Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ANDERZORG N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Waar gaat het geschil over?
3.De feiten die in deze procedure vaststaan
4.De vorderingen over en weer
Wat wil AnderZorg?
5.De beoordeling van het geschil door de kantonrechter
Tel akk van polisvalt niet af te leiden om wiens akkoord het hier gaat. Ter zitting heeft de gemachtigde van AnderZorg verklaard dat de polisadministratie alsnog een akkoord had gegeven om [X] tot de verzekering toe te laten en dat zou in het telefoongesprek met [X] op 14 april 2020 zijn besproken. [X] betwist echter dat hij op 14 april 2020 een dergelijk telefoongesprek met AnderZorg heeft gevoerd. Bij die stand van zaken gaat het te ver om uit de zeer beknopte notitie een instemming van [X] met herstel van de verzekering af te leiden. Andere feiten of omstandigheden waaruit een akkoord van [X] zou kunnen blijken, zijn er evenmin. Daar tegenover staat dat [X] in de loop van 2020 meerdere brieven naar AnderZorg heeft gestuurd, waaruit juist uitdrukkelijk blijkt dat hij niet instemt met de herleving van de verzekering bij AnderZorg. [X] heeft bovendien de eind april 2020 door AnderZorg geïncasseerde premie laten terugstorten. Uit dit alles volgt dat herstel of het opnieuw tot stand komen van een overeenkomst niet kan worden vastgesteld. Er bestaat daarom over 2020 geen verplichting voor [X] om premie te betalen aan AnderZorg. Dit leidt tot afwijzing van de vordering van AnderZorg.
6.De beslissing
- binnen vijftien dagen na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor afmelding van [X] bij het CAK op straffe van een dwangsom van € 200,= per dag voor iedere dag dat AnderZorg in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen met een maximum van € 20.000,=,