ECLI:NL:RBOVE:2020:468

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 februari 2020
Publicatiedatum
6 februari 2020
Zaaknummer
08/000013-96
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een 70-jarige man met ernstige seksuele delicten

Op 6 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel de terbeschikkingstelling van een 70-jarige man verlengd met een jaar. De man, die sinds 1997 onder de maatregel valt, is ter beschikking gesteld na ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en poging tot verkrachting. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling beoordeeld, waarbij de veiligheid van anderen en de ernst van de feiten zwaar hebben gewogen. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting en heeft een lange en moeizame behandelgeschiedenis achter de rug. Ondanks positieve stappen in zijn behandeling, zoals het volgen van therapieën en het gebruik van libidoremmende medicatie, blijft het recidivegevaar aanwezig. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk is om het risico op (seksuele) incidenten te beperken. De rechtbank heeft de verlenging van de maatregel voor een jaar gerechtvaardigd, met de mogelijkheid om de situatie eerder te herzien, gezien de lange duur van de maatregel en de noodzaak voor een zorgvuldige resocialisatie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/000013-96
Datum uitspraak: 6 februari 2020
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde] ,
geboren op [geboortedatum] 1949 in [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Pompestichting,
Weg door Jonkerbos 55 (6532 CN) in Nijmegen,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van 27 februari 1997 van het Gerechtshof te Arnhem ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • verkrachting;
  • diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
  • poging tot verkrachting;
  • feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 2 augustus 1997 en laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 25 april 2019. De maatregel eindigt, behoudens nadere voorziening, op 18 januari 2020.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 6:6:12 Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte stukken, te weten:
- het adviesrapport van de kliniek, FPC Pompestichting, van 11 november 2019, opgemaakt en ondertekend door drs. H. Pétursdóttir, behandelcoördinator, en E.P.M.T. Brouns, psychiater, directeur patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
- de wettelijke aantekeningen over de periode 1 juli 2018 tot en met
30 september 2019.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 12 december 2019 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 23 januari 2020.
Op de vordering zijn gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat in ’s-Gravenhage;
  • de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk;
  • drs. H. Pétursdóttir, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de terbeschikkinggestelde de afgelopen periode positieve stappen heeft gezet en verzoekt de verlengingstermijn, gelet op het beginsel van proportionaliteit, te beperken tot een jaar.

