Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De weergave van het procesverloop
2.Waarvan kan worden uitgegaan
3.De standpunten van partijen
4.De beoordeling
“(…..) om te komen van en te gaan naar de openbare weg, thans geheten [straatnaam] .(….)
Ten aanzien van gemelde weg wordt nog bepaald, dat deze niet zal mogen worden gebruikt als voetpad voor mens en dier, doch tevens als rijweg voor fietsen, bromfietsen, motoren, automobielen en andere vervoermiddelen in de ruimste zin van het woord. Op deze weg zullen geen automobielen, motoren, fietsen of bromfietsen of welke andere zaken ook worden geplaatst anders dan voor het direct gebruik van de weg als zodanig en zonder dat door de eigenaren van beide erven daarvan enigerlei hinder zal worden ondervonden.”.
tot het hebben van uitzicht en licht” is blijkens haar omschrijving klaarblijkelijk alleen daarvoor bedoeld. Het door [eiser 1] gestelde recht om ramen en deuren over de erfgrens heen te kunnen openen, kan niet worden gebaseerd op deze erfdienstbaarheid. Bij het treffen van noodvoorzieningen in het pand van [eiser 1] moet daarmee rekening worden gehouden.