ECLI:NL:RBOVE:2020:561

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 januari 2020
Publicatiedatum
12 februari 2020
Zaaknummer
C/08/242584/ FA RK 20-65
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • H.F.J.M. Schröder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 januari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor betrokkene, geboren in 1939. De officier van justitie had op 13 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 11 januari 2020 opgelegde crisismaatregel, die was genomen op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, die niet meer in staat is om adequaat voor zichzelf te zorgen. Er zijn zorgen over haar psychische toestand, waaronder agressief gedrag en verwaarlozing. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie, noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 6 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.F.J.M. Schröder en in het openbaar uitgesproken met bijstand van griffier G. van Beugen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Zwolle
Zaaknummer: C/08/242584/ FA RK 20-65
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 januari 2020van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[A] ,
geboren [1939] te [plaats 2],
wonende te [adres] [plaats 1] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.L. Hellinga te Zwolle.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 11 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 11 januari 2020;
- de medische verklaring d.d. 11 januari 2020;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 januari
2020, op de locatie Dimence, Eerdelaan 45, 8043 RR Zwolle.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
  • S.E. Troost, psychiater;
  • K. Dijkstra, sociaal psychiatrisch verpleegkundige;
  • [B] , de echtgenoot van betrokkene.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, alsmede de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is niet meer in staat om adequaat voor zichzelf te zorgen. Sinds enkele weken raakt zij steeds meer ontregeld, waarbij zij nauwelijks meer eet, weinig slaapt en haar medicatie niet trouw inneemt. Ook was er sprake van zorgelijke waardes ten aanzien van haar diabetes. Verder is betrokkene verbaal en fysiek agressief, met name naar haar echtgenoot, maar ook naar materie. Verschillende glazen zijn hierdoor al gesneuveld en ook hebben de buren melding gedaan van overlast. De echtgenoot van betrokkene heeft reeds een lange tijd de zorg voor zijn vrouw gedragen, maar doet thans meer dan van hem verwacht kan worden. Om die reden bestaat er volgens deskundigen een reële kans op psychische overbelasting. Hoewel de echtgenoot stelt dat dit niet aan de orde is en dat hij de zorg voor zijn vrouw met wat extra hulp en aanwijzingen (tips) kan dragen, gaat de rechtbank mee in de inschatting van de behandelend psychiater, te meer omdat uit het dossier blijkt dat de echtgenoot van betrokkene kort voor de opname al een aantal keer aan de bel had getrokken omdat het thuis niet meer ging. De rechtbank is, anders dan de advocaat van betrokkene bepleit, van oordeel dat er op dit moment sprake is van onmiddellijk dreigend nadeel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
- beperken van de bewegingsvrijheid
- insluiten
- opnemen in een accommodatie, en
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. De advocaat van betrokkene voert aan dat het verzoek dient te worden afgewezen omdat er een minder bezwarend alternatief bestaat om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel af te wenden, namelijk dat betrokkene thuis door haar man wordt verzorgd. De echtgenoot van betrokkene zal dan zijn opgedane kennis ten aanzien van zorg voor zijn vrouw toepassen. Gelet op het overwogene in r.o. 2.1. gaat de rechtbank hieraan voorbij. Zij is van oordeel dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.3
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
(artikel 3:3). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [A] , geboren [1939] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- beperken van de bewegingsvrijheid
- insluiten
- opnemen in een accommodatie, en
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 februari 2020.
De beschikking is op 16 januari 2020 mondeling gegeven door mr. H.F.J.M. Schröder, rechter, en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door G. van Beugen als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.