In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 4 maart 2020 uitspraak gedaan in een beroep van een verzoeker tegen de Uitvoeringscommissie Enter. De verzoeker betwistte de classificatie van zijn gronden, die door de Uitvoeringscommissie was ingedeeld in klasse 3, terwijl hij meende dat dit klasse 2 moest zijn. De rechtbank heeft een deskundigenonderzoek gelast, dat in november 2019 heeft plaatsgevonden. Het deskundigenrapport concludeerde dat de indeling in klasse 3 juist was en dat er geen verdere verbeteringsmaatregelen nodig waren om aan de normen voor deze klasse te voldoen. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker het deskundigenrapport onvoldoende had betwist en dat zijn opmerkingen meer bevestigingen van de deskundige bevindingen waren dan inhoudelijke argumenten tegen de klasseindeling.
De rechtbank verklaarde het beroep van de verzoeker ongegrond en oordeelde dat de Uitvoeringscommissie haar aanbod om een bedrag van € 2.540,50 aan de verzoeker te voldoen, gestand zou doen. De verzoeker werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 2.711,00 werden begroot. De kosten van het deskundigenonderzoek werden vastgesteld op € 4.840,00 inclusief btw. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking staat voor de belanghebbenden beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen drie maanden na de uitspraak.