4.De beoordeling

De vordering is op 12 december 2019 en derhalve tijdig ingediend.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
In het verlengingsadvies is – zakelijk weergegeven – het volgende vermeld.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Gerelateerd aan deze persoonlijkheidsproblematiek is er sprake van crimineel gedrag en ernstige seksuele delicten. Er is sprake van een parafilie, waarbij exhibitionisme en voyeurisme een rol spelen en de terbeschikkinggestelde zich heeft gericht op kwetsbare, voornamelijk (hoog)bejaarde vrouwen. Daarnaast was er in het verleden sprake van alcoholmisbruik. Het risico op terugval in crimineel gewelddadig gedrag bij beëindiging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt als hoog ingeschat. Het risico op terugval in seksueel gewelddadig gedrag in het geval van onbegeleid verlof wordt als matig ingeschat, dat van een terugval in een vermogensdelict als hoog. Het risico op onttrekking bij verloven wordt als laag ingeschat.
In de huidige kliniek is de derde behandelpoging opgestart na een zeer lange en moeizame behandelgeschiedenis, die gekenmerkt wordt door gebrekkige samenwerking en vastlopende resocialisatietrajecten vanwege recidives en verdenkingen daarvan. Door de Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg (LAP) is in 2016 een longstay-aanvraag afgewezen. De onderliggende redenen hiervoor waren onder meer dat de terbeschikkinggestelde nog in het behandeltraject zat en niet alle behandelmogelijkheden, zoals behandeling en resocialisatie met medicamenteuze ondersteuning, waren ingezet. In de afgelopen jaren in de huidige kliniek heeft de terbeschikkinggestelde de geïndiceerde therapieën/trainingen goed gevolgd. Bij het opstellen van de delictketen en het terugvalpreventieplan geeft de terbeschikkinggestelde blijk van inzicht in factoren en situaties die voor hem risicoverhogend zijn en hierin is hij over de jaren heen ook consistent.
Na meerdere behandel- en resocialisatiepogingen en enkele recidives, hangt resocialisatie bijna geheel af van extern risicomanagement. De terbeschikkinggestelde is daarom vrijwillig gestart met libidoremmende medicatie. In 2018 heeft de terbeschikkinggestelde tijdens onbegeleid verlof een diefstal gepleegd. Als gevolg van dit incident werd het verlof opgeschort en nadat hij door het Openbaar Ministerie als verdachte was aangemerkt, verviel zijn verlof van rechtswege. Verder heeft er een zorgconferentie plaatsgevonden waar is stilgestaan bij de situatie van de terbeschikkinggestelde. Hieruit kwam naar voren dat het ingezette traject richting begeleid wonen vooralsnog kon worden voortgezet.
Inmiddels is de strafzaak tegen de terbeschikkinggestelde geseponeerd omdat de terbeschikkinggestelde de maatregel doorloopt. Door de gepleegde diefstal is de voortvarendheid van het traject van de terbeschikkinggestelde tijdelijk een halt toegeroepen, maar de terbeschikkinggestelde heeft het hernieuwde resocialisatietraject opgepakt. De bevindingen van de terugvalanalyse zijn ingevoegd in het nieuwe risicomanagement dat grotendeels wordt gevormd door externe factoren, zoals toezicht en controle, maar ook deels door de inzet en meewerkende houding van de terbeschikkinggestelde. Het traject van de terbeschikkinggestelde zal opnieuw meerdere jaren nodig hebben om tot een verantwoorde uitstroom te kunnen komen. Gebleken is namelijk dat de terbeschikkinggestelde kwetsbaarder wordt bij afnemende begeleiding en toezicht. De terbeschikkinggestelde beschikt weer over een eerste verlofmachtiging en het praktiseren van deze verloven heeft geen problemen opgeleverd.
De terbeschikkingstelling met dwangverpleging met verblijf binnen een FPC wordt momenteel noodzakelijk geacht om het risico op (seksuele) incidenten te beperken. De terbeschikkinggestelde heeft kort geleden laten zien dat hij nog altijd in staat is impulsief gedrag te tonen, zoals de diefstal, wat vervolgens zijn traject negatief heeft beïnvloed. De terbeschikkinggestelde moet via een geleidelijk traject oefenen met meer vrijheden. Het blijft van groot belang dat de terbeschikkinggestelde kan laten zien dat hij oplopende spanningen kan herkennen, delen en hanteren. Gelet op het hiervoor genoemde adviseert de kliniek de terbeschikkingstelling te verlengen met de duur van twee jaren.
De toelichting van de deskundige ter zitting
De deskundige Pétursdóttir persisteert bij het advies en heeft – zakelijk weergegeven – aanvullend het volgende opgemerkt.
De aanvraag voor onbegeleid verlof is door het ministerie vooralsnog aangehouden, omdat men eerst nader zicht wil hebben op de vraag of de recidive zou kunnen voortkomen uit een seksuele delictdynamiek. De aanvraag voor semi-onbegeleid verlof is wel toegekend en de terbeschikkinggestelde is opnieuw aangemeld voor de resocialisatieafdeling. Indien de behandeling positief verloopt is het doel op lange termijn de stappen te hervatten van onbegeleid verlof en op termijn via transmuraal verlof en proefverlof en op passend tempo door te groeien naar een vorm van begeleid zelfstandig wonen met blijvend toezicht en begeleiding.
Het oordeel van de rechtbank
Ingevolge artikel 38d en 38e, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) kan de termijn van de terbeschikkingstelling telkens met een jaar dan wel twee jaren worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen die verlenging eist. Het criterium dat de rechtbank ter toetsing voorligt betreft aldus het zogenoemde gevaarscriterium.
De maatregel van terbeschikkingstelling is reeds tweeëntwintig jaar van kracht. Naarmate de maatregel langer duurt dient de rechtbank, gelet op het beginsel van proportionaliteit, de duur van de maatregel zwaarder te laten wegen in haar beslissing over de noodzaak tot verlenging daarvan. In die afweging zijn de ernst van de feiten en de aard en ernst van de problematiek van de terbeschikkinggestelde eveneens van belang.
Gelet op het advies van de kliniek en in aanmerking genomen hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten verkrachting, poging tot verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Ondanks de lange duur van de maatregel is de rechtbank van oordeel dat verlenging daarvan, gelet op de aard en ernst van de problematiek van de terbeschikkinggestelde en de ernst van de feiten, alsmede het nog aanwezige recidivegevaar, niet disproportioneel is.
De rechtbank stelt vast dat de huidige behandeling een derde behandelpoging van de terbeschikkinggestelde betreft na een zeer lange en moeizame behandelgeschiedenis die gekenmerkt wordt door gebrekkige samenwerking en vastlopende resocialisatietrajecten vanwege recidives en verdenkingen daarvan. De behandeling van de terbeschikkinggestelde verliep voorspoedig totdat de verlofmachtiging van de terbeschikkinggestelde – als gevolg van de verdenking van diefstal tijdens zijn onbegeleide verlof in 2018 – werd ingetrokken. Als gevolg van de intrekking van de verlofmachtiging werd de terbeschikkinggestelde teruggeplaatst naar de behandelafdeling van de kliniek, wat voor stagnatie in het resocialisatietraject heeft gezorgd. Inmiddels is de strafzaak over die diefstal geseponeerd wegens de lopende tbs-maatregel en is er een hernieuwd resocialisatietraject gestart. Daarnaast is er een machtiging voor begeleid verlof en semi-onbegeleid verlof afgegeven, en de praktisering van het verlof verloopt naar tevredenheid van de kliniek. Ook is de terbeschikkinggestelde trouw in het gebruik van zijn libidoremmende medicatie, wat op hem een positieve uitwerking lijkt te hebben. Het is positief dat de terbeschikkinggestelde, ondanks enkele ongenoegens en gevoelens van somberheid over het langdurige traject, zich blijft inzetten. De nodige stappen richting resocialisatie moeten nog worden gezet en dat traject dient geleidelijk en zorgvuldig te verlopen. Van belang is dat de terbeschikkinggestelde stabiel blijft functioneren en er geen incidenten zullen zijn.
Het behandelplafond is nog niet bereikt en het recidiverisico is nog niet voldoende ingedamd. De rechtbank acht het wel wenselijk, gezien de verwachte ontwikkelingen in de komende periode waarin wordt ingezet op het doorlopen van een hernieuwd resocialisatietraject, om op kortere termijn dan over twee jaar te bezien hoe de situatie alsdan is. Het is niet ondenkbaar dat op dit gebied binnen een jaar vorderingen worden gemaakt, hoewel daarmee niet is gezegd dat de maatregel over een jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. Het is van belang dat de terbeschikkinggestelde gemotiveerd blijft voor het nog te doorlopen traject. Om die reden acht de rechtbank, mede rekening houdend met de lange duur van de maatregel, een verlenging voor de duur van een jaar aangewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met een jaar.
Aldus gegeven door mr. J. Corthals, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. M.H. van der Lecq, rechters, in tegenwoordigheid van J. Izgi als griffier en in het openbaar uitgesproken op
6 februari 2020.