4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 7 en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.
Feit 1 (diefstal flesjes parfum bij [winkel 1] )
Op 16 augustus 2019 heeft [aangever 2] namens [winkel 1] aangifte gedaan van een diefstal die op 15 augustus 2019 tussen 15:25 uur en 15:28 uur werd gepleegd bij het filiaal van [winkel 1] aan [adres 1] in Almelo. Nadat aangeefster van een kassamedewerker had gehoord dat verdachte – die de betreffende medewerker als winkeldief kende – de winkel uit was gelopen zonder iets af te rekenen, zag aangeefster op camerabeelden dat verdachte tot drie keer toe parfum uit een schap had gepakt en vervolgens de winkel had verlaten. Aangeefster kreeg vervolgens van een collega te horen dat uit het schap met parfums een flesje parfum van het merk Gucci, een flesje parfum van het merk Hugo Boss en nog een ander flesje parfum waren weggenomen.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft de camerabeelden van [winkel 1] uitgekeken en heeft verdachte op die beelden ambtshalve herkend aan zijn gelaat, zijn haardracht, zijn postuur en zijn manier van bewegen. Door de verbalisant is op de beelden waargenomen dat verdachte in de winkel naar de stelling met parfums liep, een parfum uit de stelling pakte, met zijn rug naar de camera achter een koeling ging staan, aan de voorzijde van zijn lichaam kennelijk iets achter zijn broek of jas stopte en al deze handelingen nog eens herhaalde met een tweede parfum. Ook heeft de verbalisant op de beelden gezien dat verdachte een derde parfum uit de stelling pakte, hiermee de winkel in liep, in een gangpad een parfum in zijn rechterjaszak stopte en de winkel verliet zonder bij de kassa te zijn geweest.
Namens [winkel 1] heeft [aangever 2] op 23 augustus 2019 nogmaals aangifte gedaan. Ditmaal ging het om een diefstal van twee flesjes parfum van het merk Giorgio Armani en twee flesjes parfum van het merk Versace op 22 augustus 2019.Getuige [getuige 1] , die op
22 augustus 2019 in de winkel werkte, hoorde rond 19:00 uur het alarm van de bewakingspoortjes afgaan en zag de haar bekende verdachte rustig de winkel uit lopen. Zij ging vervolgens direct naar het schap met de geurtjes en constateerde dat hier – anders dan eerder op de dag – meerdere lege plekken waren. Van een collega hoorde zij dat er nog geen parfum was verkocht.
Naar aanleiding van de tweede aangifte namens [winkel 1] zijn camerabeelden uitgekeken door verbalisant [verbalisant 3] . Deze heeft op de beelden waargenomen dat een man om 18:57:26 uur in de winkel bij het schap met parfums stond, dat deze man tot vier keer toe parfum pakte en dit achter zijn broek stopte en dat de man om 18:58:48 uur zonder iets af te rekenen bij de kassa richting de uitgang van de winkel liep.
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verdachte op de beelden ambtshalve herkend aan zijn gezicht, zijn postuur, zijn houding en zijn manier van lopen.
Feit 2 (diefstal fles frisdrank bij tankstation [winkel 2] )
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op 26 augustus 2019 in de shop van tankstation [winkel 2] in Almelo (inderdaad) een fles frisdrank van het merk Fanta in zijn rugtas heeft gestopt en deze fles vervolgens uit de genoemde shop heeft meegenomen.
Door de eigenaar van tankstation [winkel 2] is aangifte gedaan van diefstal van een fles Fanta uit de shop van zijn tankstation op 26 augustus 2019 om 5:27 uur.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft vier beeldbestanden van tankstation [winkel 2] uitgekeken. Op bestand WA0002 heeft hij waargenomen dat een man een kiosk van een tankstation in liep, naar de vitrines met dranken achterin de kiosk toe liep en zijn rugtas op de bankjes vlakbij de vitrines neerzette en de rits van de rugtas opende. Vervolgens nam hij waar dat de man terugliep naar de vitrines en een fles gele frisdrank pakte, weer naar de bankjes ging en zijn rugtas op de grond zette, de fles frisdrank in de rugtas deed, de rits weer sloot en uit het beeld wegliep. Op bestand WA0004 heeft de verbalisant waargenomen dat verdachte vanaf de vitrines aan kwam lopen bij de kassa en even later wegliep naar de uitgang van de kiosk, zonder dat de fles op enig moment uit de rugtas werd gehaald.
