Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ARM c.s. Gedaagde zal hierna Roma genoemd worden.
1.1. De procedure
- het tussenvonnis van 27 mei 2020,
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie van 8 juli 2020 met producties,
27 mei 2020 waarin een en ander is weergegeven.
3.De (verdere) beoordeling in conventie en in reconventie
€ 105.000,00. In beginsel betekent dit dat de afspraken uit de overeenkomst moeten worden nagekomen. Partijen verschillen daarover echter van mening. In deze zaak staat centraal de vraag of Roma veroordeeld moet worden om de tussen partijen gesloten koopovereenkomst na te komen, of dat Roma een beroep toekomt op vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling dan wel of Roma een beroep toekomt op ontbinding van de overeenkomst op grond van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst.
Deze kavel, ruim +- 1.700 m2, bieden wij onder voorbehoud van een schone grond verklaring, aan voor € 130.000,00 kk (…)’, uit de e-mail van 19 april 2019 van [A] (van
ARM c.s.) aan Roma. Hieruit zou volgens Roma volgen dat er een ontbindende voorwaarde is overeengekomen voor de aankoop van het perceel. Deze ontbindende voorwaarde was volgens Roma nog steeds geldig op het moment dat de koopovereenkomst is ondertekend op 28 mei 2019. Naar het oordeel van de rechtbank gaat deze zienswijze niet op, omdat uit niets blijkt dat partijen de schone grond verklaring hebben gecontracteerd. Als onweersproken is vast komen te staan dat Roma, toen het perceel te koop werd aangeboden voor € 130.000,00 onder voorbehoud van een schone grond verklaring, heeft gezegd dat een dergelijke verklaring niet kon worden afgegeven vanwege de bij haar bekende vervuiling. Na het rapport van Tauw zijn partijen verder met elkaar in onderhandeling getreden, wat heeft geleid tot een ondertekende koopovereenkomst op 28 mei 2019 met nieuwe afspraken. Er is niet meer gesproken over een schone grond verklaring ná het rapport van Tauw. Roma heeft het ook niet als ontbindende voorwaarde voor de koopovereenkomst genoemd, terwijl ARM c.s. nog hebben gevraagd of Roma aanvullende voorwaarden had. Ten slotte weegt nog mee dat de koopprijs is verlaagd van € 130.000,00 naar € 105.000,00. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam vast dat de prijs is aangepast aan de bodemgesteldheid van het perceel.
voornemens te zijneen bedrijfshal te plaatsen op het perceel. Roma heeft daarmee dus niet bewezen dat zij dit met ARM c.s. heeft besproken. Het begrip ‘bruikbaar perceel’, dat wel tussen partijen is genoemd, is te vaag. Het perceel kan bovendien als bruikbaar worden bestempeld, in ieder geval als parkeerterrein en als opslagterrein. Daar is geen schone grond verklaring voor nodig en daar zijn ook geen saneringskosten aan verbonden.
4.De beslissing
€ 50.000,00,
€ 925,00,
€ 281,50 (0,5 punt) vanwege salaris advocaat.