ECLI:NL:RBOVE:2020:4469

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
22 december 2020
Zaaknummer
C/08/239490 / HA ZA 19-495
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake duurovereenkomst tussen Jocombi en Serv-RD B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een geschil tussen de eisers, [eiseres] en [eiser], en de gedaagde, Serv-RD B.V., over de uitvoering van een duurovereenkomst. De eisers vorderen betaling van een onbetaalde factuur van € 3.578,39, alsook een percentage van 10% van de omzet die Serv-RD heeft behaald met de verkoop van meetkabels aan Eaton. De rechtbank heeft op 22 juli 2020 een tussenvonnis gewezen waarin de procedure verder wordt toegelicht. De eisers hebben hun vorderingen onderbouwd met feiten over de samenwerking tussen hen en Serv-RD, waarbij zij stellen dat er een mondelinge overeenkomst is gesloten die hen recht geeft op een provisie over de verkopen aan Eaton. De rechtbank heeft de partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling om de zaak verder te bespreken, waarbij de aanwezigheid van personen die van de zaak op de hoogte zijn, wenselijk wordt geacht. De rechtbank heeft ook aangegeven dat partijen hun stukken tijdig moeten indienen en dat zij de mogelijkheid hebben om hun verweer te voeren. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor het bepalen van een datum voor de mondelinge behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Vonnis in de hoofdzaak en in het incident van 22 juli 2020
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/08/239490 / HA ZA 19-495 van

1.[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. E.H. Groen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SERV-RD B.V.,
gevestigd te Haaksbergen,
gedaagde,
advocaat mr. R. Kroon te Almelo.
Partijen zullen hierna [eiseres] , [eiser] en Serv-RD genoemd worden.

