In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 15 maart 2021, is het klaagschrift van een 69-jarige man uit Almelo behandeld. Het klaagschrift betreft een verzoek tot opheffing van conservatoir beslag dat was gelegd op zijn spaarrekening, salaris en niet uitgekeerde pensioengelden. De rechtbank oordeelt dat het beslag op de spaarrekening, het salaris en de niet uitgekeerde pensioengelden wordt opgeheven, terwijl het beslag op zijn woning in stand blijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift ontvankelijk is en dat de rechtbank bevoegd is om hierover te oordelen. De procedure begon met de indiening van het klaagschrift op 14 december 2017, dat oorspronkelijk bij de rechtbank Den Haag was ingediend. De behandeling van het klaagschrift vond plaats in meerdere openbare zittingen, waarbij de officieren van justitie en de raadsvrouw van klager aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de onroerende zaak, het in beslag genomen salaris en de pensioenvoorziening. De rechtbank concludeert dat het beslag op de ING-spaarrekening, het salaris en de niet uitgekeerde pensioengelden niet langer gerechtvaardigd is, terwijl het beslag op de woning blijft bestaan ter dekking van een ontnemingsmaatregel van € 105.272,- die aan klager is opgelegd. De beslissing is genomen op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de belangen van de strafvordering heeft afgewogen.