De kantonrechter zal de wijze waarop [verweerder] de verlangde inlichtingen moet verschaffen bepalen, dat staat zo in de wet (artikel 843a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering): [verweerder] zal de kopieën van de koopakte en van de opdrachtbevestiging aan [verzoeker] moeten versturen per post of per e-mail. Als [verweerder] ze verstuurt per post, moet [verzoeker] de kosten daarvan vergoeden die de kantonrechter begroot op € 5,00.
Voorwaarden verbinden aan het verzoek?
2.17.
[verzoeker] wil dat de kantonrechter voorwaarden verbindt aan zijn verzoek, omdat hij het vertrouwen geheel kwijt is. Het is de kantonrechter niet duidelijk wat [verzoeker] bedoelt. Mogelijk doelt [verzoeker] daarmee op de regeling over de dwangsom, die inhoudt dat [verweerder] een geldbedrag aan [verzoeker] moet betalen als hij niet op tijd aan de veroordeling voldoet. De kantonrechter ziet voor zo’n dwangsom geen reden. Het gaat om een beperkte inspanning die [verweerder] nog moet verrichten, namelijk het verstrekken van kopieën van twee stukken: de opdrachtbevestiging van [Y] en de koopakte van de woning van [X] . Het is de kantonrechter duidelijk geworden dat beide broers het niet met elkaar eens zullen worden, maar de kantonrechter vertrouwt erop dat [verweerder] zonder meer aan een veroordeling door de kantonrechter zal voldoen. Mocht hij dat evenwel nalaten, dan staat voor [verzoeker] de weg open om alsnog een dwangsom te vorderen in een aparte procedure (via een deurwaarder).
Proceskosten.
2.18.
[verweerder] wil dat de kantonrechter [verzoeker] veroordeelt de kosten te vergoeden die hij in deze zaak heeft gemaakt. Hij wil een vergoeding van zijn uurloon (€ 95,00) en van de reiskosten. De kantonrechter wijst dat af, om drie redenen. Voor een proceskostenveroordeling is pas aanleiding als een partij is aan te wijzen als de verliezende partij. [verzoeker] heeft niet in alles gelijk gekregen, maar [verweerder] moet wel nog de nodige inlichtingen verstrekken. [verzoeker] is dus niet aan te merken als de verliezende partij. Op de tweede plaats heeft [verweerder] geen professionele gemachtigde ingeschakeld voor deze procedure, waarvoor bovendien standaard tarieven gelden die flink lager zijn dan de bedragen die [verweerder] vordert. Tot slot is het uitgangspunt van de kantonrechter in familiezaken dat geen partij wordt veroordeeld in de kosten van de andere partij. De kantonrechter ziet in deze zaak geen aanleiding om van dat uitgangspunt af te wijken. Zij zal de proceskosten ‘compenseren’, wat inhoudt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Ontslag als executeur.
2.19.
[verweerder] wil dat de kantonrechter hem ontslag verleent als executeur. Maar de executele is al geëindigd, de nalatenschap is geheel afgewikkeld. De enige beheerstaak die nog resteert, is het verstrekken van inlichtingen aan [verzoeker] . Omdat de beheerstaken daarna zijn beëindigd, ziet de kantonrechter geen aanleiding om [verweerder] te ontslaan als executeur en een nieuwe executeur te benoemen. In zoverre wijst de kantonrechter het verzoek van [verweerder] daarom af.

3.De beslissing

De kantonrechter, zowel in het verzoek als in het tegenverzoek:
3.1.
veroordeelt [verweerder] om aan [verzoeker] kopieën te verstrekken van de opdrachtbevestiging van [Y] Makelaars te [plaats] ter zake van de verkoop van de woning van [X] en van de koopakte betreffende die woning, door die kopieën aan [verzoeker] te versturen per post of per e-mail;
3.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen, op die manier dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2020. (CT)