ECLI:NL:RBOVE:2021:1963

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
18 mei 2021
Zaaknummer
8718073 CV EXPL 20-3517
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een overeenkomst tot waterdicht maken van een kelder met betrekking tot aansprakelijkheid en schadevergoeding

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 18 mei 2021, gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Care for Buildings en [X] over de uitvoering van een overeenkomst tot het waterdicht maken van een kelder. Care for Buildings, vertegenwoordigd door mr. Y. Wong, vordert betaling van [X] voor gemaakte kosten, terwijl [X], bijgestaan door mr. H. Scheper, zich verweert en tevens een tegenvordering indient. De overeenkomst werd in maart 2019 gesloten, maar na klachten van [X] over lekkages heeft Care for Buildings herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Uiteindelijk heeft Care for Buildings de overeenkomst ontbonden en kosten in rekening gebracht bij [X].

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [X] niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, maar ook dat Care for Buildings niet deugdelijk heeft gewerkt. De rechter oordeelt dat Care for Buildings geen recht heeft op de gevorderde betaling van € 903,33, omdat de kosten voor de huur van een waterstofzuiger en bouwdroger niet op [X] kunnen worden verhaald. Wel wordt [Y] aansprakelijk gesteld voor tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst, en moet hij [X] een schadevergoeding van € 1.030,00 betalen. De proceskosten worden toegewezen aan de zijde van [X].

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats: Zwolle
Zaaknummer : 8718073 CV EXPL 20-3517
Vonnis van 18 mei 2021
in de zaak van
de vennootschap onder firma
CARE FOR BUILDINGS,
gevestigd en kantoorhoudende in Gieten,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. Y. Wong in Amsterdam,
tegen
[X] ,
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. H. Scheper in Hoogeveen,
en als derde partij opgeroepen
[Y],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. Y. Wong te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Care for Buildings, [X] en [Y] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 februari 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen
- de akte overlegging producties tevens akte vermindering van eis van [X]
- het faxbericht van Care for Buildings en [Y] van 7 april 2021 met bijlage
- de mondelinge behandeling op 15 april 2021 via digitale verbinding (Skype) waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Care for Buildings houdt zich onder meer bezig met vochtwering in kelders. Op 26 april 2020 is de eenmanszaak als vof voortgezet, waarvan [Y] en zijn partner de beide vennoten zijn.
2.2.
In maart 2019 heeft Care for Buildings (toen nog als eenmanszaak) en [X] een overeenkomst gesloten uit hoofde waarvan Care for Buildings de kelder van [X] waterdicht zal maken en houden tegen een totaalprijs van € 3.334,76 inclusief btw (hierna: de overeenkomst). In de offerte staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
Werkwijze zoutsanering/ wandafdichting:

De kelder wordt door de opdrachtgever leeggepompt en zoveel mogelijk droog gemaakt. Vervolgens moet de ruimte goed drogen. Wij adviseren u een bouwdroger te plaatsen.
CONDITIES
(…)
(…)
10 jaar productgarantie met garantieverklaring
(…)
In de offerte staat verder op iedere pagina onderaan vermeld: “
Op al onze aanbiedingen, overeenkomsten en leveringen zijn onze algemene voorwaarden van toepassing”. In de algemene voorwaarden van Care for Buildings is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
Artikel 5: Verplichtingen van partijen
6. Wederpartij is er volledig verantwoordelijk voor, dat:
a. De werklieden, zodra zij op de plaats van het werk aankomen hun werkzaamheden kunnen aanvangen en voorts te allen tijde in de gelegenheid zijn hun werkzaamheden te verrichten (…).
Artikel 6: Werkzaamheden
1. Indien de aanvang, voortgang of (op)levering van het werk of de overeengekomen levering van zaken wordt vertraagd doordat:
c. er sprake is van overige omstandigheden die voor rekening en risico van wederpartij komen;
heeft Care for Buildings recht op een redelijke verlenging van de (op)leveringstermijn en op vergoeding van de hiermee gemoeide kosten en schade, zoals eventuele wachturen.
2.3.
Eind maart 2019 is Care for Buildings met haar werkzaamheden gestart. Op 27 september 2019 heeft Care for Buildings herstelwerkzaamheden verricht in verband met klachten van [X] dat de kelder op een aantal plekken nog steeds lekkage vertoonde.
2.4.
Op 8 november 2019 heeft [X] de factuur van Care for Buildings d.d. 15 oktober 2019 ter hoogte van € 3.334,76 betaald.
2.5.
Op 14 januari 2020 heeft Care for Buildings opnieuw herstelwerkzaamheden verricht.
2.6.
Op 19 maart 2020 heeft [Y] samen met zijn leermeester, de heer [A] , de kelder van [X] geïnspecteerd. Elders heeft zijn bevindingen als volgt handgeschreven in zijn agenda genoteerd:
kelder [X] veel condens
nog 5 stromende lekken
kelder verwarmen, ventilatie aanbrengen
en nog 5 lekken injecteren.
2.7.
Vervolgens heeft een op 11 april 2020 geplande afspraak ten behoeve van herstelwerkzaamheden geen doorgang gevonden.
2.8.
Bij brief van 20 april 2020 heeft [X] Care for Buildings in gebreke gesteld en haar gesommeerd om binnen drie dagen een nieuwe datum te plannen waarop de herstelwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd.
2.9.
Bij brief van 21 april 2020 heeft Care for Buildings de overeenkomst per direct ontbonden. Daarbij heeft Care for Buildings aangekondigd dat zij de door haar gemaakte kosten van huur van een waterstofzuiger en een bouwdroger bij [X] in rekening zal brengen.
2.10.
Bij e-mail van 22 april 2020 heeft [X] het volgende aan [Y] meegedeeld:
De ventilatiegaten worden morgen aangebracht en de kelder zal verwarmd worden. Dan verwacht ik u ook op korte termijn om de lekkages te dichten.
2.11.
Bij e-mail van 23 april 2020 heeft [Y] zich daartoe bereid verklaard, mits [X] de huurkosten van de waterstofzuiger en bouwdroger betaalt.
2.12.
Op 16 mei 2020 heeft Care for Buildings een factuur van € 778,68 aan [X] verzonden in verband met gemelde huurkosten. [X] heeft deze factuur onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Care for Buildings vordert betaling van [X] van een bedrag van € 903,33, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 778,68 vanaf 12 augustus 2020, en veroordeling van [X] in de proces- en nakosten. Aan haar vorderingen legt Care for Buildings, samengevat, ten grondslag dat [X] tegenover haar (toerekenbaar) is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst en (artikel 5 lid 6 sub a en artikel 6 lid 1 sub c van) haar algemene voorwaarden. Daartoe voert Care for Buildings aan dat [X] , ondanks herhaalde verzoeken, geen ventilatie en een verwarmingselement in de kelder heeft aangebracht. Volgens Care for Buildings was zij daardoor genoodzaakt om (gedurende verschillende periodes) een waterstofzuiger en bouwdroger te huren, zodat zij haar (resterende) werkzaamheden kon uitvoeren.
3.2.
[X] voert als primair verweer dat Care for Buildings in haar vordering niet-ontvankelijk is, op de grond dat tussen haar en de vof geen enkele rechtsverhouding bestaat. Subsidiair betwist [X] dat de algemene voorwaarden van Care for Buildings op de overeenkomst van toepassing zijn. Als deze voorwaarden wel gelden, dan roept [X] de vernietiging daarvan in, omdat ze haar niet zijn toegezonden. Ook betwist [X] dat zij nalatig is geweest en dat Care for Buildings kosten heeft moeten maken voor de huur van een waterstofzuiger en bouwdroger.
[X] vordert op haar beurt een verklaring voor recht dat Care for Buildings en [Y] tegenover haar toerekenbaar zijn tekortgeschoten. [X] voert daartoe aan dat de kelder nog steeds lek is. Daarnaast vordert [X] – op basis van een offerte van [B] Betonrenovatie & Injectietechnieken BV (hierna: [B] ) d.d. 17 augustus 2020 – betaling van herstelkosten ter hoogte van € 4.120,00 exclusief btw als schadevergoeding.
3.3.
Tegen de vorderingen van [X] voert Care for Buildings als primair verweer dat [X] het opgeleverde werk (zonder voorbehoud) geheel heeft aanvaard waardoor Care for Buildings van aansprakelijkheid is ontslagen. Daarbij beroept Care for Buildings zich op rechtsverwerking. Subsidiair betoogt Care for Buildings dat de beweerdelijke tekortkoming haar niet kan worden toegerekend, omdat [X] zelf meerdere keren nalatig is geweest om de nodige (voorzorgs-)maatregelen te treffen. Meer subsidiair stelt Care for Buildings zich op het standpunt dat de ontbinding van de overeenkomst aan schadevergoeding in de weg staat. Als aangenomen moet worden dat Care for Buildings aansprakelijk is, dan stelt Care for Buildings dat de hoogte van het door [X] geclaimde schadebedrag onredelijk hoog is, omdat daarbij geen rekening is gehouden met de reeds door Care for Buildings verrichte werkzaamheden.