1.De procedure in de hoofdzaak en in het incident

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 18 maart 2020 waarin een mondelinge behandeling is gelast zowel in de hoofdzaak als in het incident;
  • de e-mail van 25 maart 2020 van de rechtbank waarin partijen is meegedeeld dat de rechter heeft besloten dat er vanwege Corona geen zitting komt, maar dat de zaak verder schriftelijk verloopt;
  • de conclusie van repliek met producties;
  • de conclusie van dupliek met producties;
  • de akte uitlaten producties aan de zijde van [eiseres] en [eiser] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] handelt onder de naam Jocombi (eenmanszaak), welke bedrijfsuitoefening bij de Kamer van Koophandel te boek staat als een groothandel in verlichtingsartikelen, maar die feitelijk ook heeft te gelden als een elektrotechnisch installatiebureau. [eiser] is door [eiseres] gevolmachtigd om voor haar op te treden.
2.2.
Serv-RD heeft een onderneming die zich bezig houdt met onder meer de ontwikkeling en engineering van electrotechnische oplossingen voor hoog-midden en laagspanning toepassingen, die op 8 april 2016 door de heer [X] en de heer [Y] is opgericht. Na het overlijden van [X] op [2017] is Backbone Holding B.V. enig bestuurder en aandeelhouder Serv-RD. [Y] is enig bestuurder en enig aandeelhouder van Backbone Holding B.V.
2.3.
Voor de oprichting van Serv-RD was [X] verbonden aan [A] B.V., dreef hij de eenmanszaak BIM-HJ en richtte hij BIM Beheer B.V. op, waarvan hij enig bestuurder en aandeelhouder was. BIM-HJ en BIM Beheer B.V. worden hierna, voor zover het onderscheid niet van belang is, allebei aangeduid als BIM. Deze (rechts)personen speelden een rol in de levering van meetkabels door [eiseres] aan Eaton. De handel was sinds april 2016 als volgt georganiseerd:
Eaton stuurt aan [eiseres] een inkooporder met de hoeveelheid en het type meetkabels die zij wil afnemen;
[eiseres] plaatst aan de hand van de inkoopopdrachten van Eaton een inkooporder, laatstelijk bij BIM;
BIM besteedt de productie van de meetkabels uit aan Hollander;
BIM levert de meetkabels feitelijk af bij Eaton;
BIM stuurt vervolgens een factuur van haar werkzaamheden aan [eiseres] ;
[eiseres] stuurt een factuur voor de meetkabels aan Eaton met 10% provisie op de prijs van BIM.
2.4.
Voor de fabricage van de meetkabels benodigde stekkersets nam [eiseres] af bij Cellpack en verkocht deze vervolgens met een opslag van 10% door aan BIM en later aan Serv-RD. Daarbij werd als volgt te werk gegaan:
Serv-RD stuurt de inkooporder voor producten van Cellpack naar [eiseres] ;
[eiseres] stuurt de inkooporder voor de stekkers naar Cellpack;
Cellpack levert feitelijk de stekkers af bij Hollander die de meetkabels daadwerkelijk produceert;
Cellpack factureert aan [eiseres] ;
[eiseres] factureert aan Serv-RD en rekent daarbij een opslag van 10%.
2.5.
In mei 2016 zijn ( [eiser] namens) [eiseres] en ( [X] namens) BIM mondeling overeen gekomen dat het efficiënter is als Eaton de inkooporders voor meetkabels rechtstreeks bij BIM plaatst. [eiseres] zou daarbij aanspraak blijven maken op de provisie van 10% van de omzet van BIM uit de meetkabels voor Eaton en de toeslag van 10% over de daarvoor bij Cellpack aangeschafte stekkersets.
2.6.
Bij e-mail van 10 april 2017 heeft ( [X] namens) Serv-RD aan [eiseres] verzocht om een nieuwe order van Eaton in de administratie te vermelden als een Serv-RD order. Vanaf 8 juni 2017 lopen de orders van Eaton niet langer via BIM, maar plaatst Eaton de orders rechtstreeks bij Serv-RD, van wie [X] op dat moment naast [Y] (indirect) bestuurder en aandeelhouder was.
2.7.
[eiseres] brengt bij Serv-RD een opslag van 10% in rekening van de door [eiseres] bij Cellpack afgenomen stekkersets die werden gebruikt voor het maken van de meetkabels voor Eaton. De facturen waarmee deze 10% bij Serv-RD in rekening worden gebracht, zijn (steeds) door Serv-RD betaald. Na het overlijden van [X] zijn door Serv-RD aan [eiseres] nog 46 facturen betaald, voor een totaal van € 76.124,36.
2.8.
Na het overlijden van [X] is [Y] zich binnen Serv-RD gaan bezighouden met de in- en verkoop van stekkers en meetkabels. [Y] heeft bij mail van 514 november 2017 contact opgenomen met [eiser] . In die mail schrijft hij voor zover hier van belang:
‘Enige tijd geleden hebben wij kort na het overlijden van [X] een gesprek gehad over de productie van de Eaton kabelsets. Daarbij is door ons aangegeven dat met het huidige prijs- en kostenniveau, de bijdrage van de sets voor Serv-RD dusdanig laag is dat er momenteel geld bij moet. (…)
Op dit moment krijgt Jocombi een provisie van 10% over de bruto verkoopprijs. Daarnaast verdient Hollander met het assembleren van de sets. Conclusie is dus dat iedereen eraan verdient behalve SERV-RD. (…) Wij realiseren ons dat jij als persoon erg belangrijk bent geweest bij het initialiseren van deze handel. Dat willen wij ook niet bagatelliseren en ere wie ere toekomt. Toch willen wij jou voorstelen om het verdienmodel iets te gaan wijzigen. (…). Ons voorstel is om Jocombi voor 2018 een provisie uit te keren van 10% over de totale inkoopprijs i.p.v. de bruto verkoopprijs. (…) Donderdag hebben wij een afspraak bij Cellpack. Daarbij willen wij bespreken om een aantal van onze mensen te trainen voor het vervaardigen van Cellpack kabelsets. Daarnaast zullen we het houden van voorraden bespreken en willen wij graag rechtstreeks inkopen bij Cellpack. (…).’
