Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten en de verdere beoordeling
- de woning in Bosnië;
- de inboedel;
- de zorgtoeslag;
- de vennootschap onder firma;
- geldleningen / overboekingen door de vrouw naar de man.
rechtbank: onjuiste - veronderstelling dat zij Box 3 belastingheffing meende te kunnen ontgaan door gelden op de rekening van de man te parkeren -
rechtbank: waardoor juridisch gezien die gelden fiscaal te belasten geldvorderingen van de vrouw in Box 3 bleven - is de betwisting van de man dat de overboeking door de vrouw van € 12.000,- een gift aan hem betrof onlogisch en schiet deze tekort. Immers, indien werkelijk sprake zou zijn geweest van een gift had de vrouw geen € 12.000,- behoeven over te maken, doch had zij kunnen volstaan met een vermindering van haar geldvordering van € 20.000,- tot een vordering ad € 8.000,-. De man heeft evenmin betwist dat de vrouw juist om die reden geld op zijn rekening parkeerde. Opvalt immers dat de vrouw deze bedragen steeds vlak vóór de fiscale peildatum, 1 januari, naar de man overboekte en dat de man, nadat de vrouw ontzet ontdekte dat de man dit geld niet voor haar bewaarde doch spendeerde, op aangeven van de vrouw in totaal een bedrag van € 9.000,- terugbetaalde als aflossing, naar het oordeel van de rechtbank niet als aflossing op de geleende € 20.000,- doch als aflossing op het totaal van € 20.000,- plus
3.De beslissing
€ 23.000,-(drieëntwintig duizend euro) aan de vrouw uit hoofde van geldlening, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 30 dagen na dagtekening van deze beschikking tot de dag van algehele voldoening;