Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Almelo
Zaak-/rekestnr.: C/08/242786 / FA RK 20-98
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 21 januari 2020van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren [1994] , [plaats]
wonende [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.S. Wibbelink te Borne.
1.Procesverloop
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 17 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 17 januari 2020
- de medische verklaring d.d. 17 januari 2020;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- politiemutaties.
1.1
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 januari 2020 bij Dimence, locatie Westerdok te Almelo.
1.2
Bij de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- [moeder] van betrokkene;
- mr. P.S. Wibbelink;
- A.W. Jansen, geneesheer-directeur.
1.3
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.
2.Beoordeling
Artikel 7:8 lid 3 Wvggz bepaalt dat de rechter op het verzoek beslist binnen drie dagen te rekenen vanaf de dag na die van het indienen van het verzoekschrift. Artikel 7:5 Wvggz bepaalt dat de crisismaatregel onder andere vervalt door het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 7:8 lid 3 Wvggz. Nu de rechtbank niet binnen de termijn van drie dagen na datum indiening verzoek heeft beslist is de crisismaatregel komen te vervallen, zodat van een verlenging geen sprake kan zijn. Daarom zal de rechtbank het verzoek afwijzen.
3
Beslissing
Beslissing
De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 21 januari 2020 mondeling gegeven door mr. M.H. van der Lecq, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door W. Spin als griffier, en op 27 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.