2.9.
Donderdag 16 november 2017 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [Y] namens Serv-RD, [eiser] namens [eiseres] en de heer [B] van Cellpack. Van het gesprek is een gespreksverslag gemaakt dat [eiser] heeft opgevraagd, maar dat hem niet is verstrekt. Dit blijkt uit mailcorrespondentie. In een mail van 4 oktober 2018 schrijft [eiser] voor zover hier van belang aan [B] :
‘Bij deze bevestig ik naar aanleiding van ons telefoongesprek van gisteravond dat je van [Y] geen toestemming hebt gekregen om het gespreksverslag naar mij door te sturen. Dat is jammer omdat het een gesprek tussen ons drieën was. Ook had ik je een overzicht van de door [Y] geplaatste orders door te sturen. Zie onderstaande mail. Wil je dat alsnog doen? (…).’
Daarop heeft [B] diezelfde dag per mail gereageerd:
‘Ook dit heb ik overlegd met [Y] en hij geeft aan dat dit ook niet verstuurd mag worden. [Y] heeft jou uitgenodigd voor een één op één gesprek. Ik stel voor dat jij dit bij [Y] rechtsreeks opvraagt.’
Bij mail van 29 januari 2019 heeft [eiser] [B] nogmaals tevergeefs om een afschrift van het gespreksverslag verzocht.
2.10.
Op 2 januari 2018 mailt [Y] – voor zover hier van belang - aan [eiser] :
‘(…) Om die reden willen we daar zelf meer controle over hebben door een deel van de stekkers zelf of in eigen beheer te gaan monteren.
De prijsopzet van [X] destijds bevatte een aantal componenten niet:
  • Transport en aflevering naar Eaton
  • Verpakking
  • Handleiding vanuit SERV-RD (werkvoorbereiding, bestellen materialen, contact naar klant, transport naar montagefaciliteit, afhandeling etc.)
  • Garantie en risico ) retouren, defecten etc.)
Het feit blijft dat de kosten en het risico aan de zijde van SERV-RD liggen.
Bij Cellpack geef jij aan dat Jocombi een toeslag berekent op iedere bestelde stekkerset. Indien een dergelijke marge binnen de verkoopprijs van kabelsets mogelijk is, heb k daar geen enkele moeite mee. Echter dat is niet het geval en berekenen we dus marge op marge. Dat is niet fair. Dus vraag: hoeveel berekend jij nu over de stekkersets van Cellpack? Is dit inderdaad 10% zoals je in Almere vertelde? (…).’
2.11.
Op 5 januari 2018 mailt [Y] - voor zover hier van belang - aan [eiser] :
‘(…) Ik vind het wel jammer dat je blijkbaar moeilijk in beweging wilt komen. [Y] , de insteek van SERV-RD is altijd geweest dat we elkaar vooruithelpen. Op deze basis is [X] ook met het bedrijf begonnen met ondersteuning van een aantal personen. En op die basis willen wij het bedrijf ook voortzetten, dat is zijn gedachtengoed.
Toen [X] nog leefde, hebben we met zijn 3-en al om tafel gezeten en uitgesproken dat we oude relaties respecteren zoals ze zijn. Het is dus niet onze intentie om jou brood uit de mond te stoten maar om samen de business uit te bouwen.
Wij zijn inmiddels drukdoende om met alternatieve leveranciers te praten voor het maken van de stekkersets zodat rendementen zullen stijgen. Middels het stroomlijnen van processen zijn we uiteindelijk allemaal gebaat bij een continue en winstgevend orderproces. Uiteindelijk zal dit leiden tot een hogere bijdrage voor iedereen. De aantallen nemen toe aldus Eaton, dus ook jouw inkomsten zullen daarmee toenemen. Afijn, dat is een van de dingen welke ik met je zou willen bespreken. Laten we met elkaar in gesprek blijven, dat is altijd het beste uitgangspunt. (…).’
2.12.
Op enig moment is Serv-RD de stekkersets benodigd voor de meetkabels van Eaton rechtstreeks bij Cellpack gaan bestellen. Daarvan is [eiseres] op de hoogte geraakt doordat Cellpack haar informeerde over deze bestellingen door het sturen van een factuur als bedoeld onder stap 4 genoemd in 2.4, die door [eiseres] ook aan Cellpack is betaald. Daarna heeft [eiseres] met de factuur van 20 juni 2018 ten bedrage van € 3.578,39 10% opslag over de door Serv-RD rechtstreeks bij Cellpack bestelde stekkersets in rekening gebracht. Deze factuur heeft Serv-RD niet betaald.
2.13.
Serv-RD heeft [eiseres] geen inzicht (meer) gegeven in de meetkabelorders die Eaton bij Serv-RD heeft geplaatst, zodat [eiseres] niet in staat was om 10% provisie over die orders te berekenen en aan Serv-RD te factureren.
2.14.
Sinds 8 juni 2018 heeft de advocaat van [eiseres] en [eiser] Serv-RD meermaals gewezen op het bestaan van de overeenkomst tussen [eiseres] en Serv-RD en Serv-RD tevergeefs verzocht en gesommeerd om inzage te verstrekken in de na het overlijden van [X] door Eaton bij Serv-RD geplaatste orders en om de factuur van
20 juni 2018 te betalen, waarna uiteindelijk is overgegaan tot het dagvaarden van Serv-RD.

