Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de akte uitlating aan de zijde van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
Omdat van [gedaagde] geen betaling viel te verkrijgen van het nog openstaande bedrag berekend tot en met februari 2021, zag [eiser] zich genoodzaakt zijn vordering ter incasso uit handen te geven. De kosten daarvoor bedragen € 357,61 en komen voor rekening van [gedaagde] . Voorts vordert [eiser] een bedrag van € 18,81 aan contractuele rente, berekend tot 25 januari 2021. Sindsdien vordert [eiser] de contractuele rente over de hoofdsom tot aan de dag der algehele voldoening.
4.De beoordeling
- griffierecht € 240,00
- salaris gemachtigde
€ 498,00(2 punten × tarief van € 249,00)
(½ punt x tarief van € 249,00, max. € 124,00).