Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[Eiser] ,
[Eiseres],
1.[Gedaagde sub 1] ,
[Gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de akte overlegging producties (1-10) van [gedaagden] c.s.
- de descente op [het adres] te [woonplaats] en de voortgezette mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagden] c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
HR 3 mei 1991, NJ 1991,476). Uitgangspunt hierbij is dat buren ten opzichte van elkaar een zekere tolerantieplicht hebben waarbij zij een zekere mate van hinder hebben te aanvaarden.
NJ 1996, 501) volgt dat degene bij wie het bezit is aangevangen zich krachtens erfdienstbaarheid bevoegd moet hebben beschouwd en zich ook redelijkerwijs bevoegd mocht beschouwen de desbetreffende toestand te doen voortduren.
980,00