3.Het geschil

in de hoofdzaak

3.1.
Eisers vorderen bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
veroordeling van Serv-RD tot betaling van € 3.578,39 uit hoofde van de niet betaalde factuur, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 4 juli 2018 tot aan de dag van volledige betaling;
te verklaren voor recht dat Serv-RD gehouden is de verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen lopende duurovereenkomst na te komen en in de toekomst te blijven nakomen totdat de overeenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, door aan Jocombi te betalen, een percentage van 10% van de omzet die Serv-RD heeft behaald met de verkoop en levering van meetkabels aan Eaton, over de periode vanaf 1 mei 2018 (voor zover niet reeds is betaald) tot aan de dag van het rechtsgeldig einde van de overeenkomst tussen Jocombi en Serv-RD, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van opeisbaarheid van de diverse bedragen tot aan de dag van algehele betaling;
te verklaren voor recht dat Serv-RD gehouden is aan Jocombi te betalen een percentage van 10% boven op de inkoopsprijs van de totale inkompen van Serv-RD bij Cellpack van onderdelen die gebruikt zijn bij het vervaardigen van de meetkabels ten behoeve van Eaton, vanaf 1 mei 2018 (voor zover niet reeds is betaald) tot aan de dag van het rechtsgeldig einde van de overeenkomst tussen Jocombi en Serv-RD, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
Serv-RD te veroordelen tot betaling van de (na)kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechelijke incassokosten.
3.2.
Serv-RD voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna en/of in vervolgvonnissen, voor zover van belang, nader ingegaan.
in het incident
3.4.
Eisers vorderen - samengevat - bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad dat Serv-RD op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis aan eisers de navolgende (fotokopieën van) bescheiden, te verstrekken, al dan niet door deponering ter griffie:
alle bescheiden die betrekking hebben op de door Eaton bij Serv-RD bestelde meetkabels vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag van het vonnis, waaronder, maar niet beperkt tot alle OOB’s en bestelorders van Eaton en alle door Serv-RD aan Eaton verzonden facturen betreffende deze meetkabels, almede bankafschriften van Serv-RD met betrekking tot alle door Eaton verrichte betalingen aan Serv-RD over de genoemde periode;
alle bescheiden die betrekking hebben op de door Serv-RD bij Cellpack bestelde onderdelen ten behoeve van het vervaardigen van de meetkabels voor Eaton vanaf
1 mei 2018 tot aan de dag van ht vonnis, waaronder maar niet beperkt tot alle bestelorders van Serv-RD aan Cellpack, alle door Cellpack aan Serv-RD verzonden facturen en/of bonnen van contante betalingen.
3.5.
Serv-RD voert ook hier gemotiveerd verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna en/of in vervolgvonnissen, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De overwegingen

4.1.
De rechtbank ziet aanleiding om alsnog een mondelinge behandeling te bevelen als bedoeld in artikel 87 Rv. De mondelinge behandeling zal betrekking hebben op zowel het geschil in de hoofdzaak als het geschil in het incident.
4.2.
De rechtbank acht aan beide zijden de aanwezigheid bij de mondelinge behandeling wenselijk van personen die inhoudelijk van de zaak op de hoogte zijn alsmede van personen die bevoegd zijn om een regeling te treffen.
4.3.
Een partij die zich tijdens de mondelinge behandeling wil beroepen op stukken die nog niet zijn overgelegd, moet die stukken uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling hebben ingebracht door (tijdige) toezending aan de rechtbank en de wederpartij.
4.4.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen ook in het nadeel van die partij kan maken die zij geraden acht.

5.De beslissing zowel in de hoofdzaak als in het incident

De rechtbank
5.1.
beveelt een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 87 Rv,
5.2.
partijen moeten, bijgestaan door hun advocaten, verschijnen op de mondelinge behandeling door mr. M.L.J. Koopmans in het gerechtsgebouw aan de Egbert Gorterstraat 5 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
5.3.
bepaalt dat partijen in persoon aanwezig moeten zijn, dan wel (indien het een rechtspersoon betreft) vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is deze partij te vertegenwoordigen,
5.4.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
26 augustus 2020voor het bepalen van dag en tijdstip waarop de mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Partijen hoeven niet aanwezig te zijn bij deze rolzitting. Partijen kunnen tot uiterlijk vrijdag voordien schriftelijk 20 verhinderdata (of 40 verhinderingsdagdelen) opgeven voor de drie maanden volgend op de genoemde rolzitting,
5.5.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen, alsmede dat bij de planning geen rekening zal worden gehouden met de verhinderingen van een partij die meer verhinderingen heeft opgegeven dan hiervoor onder 5.4. genoemd,
5.6.
bepaalt dat de mondelinge behandeling in beginsel niet zal worden uitgesteld nadat daarvoor een dag en het tijdstip zijn bepaald,
5.7.
wijst partijen er op, dat voor de mondelinge behandeling
anderhalf uurzal worden uitgetrokken,
5.8.
wijst partijen er op dat zij eventuele nadere stukken ten behoeve van de mondelinge behandeling tot uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling in het geding kunnen brengen;
5.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.J. Koopmans en in het openbaar uitgesproken op
22 juli 2020. [1]

Voetnoten

1.type: