ECLI:NL:RBOVE:2021:1985

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
8850391 \ CV EXPL 20-4693
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de rechtsverhouding tussen AQ Group B.V. en Laundry Expert VOF na faillissement

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen AQ Group B.V. en de vennoten van Laundry Expert VOF. AQ Group, een bedrijf dat diensten aanbiedt op het gebied van lucht- en waterkwaliteit, vorderde betaling van een bedrag van € 15.730,00 aan hoofdsom en beslagkosten van € 1.564,77 van de vennoten van de vof. De vordering was gebaseerd op een koopovereenkomst die AQ Group meende te hebben gesloten met de vof voor de aankoop van een industriële wasmachine en wasdroger. De kantonrechter oordeelde echter dat de overeenkomst was gesloten met de inmiddels gefailleerde Laundry Expert B.V. en niet met de vof. Hierdoor kon AQ Group de overeenkomst niet buitengerechtelijk ontbinden en was er geen ongedaanmakingsverplichting voor de vennoten van de vof. De vorderingen van AQ Group werden afgewezen.

In reconventie vorderde [gedaagde 1] de opheffing van een conservatoire beslag dat AQ Group had gelegd op onroerende goederen. De kantonrechter oordeelde dat de ondeugdelijkheid van de vordering van AQ Group summierlijk was gebleken en wees de vordering tot opheffing van het beslag toe, met een gematigde dwangsom van € 500,00 per dag. AQ Group werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde 1].

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 8850391 \ CV EXPL 20-4693
Vonnis van 18 mei 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AQ GROUP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende in Utrecht,
eisende partij, hierna te noemen AQ Group,
gemachtigde: mr. V. Sol,
tegen

1.[gedaagde 1] ,wonende in [woonplaats] ,

2.
[gedaagde 2],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partijen, hierna gezamenlijk te noemen [gedaagde 1] (enkelvoud),
gemachtigde: mr. M.A. Buld.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 februari 2021;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte inbreng producties aan de zijde van AQ Group;
- de mondelinge behandeling van 16 april 2021, die via digitale verbinding (Skype) heeft plaatsgevonden en waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
AQ Group is een bedrijf dat diensten aanbiedt met betrekking tot het optimaliseren van lucht- en waterkwaliteit.
2.2.
[gedaagde 1] is vennoot van de vennootschap onder firma Laundry Expert (hierna: de vof). Op 14 oktober 2019 zijn alle activa en passiva van de vof met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 verkocht en ingebracht in de besloten vennootschap Laundry Expert B.V. (hierna: de bv). Ook de werknemers die in dienst waren van de vof zijn met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 in dienst getreden van de bv.
2.3.
Op 6 juli 2020 is door de heer [A] , vertegenwoordiger in dienst van de bv, een offerte uitgebracht aan AQ Group, welke door AQ Group is geaccepteerd. Bij deze offerte zijn algemene voorwaarden bijgevoegd van
“Laundry Expert VOF”.
2.4.
Op 17 juli 2020 is een factuur toegezonden aan AQ Group voor de aanbetaling van de helft van de koopsom. De factuur is afkomstig van de bv. Op 5 augustus 2020 heeft de bv een aanmaning toegezonden aan AQ Group. De factuur is door AQ Group op 12 augustus 2020 voldaan.
2.5.
Op 9 september 2020 is het faillissement van de bv uitgesproken.
2.6.
De gemachtigde van AQ Group heeft op 30 september een brief toegezonden aan de vof waarin zij de koopovereenkomst ontbindt en aanspraak maakt op terugbetaling van de gedane aanbetaling, als ook op een vergoeding voor geleden schade.

3.Het geschil

In conventie

3.1.
AQ Group vordert – kort samengevat – veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling aan haar van een bedrag van € 15.730,00 aan hoofdsom en een bedrag van € 1.564,77 aan gemaakte beslagkosten, te vermeerderen met rente en kosten.
3.2.
AQ Group legt – samengevat – het volgende aan haar vordering ten grondslag. AQ Group heeft met de vof een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot (onder andere) een industriële wasmachine en wasdroger. AQ Group heeft de helft van de totale koopsom voldaan. Nadien bleef levering van de gekochte goederen uit, waarna AQ Group de overeenkomst heeft ontbonden. Door de ontbinding is de vof gehouden het reeds betaalde deel van de koopsom aan AQ Group terug te betalen. Dit heeft zij, ondanks aanmaning daartoe van AQ Group, niet gedaan. Gedaagden zijn vennoten van de vof en daarom hoofdelijk aansprakelijk.
3.3.
[gedaagde 1] voert verweer. Op de stellingen van partijen zal, voor zover dit voor de beoordeling van belang is, hierna worden ingegaan.
In reconventie
3.4.
[gedaagde 1] vordert veroordeling van AQ Group tot het opheffen van het gelegde conservatoire beslag, binnen twee weken na de datum van dit vonnis en op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat AQ Group hiermee in gebreke blijft.
3.5.
AQ Group voert verweer. Op de stellingen van partijen zal, voor zover dit voor de beoordeling van belang is, hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie

De overeenkomst
4.1.
De kantonrechter zal de vordering van AQ Group afwijzen, aangezien de koopovereenkomst naar haar oordeel is gesloten tussen AQ Group en de bv, en niet tussen AQ Group en de vof. Voor dit oordeel is onder meer de manier waarop de koopovereenkomst tot stand is gekomen van belang. Tijdens de mondelinge behandeling heeft AQ Group toegelicht, dat de directeur van AQ Group, de heer [X] op internet naar een bepaald type wasmachine zocht en op die manier is uitgekomen bij de website van Laundry Expert. De website was, zo heeft [gedaagde 1] onweersproken gesteld, van de bv. [X] is vervolgens in contact gekomen met [A] , die in dienst was van de bv. [A] heeft in zijn hoedanigheid als vertegenwoordiger en werknemer van de bv een offerte uitgebracht, welke offerte door AQ Group akkoord is bevonden. Bij deze offerte zijn per abuis de algemene voorwaarden van de vof gevoegd. Dit komt, zo heeft [gedaagde 1] onweersproken gesteld, door een verkeerd geplaatst ‘vinkje’ bij het aanmaken van de offerte in het systeem. Vervolgens heeft de bv een factuur verstuurd, gevolgd door een aanmaning een kleine drie weken later. Enkele dagen na die aanmaning is de factuur door AQ Group voldaan. [gedaagde 1] heeft daarnaast onweersproken gesteld dat op het moment van totstandkoming van de koopovereenkomst alle activiteiten binnen de vof al geruime tijd waren gestaakt. Gelet op al deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen AQ Group en de bv. Het feit dat de algemene voorwaarden van de vof zijn bijgevoegd bij de offerte is het enige aanknopingspunt voor het tegendeel. Dat de algemene voorwaarden van de vof zijn meegezonden, is echter onvoldoende voor het tot stand komen van een overeenkomst tussen AQ Group en de vof.
4.2.
Voor zover AQ Group zich op het standpunt stelt dat zij er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat zij een overeenkomst met de vof had gesloten, in plaats van met de bv, overweegt de kantonrechter als volgt. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft AQ Group onvoldoende aangevoerd voor een beroep op schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3:61 lid 2 BW. AQ Group heeft namelijk onvoldoende onderbouwd dat zij er bij het sluiten van de overeenkomst vanuit ging met de vof te contracteren. AQ Group heeft alleen in zijn algemeenheid gezegd dat het voor de mogelijkheid van verhaal van belang is of ze contracteert met een vof of een bv. Uit haar stellingen ter comparitie volgt evenwel dat AQ Group geen onderzoek heeft gedaan voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. Dat er zowel een vof als een de bv was, kwam volgens haar eigen stellingen pas aan het licht na het faillissement van de bv. Toen bleek van belang te zijn dat er een vof is (geweest) met een gelijke handelsnaam, waar AQ Group verhaal op kon proberen te halen.
Nu AQ Group er bij het aangaan van de overeenkomst niet vanuit ging dat zij een overeenkomst met de vof sloot, kan zij ook geen beroep doen op de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Overigens is de kantonrechter van oordeel dat er ook onvoldoende omstandigheden zijn om schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid aan te nemen, omdat de enige omstandigheden waar AQ Group zich op beroept, de meegezonden algemene voorwaarden van de vof zijn en de gevoerde handelsnaam Laundry Expert. De handelsnaam is voor beide ondernemingen evenwel dezelfde. Dat de betrokken medewerker de beschikking had over de algemene voorwaarden van de vof en deze per abuis met de offerte meezond, is onvoldoende om uit af te leiden dat hij gemachtigd zou zijn om te handelen namens de vof. Ook op deze grond faalt daarom het betoog van AQ Group.
4.3.
Nu er naar het oordeel van de kantonrechter geen overeenkomst tussen AQ Group en de vof tot stand is gekomen, heeft AQ Group deze overeenkomst ook niet buitengerechtelijk kunnen ontbinden. Daardoor is er geen ongedaanmakingsverplichting ontstaan voor de vof en bestaat er dus geen grond voor toewijzing van de vordering van AQ Group jegens [gedaagde 1] . AQ Group heeft namelijk, naast haar standpunt dat zij de overeenkomst is aangegaan met de vof, geen andere grondslag aangevoerd voor haar vordering. De kantonrechter merkt in dat kader nog op dat het per abuis meesturen van de verkeerde algemene voorwaarden niet tot aansprakelijkheid van de vof kan leiden. Temeer nu de schade die AQ Group heeft geleden is veroorzaakt is door het faillissement van de bv.
De beslagkosten
4.4.
Op grond van artikel 706 Rv kunnen de kosten van het beslag van de beslagene worden teruggevorderd, tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was. Aangezien de vordering van AQ Group zal worden afgewezen is de kantonrechter van oordeel dat het beslag achteraf bezien onnodig is geweest. De vordering tot betaling van de beslagkosten zal daarom worden afgewezen.
Conclusie
4.5.
De slotsom is dat de vorderingen van AQ Group zullen worden afgewezen.
In reconventie
4.6.
[gedaagde 1] vraagt om opheffing van het door AQ Group gelegde conservatoire beslag op twee aan haar toebehorende onroerende goederen, binnen een week na betekening van dit vonnis en op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat AQ Group hieraan geen gehoor geeft. AQ Group voert aan belang te hebben bij het conservatoire beslag.
4.7.
Aangezien de ondeugdelijkheid van de vordering van AQ Group summierlijk is gebleken zal de vordering van [gedaagde 1] tot opheffing van het door AQ Group gelegde beslag worden toegewezen. De dwangsom zal evenwel gematigd worden € 500,00 per dag dat AQ Group daarmee in gebreke blijft en met een maximum van € 10.000,00.
In conventie en in reconventie
4.8.
AQ Group zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1] vastgesteld op € 746,00 aan salaris gemachtigde (twee punten (voor de conclusie van antwoord en de mondelinge behandeling) maal het tarief van € 373,00 per punt. De nakosten zullen worden begroot op het maximale tarief van € 124,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
In reconventie
5.2.
veroordeelt AQ Group tot opheffing van het op de onroerende zaken van [gedaagde 1] gelegde conservatoire beslag, binnen een week na de datum van dit vonnis en op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat AQ Group daarmee in gebreke blijft en met een maximum van € 10.000,00;
5.3.
wijst het meer of ander gevorderde af;
In conventie en in reconventie
5.4.
veroordeelt AQ Group in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1] vastgesteld op € 746,00, en in de nakosten, aan de zijde van [gedaagde 1] begroot op € 124,00;
5.5.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Rozeboom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2021.