Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 januari 2020 inclusief producties,
- de mondelinge behandeling gehouden op 29 januari 2020, waarbij [eiseres] is verschenen, bijgestaan door mr. E.M. Elfrink. Ook [gedaagde] is verschenen, hij heeft een verklaring voorgedragen en overgelegd. De mondelinge behandeling is vervolgens aangehouden en voortgezet op 12 februari 2020, waarbij [eiseres] en mr. Elfrink zijn verschenen. [gedaagde] is niet verschenen.
- de aantekeningen van de griffier van het verhandelde ter zitting van 29 januari 2020 en
12 februari 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen om de woning staande en gelegen aan [het adres] te [woonplaats] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, te verlaten en te ontruimen met afgifte van de sleutels van de woning, de woning aan [eiseres] ter vrije beschikking te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag,
- [eiseres] te machtigen om, indien [gedaagde] met de bevolen ontruiming in gebreke blijft, op kosten van [gedaagde] de ontruiming zelf te bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
- [gedaagde] te veroordelen om zich binnen drie dagen na betekening van dit vonnis in het bevolkingsregister uit te schrijven op [het adres] te [woonplaats] , op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag,
- [gedaagde] te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure,
- althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren.