4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 84-267786-20:
1
hij, op 17 februari 2020 te Garrelsweer, in de gemeente Loppersum, opzettelijk,
runderen heeft gehouden, terwijl die dieren niet overeenkomstig de Regeling
identificatie en registratie van dieren waren geïdentificeerd en/of geregistreerd, aangezien hij, verdachte,
2 kalveren (NL 572529914 en NL 572529921) niet overeenkomstig het gestelde in artikel 8 lid 1 van die Regeling heeft geïdentificeerd door middel van twee conventionele merken, zijnde oormerken, immers droegen beide kalveren één oormerk (beide met nummer NL 572529914),
en
36 runderen (welke een merk hebben verloren), niet overeenkomstig het gestelde in artikel 16 van die Regeling heeft geïdentificeerd, immers heeft hij, verdachte, niet binnen 3 werkdagen vanaf de dag na de dag waarop de merken zijn verloren een vervangend merk met dezelfde identificatiecode besteld en/of heeft hij, verdachte die rund(eren) niet (uiterlijk) binnen 10 werkdagen nadat het verlies van het merk was geconstateerd hermerkt,
en
als degene die ingevolge het gestelde in artikel 43 van die Regeling gegevens moet melden aan het I&R-systeem (op daartoe bestemde bescheiden), dit niet telkens volledig, juist en naar waarheid heeft gedaan, immers heeft hij, verdachte in dat I&R-systeem doen voorkomen dat hij houder was van een rund (DE 0537381467) en dat rund (NL 647526446) was geslacht op 18 december 2019, zulks terwijl dat telkens niet het geval was.
2
hij, op 17 februari 2020 te Garrelsweer, gemeente Loppersum, als houder van in totaal 185 runderen, opzettelijk,
er geen zorg voor heeft gedragen dat 29 kalveren (jongvee) (in de oude ligboxenstal aan de linkerzijde, zie pagina 6), over een toereikende behuizing beschikten onder voldoende hygiënische omstandigheden, immers stond het mest boven de roosters en zat op de buiken en/of poten van die runderen opgedroogde mest en/of verse mest,
zulks terwijl voornoemde overtreding(en) plaatsvond(en) in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
3
hij, op 17 februari 2020 te Garrelsweer, gemeente Loppersum, als houder van in totaal 185 runderen, opzettelijk,
19 kalveren (jongvee) (in de centrale gang in de oude ligboxenstal, zie pagina 6), heeft gehouden en gehuisvest in een behuizing, welke behuizing waarin die dieren verbleven, niet op zodanige wijze was ontworpen, gebouwd en/of onderhouden dat
bij die dieren geen letsel of pijn werd veroorzaakt en/of geen scherpe randen en/of uitsteeksels bevatte, waaraan die dieren zich konden verwonden,
immers bevonden zich in die centrale gang in de oude ligboxenstal bouwmaterialen, metalen buizen, houten platen, plastic en/of plastic buizen,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een bedrijf waar
dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of
categorieën worden gehouden.
Parketnummer 84-299599-20:
1
hij op 21 september 2020 te Garrelsweer, in de gemeente Loppersum, opzettelijk, runderen heeft gehouden, terwijl die dieren niet overeenkomstig de Regeling
identificatie en registratie van dieren waren geïdentificeerd en/of geregistreerd, aangezien hij verdachte,
15 rund(eren) (welke een merk hebben verloren) niet overeenkomstig het gestelde in artikel 16 van die Regeling binnen 3 werkdagen vanaf de dag na de dag waarop de merken zijn verloren een vervangend merk met dezelfde identificatiecode heeft besteld en/of hij, verdachte die runderen niet (uiterlijk) binnen 10 werkdagen nadat het verlies van het merk was geconstateerd, heeft hermerkt,
en
bij 1 kalf (roodbont, geen oormerken) niet overeenkomstig het gestelde in art. 15 van voornoemde Regeling meer merken heeft aangebracht binnen drie werkdagen na de dag waarop de geboorte van dat kalf heeft plaatsgevonden,
en
als degene die ingevolge het gestelde in artikel 43 van die Regeling gegevens moet melden aan het I&R-systeem (op daartoe bestemde bescheiden), dit niet telkens volledig, juist en naar waarheid heeft gedaan,
immers heeft hij, verdachte, in dat I&R-systeem doen voorkomen dat rund NL 6795 2943 9 dood was (door een doodmelding op 6-2-2019 te registeren) en/of rund NL 6475 2644 6 geslacht was (door een slachtmelding te doen op 18-12-2019);
2
hij op 21 september 2020 te Garrelsweer, in de gemeente Loppersum, als houder van in totaal (ongeveer) 166 runderen, opzettelijk, er geen zorg voor heeft gedragen dat:
1 1 kalf buiten op het terrein (in een verbouwd IBC-vat, pagina 10 proces-verbaal) over een toereikende behuizing beschikte onder voldoende hygiënische omstandigheden, aangezien dat kalf niet de beschikking had over een droge en schone ligplaats, immers was het strobed nat en was het stro vermengd met natte mest, en
1 3 kalveren in de oude ligboxengang (middengang, rechterzijde, pagina 10 proces-verbaal) over een toereikende behuizing beschikten onder voldoende hygiënische omstandigheden, aangezien die kalveren niet de beschikking hadden over een droge en schone ligplaats, immers was de bodem niet droog en lag er natte mest vermengd met stro op de bodem, en
