ECLI:NL:RBOVE:2021:1398
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van omgevingsvergunning voor droogzetvoorziening in Stegeren
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 31 maart 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning die was verleend aan het Waterschap Vechtstromen. De vergunning betreft de realisatie van een droogzetvoorziening op een perceel in Stegeren. Verzoekers, waaronder Stichting Leefbaar Buitengebied, hebben bezwaar gemaakt tegen de bestreden besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Ommen, die het primaire besluit om de vergunning te verlenen hebben gehandhaafd. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat er een spoedeisend belang zou zijn bij het voorkomen van onomkeerbare schade aan de natuur, met name aan de Grote Gele Kwikstaart en mogelijk aanwezige vleermuizen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de werkzaamheden die het Waterschap Vechtstromen voornemens is te starten, ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de genoemde diersoorten. De werkzaamheden zijn gepland om op 6 april 2021 te beginnen, en de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is om de bestreden besluiten en het primaire besluit te schorsen. Dit besluit is genomen op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de voorzieningenrechter de schorsing heeft uitgesproken tot het moment waarop uitspraak is gedaan op de verzoeken om voorlopige voorziening.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de schorsing van de besluiten bevestigd, waarmee de verzoekers in hun belangen zijn gesteund.