Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorziening
in de zaak tussen
[verzoeker] verzoeker,
de burgemeester van Twenterand, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 16 december 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die door de burgemeester van Twenterand een gebiedsverbod was opgelegd. Dit verbod hield in dat verzoeker zich gedurende acht weken, van 19 november 2020 tot en met 14 januari 2021, niet mocht bevinden in of nabij de woning van zijn vriendin in Vriezenveen. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij zich wilde vestigen bij zijn vriendin. Tijdens de zitting op 10 december 2020 heeft verzoeker zijn argumenten gepresenteerd, waarbij hij stelde dat het besluit in strijd was met de Gemeentewet en dat er geen sprake was van een verstoring van de openbare orde.
De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester op basis van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet bevoegd is om een gebiedsverbod op te leggen bij verstoring van de openbare orde. De rechter benadrukte dat de burgemeester een ruime beoordelingsvrijheid heeft en dat het besluit slechts terughoudend kan worden getoetst. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester in redelijkheid kon oordelen dat er sprake was van een ernstige verstoring van de openbare orde, veroorzaakt door verzoeker, en dat het gebiedsverbod noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bestreden besluit rechtmatig was. De rechter oordeelde dat de burgemeester meer gewicht had mogen toekennen aan het algemeen belang van de openbare orde en de veiligheid van omwonenden dan aan het belang van verzoeker. De voorzieningenrechter concludeerde dat het gebiedsverbod niet verder ging dan strikt noodzakelijk en voldeed aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.