Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
2 [belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 maart 2020 een herstelbeschikking gegeven in een eerder gewezen beschikking van 4 maart 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een kennelijke fout was gemaakt in de vermelding van het griffierecht dat door de Uitvoeringscommissie Enter was betaald. In de oorspronkelijke beschikking was abusievelijk een bedrag van € 291,00 vermeld, terwijl het wettelijk juiste bedrag voor een niet-natuurlijk persoon in deze procedure € 626,00 bedraagt. De rechtbank heeft het verzoek van de Uitvoeringscommissie om het griffierecht te corrigeren en te restitueren, beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was voor restitutie, aangezien het griffierecht correct was berekend en voldaan. De rechtbank heeft de fout in de beschikking van 4 maart 2020 gecorrigeerd door de bedragen in de rechtsoverwegingen en beslissingen aan te passen. De verbeteringen zijn vastgelegd met de datum van de herstelbeschikking.