ECLI:NL:RBOVE:2021:1675
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een civiele procedure
Op 11 maart 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel het verzoek tot wraking van verzoeker afgewezen. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing van een wrakingsverzoek tegen mr. Van Eerde, dat op 3 maart 2021 was gedaan. Verzoeker had opnieuw mr. Van Eerde gewraakt, maar de wrakingskamer oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren gepresenteerd die een heroverweging rechtvaardigden. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechter.
De wrakingskamer merkte op dat verzoeker eerder al meerdere wrakingsverzoeken had ingediend zonder concrete feiten of omstandigheden te stellen die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. Dit leidde tot de conclusie dat verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte, wat de wrakingskamer noopte om te bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.