3.4.
Op de stellingen en verweren van partijen zal de kantonrechter, voor zover nodig voor de beoordeling van het geschil, hierna ingaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Vanwege de samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk worden behandeld. Daarbij stelt de kantonrechter vast dat de verweren van Care for Buildings tegen de reconventionele vorderingen van [X] mede worden geacht namens [Y] te zijn gevoerd.
4.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter staat voldoende vast dat [X] gehouden was om de kelder vóór aanvang van de werkzaamheden van Care for Buildings leeg te pompen en droog te maken. Uit de overgelegde WhatsApp-correspondentie tussen [Y] en [X] (productie 4 bij de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie) blijkt dat [X] aan die verplichting heeft voldaan. Ter zitting heeft [Y] bevestigd dat hij de staat van de kelder heeft aanvaard zoals hij die bij aanvang van de werkzaamheden heeft aangetroffen. Care for Buildings heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat op [X] ook de verplichting rustte om tussentijds zorg te dragen voor het leegpompen van de kelder, voldoende ventilatie en/of het plaatsen van een verwarmingselement in de kelder. Daarom is onvoldoende onderbouwd waarom de kosten van de huur van de waterstofzuiger en bouwdroger voor rekening van [X] zouden moeten komen. Dit volgt in ieder geval niet uit de offerte en de algemene voorwaarden van Care for Buildings, voor zover daarop een beroep kan worden gedaan en/of deze niet vernietigd zijn. Ook heeft Care for Buildings niet gewezen op andere gemaakte afspraken.
4.3.
Dit leidt ertoe dat de door Care for Buildings gevorderde betaling van het bedrag van € 903,33 moet worden afgewezen. Los van de vraag of Care for Buildings als vof op [X] een vorderingsrecht zou kunnen hebben, is er namelijk geen grond om de kosten van de waterstofzuiger en bouwdroger op [X] te verhalen.
4.4.
De kantonrechter zal nu de vorderingen van [X] bespreken.
4.5.
Vast staat dat Care for Buildingsde werkzaamheden niet deugdelijk zijn uitgevoerd. Tussen partijen is immers niet in geschil dat één wand van de kelder nog vijf lekkagepunten heeft. Ten tijde van de overeenkomst, werkte [Y] als eenmanszaak. [Y] en Care for Buildings hebben onvoldoende onderbouwd dat de overeenkomst met [X] is overgedragen op de vof. Dit betekent dat de door [X] gevorderde verklaring voor recht jegens [Y] toewijsbaar is.
4.6.
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of de door [X] gestelde herstelkosten ad € 4.120,00 exclusief btw redelijk is. Dit bedrag ziet op het geheel opnieuw afdichten van de kelder, exclusief stucwerk, waarbij de reeds verrichte werkzaamheden volledig teniet worden gedaan.
4.7.
Hoewel partijen met het oog op de garantiebepaling zich in principe kunnen vinden in de aard en omvang van de door [B] geoffreerde werkzaamheden (in verband met onder meer de garantie), is de kantonrechter van oordeel dat [X] onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat het in dit geval noodzakelijk is dat van alle wanden de oude stuclagen worden verwijderd en/of alle wanden opnieuw worden gereinigd/opgeruwd middels stralen en dat daarna op alle wanden opnieuw een 8-laags waterdicht kelder afdichtingsyteem wordt aangebracht. [X] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom deze werkzaamheden niet beperkt kunnen blijven tot de wand waarvan is vastgesteld dat die nog vijf lekkagepunten heeft. Weliswaar heeft [B] bij e-mail van 4 februari 2021 nader toegelicht dat het afdichten van wanden volgens een standaard systeem en werkwijze geschiedt, maar daaruit volgt niet dat alle wanden van de kelder en vloer moeten worden hersteld. Niet valt in te zien dat dit mogelijke problemen zou kunnen opleveren voor de garantie, nu de garantie van de drie kelderwanden die wel waterdicht zijn bij [Y] blijft liggen. In het licht van deze omstandigheden acht de kantonrechter het redelijk om de door [X] geclaimde herstelkosten tot een bedrag van € 1.030,00 exclusief btw (te weten: 25% van € 4.120,00) als schadevergoeding toe te wijzen. De gevorderde wettelijke rente moet worden afgewezen, omdat herstel nog niet heeft plaatsgevonden en de daarmee gemoeide kosten dus nog niet zijn gemaakt.
4.8.
Alle partijen hebben kosten gemaakt voor het voeren van deze procedure. Omdat Care for Buildings in conventie in het ongelijk is gesteld, zal zij in conventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [X] worden tot op heden begroot op € 372,00 (3 punten x tarief € 124,00) aan salaris gemachtigde.
In reconventie zal [Y] als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Vanwege de samenhang met de conventie, worden de kosten aan de zijde van [X] in reconventie tot op heden begroot op € 373,50 (3 punten x tarief € 249,00 x 0,5) aan salaris gemachtigde en € 124,00 aan nakosten, totaal € 497,50.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Care for Buildings in de proceskosten, aan de zijde van [X] tot op heden begroot op € 372,00,
in reconventie
5.3.
verklaart voor recht dat [Y] tegenover [X] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de in 2.2 bedoelde overeenkomst,
5.4.
veroordeelt [Y] tot betaling van een bedrag van € 1.030,00 exclusief btw aan [X] ,
5.5.
veroordeelt [Y] in de proceskosten, aan de zijde van [X] tot op heden begroot op € 497,50,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde,
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart 5.2, 5.4 en 5.5 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Rozeboom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2021.(PS)