ECLI:NL:RBOVE:2021:1962

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
18 mei 2021
Zaaknummer
8789426 / CV EXPL 20-4116
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op onbevoegde vertegenwoordiging door voormalig werknemer in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft Transscope Voertuigsystemen B.V. (hierna: Transscope) een vordering ingesteld tegen [gedaagde], een besloten vennootschap, wegens onbetaalde facturen voor de levering en montage van registratiekastjes. De zaak betreft de vraag of [gedaagde] gebonden is aan de overeenkomsten die zijn gesloten door een werknemer, [C], die onbevoegd handelde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet bevoegd vertegenwoordigd was, maar dat Transscope gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de volmacht van [C]. Dit vertrouwen was gerechtvaardigd omdat [gedaagde] [C] in staat heeft gesteld om onbevoegd namens haar overeenkomsten aan te gaan. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] aan de overeenkomsten gebonden is, ondanks het verweer dat [C] onbevoegd handelde. De vordering van Transscope tot betaling van € 2.589,98, inclusief rente en kosten, wordt toegewezen. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Transscope, die zijn begroot op € 1.022,99. Het vonnis is uitgesproken op 4 mei 2021 door mr. E.C. Rozeboom.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 8789426 / CV EXPL 20-4116
Vonnis van 4 mei 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRANSSCOPE VOERTUIGSYSTEMEN B.V.,
gevestigd in Dedemsvaart,
eiseres,
hierna genoemd: Transscope,
gemachtigde: mr. N.A. de Jonge,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
hierna genoemd: [gedaagde] ,
gemachtigde: de heer [A] .

1.De procedure

1.1.
In het tussenvonnis van 19 januari 2021 is een mondelinge behandeling bevolen. Transscope heeft per akte van 23 maart 2021 aanvullende producties ingediend. [gedaagde] heeft bij twee e-mails van 31 maart 2021 producties ingediend en gereageerd op de producties van Transscope. Transscope heeft per akte van 2 april 2021 een nadere productie ingediend. De mondelinge behandeling is via online verbinding (Skype) gehouden op 6 april 2021, waarbij partijen en de gemachtigde van Transscope zijn verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Transscope biedt een systeem aan waarmee de ritten van voertuigen geregistreerd kunnen worden. Om de bewegingen van een voertuig te kunnen volgen wordt in het voertuig een kastje gemonteerd dat in verbinding staat met een server. Dit rittenregistratiesysteem kan door bedrijven gebruikt worden ter bevordering van de efficiëntie van de inzet van hun voertuigen en voor de fiscale verantwoording van die inzet.
2.2.
[gedaagde] maakt onderdeel uit van een groep bedrijven die gericht is op infra-, sloop- en reinigingswerkzaamheden. De enige bestuurder en aandeelhouder van [gedaagde] is [B] Holding. Enig bestuurder en aandeelhouder van [B] Holding is de heer [A] .
2.3.
In de periode vanaf 14 september 2016 tot en met 30 april 2020 zijn 29 registratiekastjes van Transscope gemonteerd in voertuigen die eigendom zijn van [gedaagde] .
2.4.
Transscope heeft kosten voor de levering en montage van deze registratiekastjes bij [gedaagde] in rekening gebracht. Daarnaast heeft Transscope vanaf september 2016 maandelijks (abonnements)kosten in rekening gebracht voor het gebruik van haar systeem (waaronder voor het gebruik van haar server, rapportage en monitoring). Op 8 september 2016 is namens [gedaagde] een machtigingsformulier ondertekend voor maandelijkse automatische incasso door Transscope van haar facturen.
2.5.
[gedaagde] heeft acht facturen van Transscope met een totaalbedrag van € 2.178,00 onbetaald gelaten, welke dateren tussen 2 december 2019 en 25 juni 2020. Transscope heeft meerdere betalingsaanmaningen aan [gedaagde] gezonden, waaraan [gedaagde] geen gevolg heeft gegeven.