Verdachte is door verbalisant [verbalisant 5] ambtshalve herkend aan zijn haar en aan de vorm van zijn gezicht.
Wat betreft de verklaring van verdachte dat hij de door hem meegenomen fles Fanta een dag later alsnog heeft betaald, overweegt de rechtbank dat deze verklaring – wat daar verder ook van zij – niet aan een bewezenverklaring in de weg staat. Verdachte heeft de fles Fanta in de vroege ochtend van 26 augustus 2019 heimelijk in zijn rugtas gedaan en deze fles zonder te betalen of iemand op de hoogte te stellen meegenomen uit de tankshop. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in ieder geval ten tijde van de hem ten laste gelegde gedraging zelf het oogmerk had om zich de fles wederrechtelijk toe te eigenen.
Feit 3 (diefstal flesjes parfum bij [winkel 3] )
Op 27 augustus 2019 heeft [aangever 3] namens [winkel 3] aangifte gedaan van een diefstal bij het filiaal van [winkel 3] aan [adres 2] in Almelo op diezelfde datum tussen 12:25 uur en 12:30 uur. Aangeefster heeft verklaard dat zij zich rond het genoemde tijdstip in de kantoorruimte achter de winkel bevond en op de camerabeelden een man zag die steeds om zich heen keek. Zij heeft enige tijd later de camerabeelden bekeken en vervolgens in de winkel gezien dat er een parfum van het merk Chanel Allure en een parfum van het merk Lancôme Idôle misten.
Door verbalisant [verbalisant 6] zijn beelden uitgekeken. De verbalisant heeft verdachte op deze beelden voor honderd procent herkend en baseert deze herkenning op het feit dat zij bijna tien jaar in Almelo werkt en in deze periode geregeld met verdachte te maken heeft gehad. Op de beelden heeft de verbalisant verder waargenomen dat verdachte de winkel binnenkwam en om 12:26:30 uur voor een schap met parfum stond, vervolgens twee keer opvallend naar de kant keek waar kort daarvoor een verkoopster liep en daarna een flesje parfum achter zijn broek stopte. Ook heeft de verbalisant waargenomen dat verdachte om 12:26:40 uur weer naar het begin van de winkel toe liep en daar een tweede flesje parfum in zijn hand hield, waarbij het leek of verdachte iets van het flesje af pulkte en ook dit flesje in zijn broek verdween.
Na de aanhouding van verdachte op 27 augustus 2019 om 12:40 uur werden in de rugtas van verdachte onder meer een doosje parfum van het merk Chanel Allure en een doosje parfum van het merk Lancôme Idôle aangetroffen.
Feit 4 (diefstal blikje frisdrank en flesjes parfum bij drogisterij [winkel 4] )
Namens drogisterij [winkel 4] heeft [aangever 4] op 27 augustus 2019 aangifte gedaan van een diefstal van twee flesjes parfum en een blikje Fanta, welke diefstal op 26 augustus 2019 tussen 16:58 en 17:01 uur plaatsvond bij het filiaal van [winkel 4] aan [adres 3] in Almelo. Door aangeefster is verklaard dat zij, nadat zij had gehoord dat een man twee flesjes parfum van het merk Joop had gestolen, de voorraad checkte en zag dat er twee verpakkingen Joop Sport misten.
Getuige [getuige 2] , die op 26 augustus 2019 rond 17:00 uur achter de kassa stond, heeft verklaard dat iemand in de rij bij de kassa zei dat een man twee flesjes Joop had weggepakt en dat zij vervolgens direct haar leidinggevende had geroepen.
Verbalisant [verbalisant 4] heeft beeldfragmenten van verschillende camera’s uitgekeken en heeft verdachte ambtshalve herkend aan de vorm van zijn gezicht en aan zijn postuur. Op één van de fragmenten heeft de verbalisant waargenomen dat verdachte een blikje Fanta uit een koeling met dranken pakte en op een ander fragment dat verdachte zijn rugtas van zijn schouder haalde, het blikje Fanta daar in stopte en drie minuten later zonder iets af te rekenen de winkel verliet.
