Op 21 januari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven in de zaak van een verzoek tot zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie heeft verzocht om een zorgmachtiging voor betrokkene, die gediagnosticeerd is met een schizo-affectieve stoornis en een verslavingsstoornis. Betrokkene vertoonde ernstig ontremd gedrag en verwaarloosde zichzelf, wat leidde tot de noodzaak van verplichte zorg. De rechtbank heeft de formaliteiten van de Wvggz in acht genomen en vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel door de psychiatrische stoornis van betrokkene.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging toegewezen voor de duur van 26 weken, met uitzondering van de opname in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, die voor maximaal zes weken zijn toegewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter M.H. van der Lecq en is op 27 januari 2020 schriftelijk vastgelegd.