3.Het geschil

De vordering

3.1.
Transscope vordert dat [gedaagde] veroordeeld wordt om haar een bedrag van € 2.589,98 te betalen, vermeerderd met rente en kosten. Het gevorderde bedrag van € 2.589,98 bestaat uit een hoofdsom van € 2.178,00, verschenen rente tot 22 september 2020 van € 85,28 en buitengerechtelijke kosten van € 326,70.
3.2.
Transscope stelt daartoe (samengevat) het volgende. [gedaagde] is verplicht om de facturen met een totaalbedrag van € 2.178,00 te betalen, welke betalingsverplichting uit verschillende overeenkomsten voortvloeit. [gedaagde] heeft op 9 september 2016 een offerte van Transscope ondertekend voor de aanschaf en montage van een aantal registratiekastjes en verwante maandelijkse gebruikskosten. De daaropvolgende overeenkomsten zijn telkens mondeling gesloten.
Het verweer
3.3.
[gedaagde] voert (verkort weergegeven) het volgende verweer. Zij is niet aan de overeenkomsten met Transscope gebonden, aangezien [gedaagde] bij het sluiten daarvan niet vertegenwoordigd is door haar bestuurder [A] die daartoe uitsluitend bevoegd is. In plaats daarvan is zij onbevoegd vertegenwoordigd door de heer [C] , een broer van [A] die bij [gedaagde] in dienst was als administratief medewerker. Het was voor Transscope uit het handelsregister kenbaar dat enkel [A] vertegenwoordigingsbevoegd was. [gedaagde] kende de overeenkomsten met Transscope niet. [gedaagde] heeft [C] inmiddels ontslagen en [A] heeft aangifte tegen hem gedaan vanwege onder andere de onbevoegde vertegenwoordiging. Daarnaast is het gevorderde bedrag te hoog, want een aantal van de facturen waarvan Transscope in deze procedure betaling vordert zien op kosten die zij ook gefactureerd heeft aan en betaald zijn door een vennootschap van [C] . Bovendien hadden eerdere betalingsaanmaningen van Transscope betrekking op een lager bedrag dan zij nu vordert.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de overeenkomsten namens [gedaagde] gesloten zijn door [C] en niet door haar bestuurder [A] . Evenmin is in geschil dat enkel [A] als bevoegd bestuurder is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. Niet gesteld of gebleken is dat aan [C] een toereikende volmacht is verleend om de vennootschap te kunnen vertegenwoordigen. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] dus niet bevoegd vertegenwoordigd is bij het sluiten van de overeenkomsten met Transscope.
4.2.
Toch is [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter aan de overeenkomsten met Transscope gebonden. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt. Transscope heeft onweersproken gesteld dat zij erop vertrouwd heeft dat wel een toereikende volmacht aan [C] was verleend. De kantonrechter is van oordeel dat dit vertrouwen gerechtvaardigd was op grond van de volgende omstandigheden. [gedaagde] heeft [C] in staat gesteld de overeenkomsten onbevoegd namens haar aan te gaan door de wijze waarop zij haar organisatie heeft ingericht. Immers, afgaande op de stellingen van [gedaagde] tijdens de zitting beheerde [C] kennelijk de administratie en het betaalverkeer en onderhield hij contacten met derden, zonder dat haar bestuurder [A] daarin inzicht had en daarop toezicht uitoefende. [gedaagde] heeft kennelijk geen voorzorgsmaatregelen getroffen om te voorkomen dat [C] als haar werknemer jegens Transscope de schijn kon wekken waarop Transscope is afgegaan. Ook heeft [gedaagde] nooit ingegrepen in de jarenlange periode waarin namens haar meerdere overeenkomsten met Transscope zijn gesloten. Bovendien stelt de kantonrechter vast dat jarenlang uitvoering is gegeven aan de overeenkomsten. Ten eerste heeft [gedaagde] niet gemotiveerd betwist dat zij per september 2016 maandelijks facturen van Transscope betaald heeft (welke betalingen op basis van de namens [gedaagde] verstrekte machtiging geïncasseerd zijn). Ten tweede staat vast dat de registratiekastjes in voertuigen van [gedaagde] zijn gemonteerd. De voornoemde omstandigheden rechtvaardigen dat [gedaagde] in haar verhouding tot Transscope het risico draagt van de onbevoegde vertegenwoordiging door [C] , zodat het verweer van [gedaagde] faalt en [gedaagde] gebonden is aan de overeenkomsten met Transscope.
4.3.
[gedaagde] heeft de hoogte van de facturen van Transscope betwist. De kantonrechter passeert dat verweer. [gedaagde] heeft namelijk niet weersproken dat uit de overeenkomsten met Transscope een verplichting volgt tot betaling van maandelijkse abonnementskosten. Als Transscope in een eerdere betalingsaanmaning een lager bedrag heeft genoemd kan dat niet tot afwijzing van haar vordering leiden, want de inhoud van de betalingsaanmaning is op zichzelf niet beslissend voor het bestaan van de vordering. Verder heeft [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd dat en welke kosten die in deze procedure gevorderd worden door Transscope, al betaald zijn door (een vennootschap van) [C] .
4.4.
[gedaagde] heeft geklaagd dat haar voertuigen nog steeds gevolgd worden door Transscope terwijl de overeenkomst geëindigd is. Transscope betwist dat. De kantonrechter gaat aan deze klacht voorbij omdat die voor de toewijsbaarheid van de vordering niet van belang is en ook overigens onvoldoende door [gedaagde] is onderbouwd dat sprake is van onrechtmatig handelen door Transscope.
Hoofdsom
4.5.
Omdat de verweren van [gedaagde] niet slagen, zal de door Transscope gevorderde hoofdsom van € 2.178,00 worden toegewezen.
Rente
4.6.
De over de hoofdsom van € 2.178,00 gevorderde wettelijke rente die verschenen is tot 22 september 2020, die volgens Transscope € 85,28 bedraagt, is door [gedaagde] niet betwist en zal worden toegewezen. Daarnaast heeft Transscope over de hoofdsom wettelijke rente gevorderd vanaf 15 september 2020 tot de dag van betaling. Echter, omdat de tot 22 september 2020 verschenen rente al is begrepen in het toegewezen bedrag van € 85,28, zal de gevorderde nadere wettelijke rente pas vanaf die datum worden toegewezen.
4.7.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 326,70 zijn niet door [gedaagde] betwist, Transscope heeft voldoende gesteld dat zij buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft verricht en de hoogte van het gevorderde bedrag is in overeenstemming met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Deze vordering zal daarom worden toegewezen.
Proceskosten en nakosten
4.8.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, die aan de zijde van Transscope worden begroot op:
  • € 499,00 aan griffierecht
  • € 87,99 aan betekeningskosten
  • € 436,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x € 218,00)
in totaal € 1.022,99.
4.9.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Transscope een bedrag van € 2.589,98 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 2.178,00 vanaf 22 september 2020 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Transscope begroot op € 1.022,99;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 109,00 aan salaris gemachtigde;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Rozeboom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2021. (HJB)