meer runderen in de nieuwe ligboxenstal (ziekenboeg c.q. afkalfruimte en/of een of meer hokken en/of gangen, pagina 12 proces-verbaal) over een toereikende behuizing beschikten onder voldoende hygiënische omstandigheden, immers was toen aldaar de bodem bedekt met natte mest vermengd met paardenmest en waren de bodem en roosters besmeurd met natte en/of aangekoekte mest,
en
2 2 kalveren (jongvee) in de oude ligboxenstal (middengang, rechterzijde, pagina 11 proces-verbaal) een toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer kregen toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier, immers hadden die kalveren geen ruwvoer tot hun beschikking, en
2 18 kalveren (jongvee) in de oude ligboxenstal (in de linkergang, pagina 11 proces-verbaal) een toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer kregen toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier, immers hadden die kalveren geen geschikt (ruw)voer tot hun beschikking en lagen aldaar oude resten van voer vermengd met schimmel, plastic, hout, stenen en/of rubber,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
3
hij op 21 september 2020 te Garrelsweer, in de gemeente Loppersum, als houder van in totaal (ongeveer) 166 runderen, opzettelijk,
5 kalveren (jongvee) in de oude ligboxenstal (in de middengang aan de rechterzijde, zie pagina 10 proces-verbaal) heeft gehouden en gehuisvest in een behuizing, welke behuizing waarin die dieren verbleven, niet op zodanige wijze was ontworpen, gebouwd en/of onderhouden dat bij die dieren geen letsel of pijn werd veroorzaakt en scherpe randen en uitsteeksels bevatte, waaraan die dieren zich konden verwonden, immers stond toen aldaar een schuingeplaatst houten hekwerk en lagen er losse stukken hout in de ligboxenstal,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een bedrijf waar
dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of
categorieën worden gehouden;
4
hij op 4 november 2020 te Garrelsweer, in de gemeente Loppersum, als houder van in totaal (ongeveer) 166 runderen, opzettelijk,
er geen zorg voor heeft gedragen dat:
11 kalveren in de oude stal (in twee hokken in de middengang aan de rechterzijde, pagina 21 proces-verbaal) over een toereikende behuizing beschikten onder voldoende hygiënische omstandigheden, aangezien die kalveren niet de beschikking hadden over een droge en schone ligplaats, immers bestond de bodem uit natte mest vermengd met stro en was de bodem niet droog en waren die kalveren vuil van de mest,
en
1 kalf (in een hok tegenover voornoemde twee hokken in de middengang, pagina 22 proces-verbaal) over een toereikende behuizing beschikte onder voldoende hygiënische omstandigheden, aangezien dat kalf niet de beschikking had over een droge en schone ligplaats, immers was de bodem nat en was dat kalf vuil van de mest,
en
meerdere, runderen in de oude stal (in de linkergang aan de rechterzijde) over een toereikende behuizing beschikten onder voldoende hygiënische omstandigheden, immers waren de roosters besmeurd met mest,
en
14 kalveren (jongvee) in de oude ligboxenstal (in de linkergang aan de rechterzijde, pagina 22 proces-verbaal) een toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer kregen toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier, immers hadden die kalveren geen geschikt (ruw)voer tot hun beschikking en werd dit (ruw)voer aangeboden in en/of vermengd met plastic en zat er schimmel in het aangeboden voer, en
C.
37 runderen (drachtige vaarzen en/of droge koeien) in de oude ligboxenstal (in de linkergang aan de rechterzijde, pagina 23 proces-verbaal) toegang hadden tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan hun behoefte aan water konden voldoen, immers waren onvoldoende drinkbakken aanwezig voor voornoemde (type) runderen,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een bedrijf waar
dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of
categorieën worden gehouden;
5
hij op 4 november 2020 te Garrelsweer, in de gemeente Loppersum, als houder van in totaal (ongeveer) 166 runderen, opzettelijk,
37 runderen (drachtige vaarzen en/of droge koeien) in de oude stal (in de linkergang aan de rechterzijde, zie pagina 23 proces-verbaal) heeft gehouden en/of gehuisvest in een behuizing, welke behuizing waarin die dieren verbleven, niet op zodanige wijze was ontworpen, gebouwd en/of onderhouden dat bij die dieren geen letsel of pijn werd veroorzaakt en/of scherpe randen en/of uitsteeksels bevatte, waaraan die dieren zich konden verwonden,
immers
waren de ligboxen zo geplaatst dat die runderen met de kopzijde strak tegen de
muur aan stonden en/of niet zelfstandig kon(den) opstaan, en
lag in het hok een metalen plaat met diverse scherpe opstaande randen en lagen in het hok losse buizen,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een bedrijf waar
dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of
categorieën worden gehouden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.