ECLI:NL:RBOVE:2020:853

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 januari 2020
Publicatiedatum
26 februari 2020
Zaaknummer
C/08/242596 / FA RK 20-69
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging en verplichte zorg op basis van Wvggz toegewezen aan betrokkene met schizo-affectieve stoornis

Op 21 januari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven in de zaak van een verzoek tot zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie heeft verzocht om een zorgmachtiging voor betrokkene, die gediagnosticeerd is met een schizo-affectieve stoornis en een verslavingsstoornis. Betrokkene vertoonde ernstig ontremd gedrag en verwaarloosde zichzelf, wat leidde tot de noodzaak van verplichte zorg. De rechtbank heeft de formaliteiten van de Wvggz in acht genomen en vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel door de psychiatrische stoornis van betrokkene.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging toegewezen voor de duur van 26 weken, met uitzondering van de opname in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, die voor maximaal zes weken zijn toegewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter M.H. van der Lecq en is op 27 januari 2020 schriftelijk vastgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht Almelo
Zaaknummer: C/08/242596 / FA RK 20-69

Beschikking van de rechtbank Overijssel van 21 januari 2020

op het verzoek van

de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Nederland,

in de zaak van:

[betrokkene] ,

verder ook betrokkene te noemen,
geboren [1984] , [plaats] ,
wonende te [plaats] , [adres] ,
thans verblijvende te Dimence, locatie Westerdok in Almelo,
advocaat mr. K. ter Mors.

Het procesverloop

Op 10 januari 2020 is ter griffie ingekomen een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op grond van artikel 7:11 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).
Bij het verzoek zijn overgelegd:
- een medische verklaring als bedoeld in artikel 5:17 lid 3 sub a Wvggz;
- de zorgkaart d.d. 3 januari 2020;
- het zorgplan d.d. 9 januari 2020;
- een overzicht van eerder afgegeven machtigingen;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- politiemutaties;
- een uittreksel uit het justitieel documentatieregister.
De rechter heeft op 21 januari 2020 betrokkene, bijgestaan door mr. M.P. Smit, waarnemend voor mr. Ter Mors, alsmede [A] , psychiater, [B] , geneesheer-directeur en [C] , verpleegkundige, gehoord.

Het verzoek en de standpunten

Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene is gediagnosticeerd met een schizo-affectieve stoornis. Tevens is sprake van een verslavingsstoornis. Betrokkene was ten tijde van het opstellen van de medische verklaring angstig, gespannen en dwangmatig in zijn handelen. Het gedrag van betrokkene raakt meer ontremd als hij te veel prikkels om zich heen heeft en hij is dan niet tot nauwelijks te corrigeren. Het is niet duidelijk wat de invloed van het cannabisgebruik is op het gedrag van betrokkene. Voor opname liep betrokkene met blote voeten in een weiland en veroorzaakte hij overlast door ’s nachts te schreeuwen. Hij leefde in zijn eigen wereld met gedachten die waarschijnlijk psychotisch bepaald werden en er viel geen contact met hem te krijgen. Betrokkene verwaarloosde zichzelf en is 8 kilogram afgevallen.
Door de psychiater is toegelicht dat betrokkene sinds de opname rustiger geworden is. Hij heeft veel tijd in de EBK doorgebracht en heeft medicatie toegediend gekregen om de rust te laten terugkeren. Zonder medicatie zal de onrust zich herhalen. Of bij betrokkene de twijfels over het gebruik van medicatie opnieuw gaan toeslaan is de grootste zorg. Het is de bedoeling betrokkene op korte termijn met voorwaardelijk ontslag te laten gaan. De verwachting is dat er nog enkele weken nodig zijn om een goede overgang van de gesloten afdeling naar een open behandelsetting met thuisverblijf te realiseren. Op basis van de huidige situatie worden deze vormen van verplichte zorg voor de duur van 26 weken verzocht:
  • opnemen in een accommodatie;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische behandelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van de psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid tot betrokkene met voorwaardelijk ontslag gaat;
  • controle op aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen.
Betrokkene erkent dat de medicatie hem goed doet en hij is voornemens de medicatie te blijven gebruiken. Ook zegt betrokkene blij te zijn dat hij geen cannabis meer heeft kunnen gebruiken en hij is van plan dit niet meer te gaan gebruiken. Betrokkene wil graag zo snel mogelijk naar huis om weer deel te kunnen nemen aan de maatschappij.
Door de advocaat van betrokkene is gesteld dat er sprake is van een psychiatrische stoornis waardoor ernstig nadeel ontstaat. De toe te passen vormen van verplichte zorg zijn voldoende onderbouwd. Voor wat betreft de opname in de accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid wordt verzocht de duur te beperken omdat betrokkene op korte termijn naar huis mag.

De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing

Gebleken is dat in deze procedure de formaliteiten, zoals vereist op grond van de Wvggz,
in acht zijn genomen.
Er is bij betrokkene sprake van een psychiatrische stoornis, te weten een schizo-affectieve stoornis en een verslavingsstoornis. Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel dat bestaat uit:
  • maatschappelijke teloorgang;
  • ernstige verwaarlozing.
Door de psychiater is voldoende toegelicht dat het toepassen van zorg op dit moment nog niet op basis van vrijwilligheid kan. Aan de verklaring van betrokkene dat hij voornemens is de medicatie te blijven gebruiken kan geen grote waarde worden gehecht, omdat de ervaring leert dat betrokkene twijfelt aan het nut van medicatie als hij zich goed voelt. De kans dat betrokkene zonder medicatie snel opnieuw ernstig nadeel ondervindt is groot. Het ernstig nadeel kan worden afgewend door het toepassen van verplichte zorg. Op dit moment zijn er geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De rechtbank zal de zorgmachtiging en de hierna te noemen vormen van verplichte zorg toewijzen voor de duur van 26 weken, met uitzondering van de opname in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Deze vorm van verplichte zorg wordt toegewezen voor de duur van maximaal zes weken omdat betrokkene naar verwachting op korte termijn met voorwaardelijk ontslag zal gaan.
De overige in het verzoekschrift verzochte vormen van verplichte zorg worden afgewezen nu daartoe in relatie tot het komende voorwaardelijke ontslag geen belang mee wordt gediend.

De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [1984] te [plaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen voor de duur van 26 weken kunnen worden getroffen:
  • controle op gedrags-beïnvloedende middelen;
  • het toedienen van medicatie, vocht en voeding;
  • het uitoefenen van toezicht;
en voor de duur van 6 weken:
  • opname in een accommodatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 22 juli 2020;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is op 21 januari 2020 mondeling gegeven door mr. M.H. van der Lecq, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 januari 2020.