ECLI:NL:RBOVE:2021:1694

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
8795805 \ CV EXPL 20-2714
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremie en bewijslevering door zorgverzekeraar

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van zorgpremies van gedaagde voor de maanden mei en juni 2020. Gedaagde stelt echter dat hij de volledige jaarpremie voor 2020 al heeft betaald via automatische incasso. Zilveren Kruis beweert dat gedaagde zijn polis in april 2020 heeft omgezet naar maandbetaling en dat het jaarbedrag is terugbetaald. De kantonrechter heeft Zilveren Kruis in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van deze terugbetaling. Indien Zilveren Kruis dit kan aantonen, kan de vordering tot betaling van de maandpremies worden toegewezen. Daarnaast heeft gedaagde gevorderd om hem en zijn partner van de zwarte lijst te verwijderen, waar Zilveren Kruis zich nog niet over heeft uitgelaten. De kantonrechter heeft verdere beslissingen aangehouden tot de bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 8795805 \ CV EXPL 20-2714
Vonnis van 23 maart 2021
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij, hierna te noemen Zilveren Kruis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 september 2020 met productie,
- de conclusie van antwoord van 25 oktober 2020 met producties,
- de conclusie van repliek van 11 januari 2021 met producties,
- de conclusie van dupliek van 3 februari 2021 met producties.
- de akte uitlaten producties tevens houdende akte vermindering van eis van
23 februari 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft voor 2020 een zorgverzekering voor zichzelf en zijn partner
[A] (hierna: [A] ) afgesloten bij Zilveren Kruis. Uit hoofde van deze zorgverzekeringen is [gedaagde] premie verschuldigd aan Zilveren Kruis.

3.Het geschil

Vordering

3.1.
Zilveren Kruis vordert bij dagvaarding – samengevat – [gedaagde] te veroordelen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om een bedrag van te betalen € 395,12 inclusief wettelijke rente tot 20 september 2020 en buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 333,00 vanaf 20 september 2020 tot aan de dag van volledige voldoening, alsmede [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan haar vordering ten grondslag dat op grond van de tussen [gedaagde] en Zilveren Kruis voor hemzelf en zijn partner [A] gesloten zorgverzekeringsovereenkomsten premie verschuldigd is en dat [gedaagde] de premie voor de maanden mei 2020 en juni 2020 onbetaald heeft gelaten. [gedaagde] heeft in eerste instantie gekozen voor jaarlijkse betaling van de premies, maar heeft dit begin april 2020 via zijn online account omgezet naar maandelijkse betaling. Van de betaling van € 1.871,29 is volgens Zilveren Kruis een bedrag van € 691,00 gebruikt voor de maandpremies van januari tot en met april 2020 (bestaande uit de premies van € 166,50 per maand en € 25,00 aan incassokosten). Zilveren Kruis stelt dat zij het restant, een bedrag van € 1.180,29,
op 15 april 2020 aan [gedaagde] heeft overgemaakt.
Bij akte uitlaten producties tevens houdende akte vermindering van eis van 22 februari 2021 vermindert Zilveren Kruis haar vordering met een bedrag van € 39,96, zodat de omzetting van jaarbetaling naar maandbetaling van de premie – waar [gedaagde] volgens Zilveren Kruis begin april 2020 om heeft verzocht – geen gevolgen heeft voor de hoogte van de premie. Bij jaarbetaling geldt namelijk een korting van € 19,98 per polis.
Verweer
3.3.
[gedaagde] stelt dat de volledige jaarpremie van de polis van [gedaagde] en [A] , ter hoogte van € 1.871,29, reeds is betaald in januari 2020 via een automatische incasso. [gedaagde] ontkent dat hij de premiebetaling heeft omgezet naar maandbetaling. Communicatie met Zilveren Kruis was volgens [gedaagde] niet of nauwelijks mogelijk. [gedaagde] voert aan dat hij geen internet account bij Zilveren Kruis heeft om dat te regelen, aangezien de verzekering via een tussenpersoon is afgesloten, en dat ook [A] op geen enkele wijze contact heeft gehad met Zilveren Kruis. Aangezien de polis volgens [gedaagde] betaald is, vordert [gedaagde] dat zowel hij als [A] van de wanbetalerslijst, de ‘zwarte lijst’ gehaald wordt.

4.De beoordeling

4.1.
Zilveren Kruis vordert betaling van de zorgverzekeringspremie over de maanden mei 2020 en juni 2020 nadat aan [gedaagde] het bedrag van € 1.180,29 van het eerder betaalde jaarbedrag is terugbetaald. [gedaagde] stelt dat met betaling van de volledige jaarpremie van € 1.871,29 in januari 2020 al is betaald voor het hele jaar. Impliciet betwist [gedaagde] daarmee dat hij enig bedrag heeft terugontvangen.
4.2.
Ingevolge artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering draagt de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.
4.3.
Gelet hierop rust op Zilveren Kruis de bewijslast van haar stelling dat het bedrag van € 1.180,29 is terugbetaald aan [gedaagde] . De kantonrechter zal Zilveren Kruis daarom in de gelegenheid stellen om bewijs te leveren van haar stelling dat het bedrag van
€ 1.180,29 is terugbetaald aan [gedaagde] .
4.4.
[gedaagde] betwist dat hij zijn polis in april 2020 heeft omgezet naar maandelijkse betaling van de premie. [gedaagde] heeft evenwel niet ontkend dat hij de correspondentie die door Zilveren Kruis ter bevestiging van de poliswijziging is verstuurd en die als productie 3 bij de Conclusie van Repliek is overgelegd, heeft ontvangen. Zilveren Kruis heeft een brief van 9 april 2020 overgelegd waarbij het gewijzigde polisblad van zowel [gedaagde] als [A] wordt overgelegd. Bovendien betreft de terugbetaling een bedrag voor twee verzekerde personen, zodat daarvan in deze procedure voor zowel [gedaagde] als [A] wordt uitgegaan. Indien Zilveren Kruis kan aantonen dat het bedrag van € 1.180,29 aan [gedaagde] is overgemaakt, volgt hieruit dat Zilveren Kruis in voldoende mate heeft aangetoond dat de jaarpremie voor de beide verzekerden is omgezet naar een maandpremie en ligt de vordering, gelet op de inhoud van het verweer van [gedaagde] , in beginsel voor toewijzing gereed.
4.5.
[gedaagde] heeft gevorderd dat hij en [A] van de zogenaamde zwarte lijst worden verwijderd. Zilveren Kruis heeft zich hier nog niet over uitgelaten. Zilveren Kruis wordt daartoe in de gelegenheid gesteld bij de nog te nemen akte in het kader van de bewijsopdracht.
4.6.
Iedere verdere beslissing wordt in dit stadium van de procedure aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
laat Zilveren Kruis toe ter rolzitting van
6 april 2021bij akte (bewijs)stukken te overleggen van de terugbetaling van het bedrag van € 1.180,29 aan [gedaagde] , als weergegeven in rechtsoverweging 4.3. en zich uit te laten over de toepassing van de wettelijke regeling van Wanbetalers als weergegeven in rechtsoverweging 4.5.,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houden op 23 maart 2021.