Feit 7 (diefstal flesjes parfum bij [winkel 5] )
Op 2 september 2019 deed [aangever 1] namens [winkel 5] aangifte van diefstal van twee flessen parfum op diezelfde datum tussen 15:40 en 15:50 uur. Aangeefster heeft verklaard dat zij op de genoemde datum rond 15:40 uur een man de winkel in zag komen. Deze man hield zich op bij het schap met de duurdere parfums en verliet na enkele minuten de winkel zonder iets bij de kassa af te rekenen. Aangeefster heeft verklaard dat zij de man achterna liep om te kijken of hij iets had weggenomen, maar vervolgens besefte dat zij de winkel onbeheerd achterliet. Terug in de winkel zag zij een lege plek bij het schap met flessen parfum van het merk Jean Paul Gaultier.
In de winkel hebben verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 4] beelden bekeken. De verbalisanten hebben verdachte op deze beelden herkend aan zijn gelaat, zijn postuur, zijn haardracht en zijn manier van bewegen. Door de verbalisanten is verder waargenomen dat verdachte op 15:42:49 uur de winkel in liep en een testflesje parfum uit een schap pakte. Verdachte peuterde aan het flesje, ging met zijn rug naar de camera staan en stopte het flesje aan de voorzijde achter zijn broek. Vervolgens herhaalde verdachte deze handelingen met een tweede door hem gepakt testflesje. De verbalisanten hebben op de beelden waargenomen dat verdachte daarna wegliep richting de uitgang en iets neerlegde tussen de producten die zich tegenover de parfums bevonden. Op de betreffende plek troffen de verbalisanten later de etiketten van twee flesjes parfum aan.
Feit 8 (belediging politieambtenaar)
Met betrekking tot de gang van zaken na de aanhouding van verdachte in Almelo op
27 augustus 2019 heeft verbalisant [verbalisant 1] , hoofdagent van politie bij de Eenheid Oost-Nederland, verklaard dat hij tijdens de overbrenging van verdachte naar het arrestantencomplex in Borne vanuit Almelo bij verdachte achterin de dienstauto zat en aan hem vroeg of er nog goederen in zijn rugtas zaten. Verdachte zei hierop dat de verbalisant met zijn kankerhanden van zijn spullen af moest blijven. De verbalisant deelde verdachte vervolgens mee dat er onderzoek zou worden gedaan aan zijn rugtas. Verdachte riep toen dat de verbalisant een kankerzwijn was en dat hij verdachte altijd moest hebben.
De rechtbank is van oordeel dat zowel uit de aard als uit de context van de door verdachte gedane uitingen zonder meer kan worden afgeleid dat verdachte verbalisant [verbalisant 1] met deze uitingen opzettelijk heeft beledigd en dat het opzet van verdachte mede betrekking had op de werkzaamheden van verbalisant [verbalisant 1] als politieambtenaar.
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van de verklaring die door verbalisant [verbalisant 1] in verband met de ten laste gelegde belediging op ambtseed is afgelegd. Nu uit het dossier volgt dat verdachte “kankerhond” tegen verbalisant heeft gezegd in het arrestantencomplex in
Borneen niet
in de gemeente Almelozoals is tenlastegelegd, wordt verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken.
Vrijspraak feiten 5 en 6 (heling dan wel schuldheling van een vest en een damesfiets)
Zowel wat betreft het bij verdachte aangetroffen vest van het merk McGregor (feit 5) als wat betreft de bij verdachte aangetroffen damesfiets van het merk Batavus (feit 6) bevat het dossier aanwijzingen dat het betreffende goed door verdachte is gestolen.
Nu doorslaggevend bewijs voor diefstallen door verdachte zelf gepleegd ontbreekt en het vest en de damesfiets bij de aanhouding van verdachte geen duidelijke sporen van een criminele herkomst vertoonden, is de rechtbank niettemin van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van het vest en de damesfiets wist of behoorde te weten dat deze goederen door misdrijf waren verkregen.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten.